Boeiende biografie over Marga Klompé, eerste vrouwelijke minister
Marga Klompé was de eerste vrouwelijke minister van Nederland. Hoe kon een roomse vrouw in de jaren vijftig van de vorige eeuw tot de landsregering doordringen en zich daar staande houden?
Was het, gezien de opvattingen over de rol van mannen en vrouwen in de vorige eeuw, niet meer voor de hand liggend dat een seculiere partij de eerste vrouwelijke minister zou leveren en niet een confessionele? Gerard Mostert (1941) zoekt in een proefschrift dat het leven van Klompé beschrijft, naar het antwoord op deze vraag.
In het voorwoord schrijft Mostert dat de biografie een bijzondere wordingsgeschiedenis heeft. Oorspronkelijk was de historica Anneke Linders, met wie de promovendus was gehuwd, in 2003 begonnen met een boek over Klompé (1912-1986). In 2005 werd Linders ziek en vroeg ze aan haar echtgenoot of hij het project van haar wilde overnemen. Na haar overlijden heeft Mostert de draad opgepakt. In 2008 is besloten om er een promotieproject van te maken. Eind september dit jaar kreeg de scribent zijn bul.
Marga Klompé groeide op in een gezin dat behoorde tot de gegoede middenklasse. Haar moeder was een Duitse die haar kinderen een kritische levenshouding bijbracht. Toen haar zachtaardige vader overleed, stond haar moeder alleen voor de opvoeding van de vier dochters en zoon. Geen van de dochters huwde. Marga studeerde scheikunde en promoveerde zelfs in dat vakgebied. In haar vrije tijd was ze actief in diverse (internationaal georiënteerde) vrouwenbewegingen die net na de Tweede Wereldoorlog van de grond kwamen.
In 1948 viel de toen 36-jarige Klompé op bij twee Kamerleden van de Katholieke Volkspartij die haar aan het werk zagen in de Nederlandse delegatie bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Nog in datzelfde jaar belandde ze in de Tweede Kamer.
Klompé had helemaal niets met het feminisme. Volgens Mostert was ze in sociaal opzicht zelfs een man. Ze was een overweldigende, imposante en dominante vrouw. Tegenover haar petekind heeft Klompé eens gezegd dat een vrouw in de politiek harder en beter moet zijn dan mannen. Zij kon dat. Ze was mentaal en fysiek sterk. Vaak ging ze pas om twee uur slapen.
In 1956 trad ze als minister van Maatschappelijk Werk aan in het vierde kabinet-Drees. Dat de KVP haar voor deze post naar voren schoof, was volgens de promovendus vooral te danken aan het Katholiek Vrouwendispuut dat er bij het KVP-bestuur jarenlang sterk op aandrong om vrouwen meer kansen te geven.
Voor Klompé was haar rooms-katholieke levensovertuiging belangrijk. Voordat ze op doordeweekse dagen naar haar werk vertrok, ging ze vaak naar de kerk. Eenheid van gezin, kerk en politiek vond ze belangrijk.
Een van de geduchtste wapens van Klompé was de telefoon. Ze belde gerust ’s avonds om elf uur naar collega-ministers om hen tot actie aan te sporen of naar hun mening te vragen. Dat waardeerde niet iedereen. Toen ze op een avond haar partijgenoot minister Luns van Defensie over een buitenlandse kwestie belde met de vraag: „Wat doet de regering?” antwoordde Luns snedig: „De regering slaapt.”
Mostert schreef een boeiende biografie over de eerste vrouwelijke minister van Nederland. Echt persoonlijk is het verhaal niet geworden, maar daar kon de biograaf niet zo veel aan doen. Klompé was heel gesloten over haar privéleven.
Boekgegevens
Marga Klompé 1912-1986. Een biografie, Gerard Mostert; uitg. Boom, Amsterdam, 2011; ISBN 978 94 6105 197 4; 655 blz.; € 34,50.