De adjunct zette een 13-jarige leerling na herhaalde waarschuwingen uit de klas. De vader van de jongen deed aangifte van mishandeling, waarop de politie de docent op school oppakte en in de cel zette.

De korpsleiding van de politie in Utrecht is het met de opvatting van het OM eens, aldus een woordvoerster. De korpsleiding heeft al excuses aangeboden aan de betrokken docent en de schoolleiding. Ook is de zaak met de agenten die de adjunct-directeur aanhielden, besproken. „De korpsleiding betreurt de impact die deze situatie heeft op alle betrokkenen”, aldus een verklaring woensdag.

Volgens het OM heeft de adjunct-directeur „de jongen na hem meermalen gesommeerd te hebben de klas te verlaten stevig bij de kraag gepakt en uit de klas gezet.” Daaruit blijkt geen enkel strafbaar handelen en de adjunct is dan ook niet schuldig aan mishandeling, aldus justitie. Het OM heeft de zaak woensdag met de moeder van de jongen besproken en ook een gesprek gehad met de betrokken docent. De adjunct-directeur gaat waarschijnlijk volgende week weer aan het werk.

Het Anna van Rijn College ziet de beslissing van het Openbaar Ministerie als „een steun in de rug voor onze collega.” De school herkent zich in het besluit dat de docent niet schuldig is aan mishandeling van een leerling, zo heeft een woordvoerder van de school woensdag laten weten.

Op de Nieuwegeinse school is volgens personeelsleden blij gereageerd op het nieuws. De schooldirectie en adjunct-directeur Rob Wesselingh willen echter zelf geen commentaar geven. „Wij willen ons weer richten op het onderwijs”, meldden zij via hun woordvoerder.

Het is goed dat deze zaak uit de juridische sfeer is gehaald. Dat zei woensdag een woordvoerder van de Algemene Onderwijsbond (AOb) in reactie op de beslissing van het Openbaar Ministerie. Ook CNV Onderwijs is blij met de beslissing.

De 13-jarige jongen volgde al leerwegondersteunend onderwijs op het Anna van Rijn College, maar heeft meer aandacht nodig. Hij had al vaker problemen op de school in Nieuwegein. Hij gaat volgende week naar een school voor speciaal onderwijs, is dinsdag bekendgemaakt.

Het incident heeft in onderwijsland voor veel beroering en verontwaardiging gezorgd. Minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs schakelde de Inspectie voor het Onderwijs in om de zaak te onderzoeken. De minister nam dinsdag zelf poolshoogte in Nieuwegein en sprak daar haar verontrusting uit, omdat docenten volgens haar het recht moeten hebben een leerling uit de klas te verwijderen.