Technologiesector hoopt op beter weer
Met de publicatie van de kwartaalcijfers van Philips en de Amerikaanse chipfabrikant Intel dinsdag breekt een belangrijke week aan voor vele technologiefondsen.
Ook de softwarehuizen Microsoft en SAP, de mobieltjesproducenten Motorola, Nokia en Ericsson, de computerfabrikanten Apple en IBM, het Zuid-Koreaanse elektronicaconcern Samsung Electronics en chipmachinefabrikant ASML presenteren hun resultaten.
Beleggers hopen op signalen van opleving van een door malaise geplaagde sector. Daarbij gaat het niet zozeer om de resultaten in de afgelopen drie maanden, maar om de vooruitzichten die toonaangevende bedrijven als Intel en Microsoft geven.
De algemene opvatting onder analisten is dat de technologiefondsen het ergste achter de rug hebben. „Dat mag ook wel. De malaise heeft ongeveer drie jaar geduurd”, stelt analist Oscar Proos van Bank Oyens & Van Eeghen. Beleggingsspecialisten menen dat de Amerikaanse economie zich aan het herstellen is. „We verwachten dat de Europese economie met enige vertraging volgt”, zegt onder anderen analist Rombout Houben van Rabobank-dochter Iris. „Ik denk dat we vanaf volgend jaar verbeterde winsten en omzetten kunnen verwachten.”
Vooruitlopend op het herstel van de sector zijn technologiefondsen op de beursvloeren al fors in waarde gestegen. Alleen verzekeraars deden het beter. De Nasdaq-index, waarin veel belangrijke hightechbedrijven zijn opgenomen, belandde afgelopen woensdag op het hoogste niveau in bijna vijftien maanden.
De eerste positieve voortekenen zijn er inmiddels. Zo publiceerde de Taiwanese chipfabrikant TSMC, waarin Philips een belang van circa 25 procent heeft, afgelopen week goede omzetcijfers. De chipindustrie is zich duidelijk aan het herstellen. In mei zagen de chipproducenten de vraag met 10 procent toenemen ten opzichte van dezelfde periode in 2002. „De afzet van chips is al een jaar aan het stijgen”, aldus Houben. Collega-analist Peter Olofsen van Effectenbank Stroeve tekent daarbij wel aan dat de verkoopprijzen van chips onder druk staan. Bovendien kampt een aantal bedrijven, zoals Philips, met overcapaciteit doordat ze hun chipmachines niet volledig benutten.
Desondanks is er een duidelijke groei van de bezettingsgraad van chipmachines richting de 80 procent. „Als dat 90 procent wordt, moeten de producenten nieuwe machines gaan bestellen”, zeggen Houben en Olofsen. Aangezien de levertijd van een chipmachine op tussen de zes en de negen maanden ligt, profiteert een fabrikant als ASML daar pas in 2004 van.
Als gevolg van de economische ontwikkelingen en het herstel van de chip- en de pc-markt zijn de vooruitzichten voor de technologiefondsen positief, menen analisten. „Per land kan het flink verschillen, het gaat bijvoorbeeld slecht met de Duitse economie. Al met al is het een gemengd beeld, maar wel met een positieve ondertoon”, vindt Bert Siebrand, analist bij Bank Oyens & Van Eeghen.
In het tweede kwartaal hebben Philips en ASML daarvan nog niet de vruchten geplukt, is de verwachting. „Hoewel het tweede kwartaal beter zal zijn dan het eerste, heeft ASML het nog moeilijk. De verbetering is niet genoeg om winstgevend te zijn”, meent Olofsen, daarin gesteund door collega-analisten. Ook bij Philips verwacht het analistengilde een nettoverlies. Over het operationele resultaat lopen de meningen uiteen van een klein verlies tot een winst. Het nettoresultaat bij Philips wordt onder meer aangetast door diverse reorganisatiekosten en de zwakke dollar.