Orthodoxe trouwambtenaar in ban
Gewetensbezwaarde trouwambtenaren liggen onder vuur. Deze week ontsloeg de gemeente Den Haag een ambtenaar en kocht het kabinet tijd. Vrijwel zeker moeten op enige termijn de orthodoxe ambtenaren de deur van de trouwzaal definitief achter zich dichttrekken. Drie radicale veranderingen in de achterliggende tien jaar zijn daar debet aan.
Homobelangenorganisatie COC voert al jarenlang een kruistocht tegen trouwambtenaren die vanwege hun levensovertuiging geen huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht kunnen sluiten. In 2001 stelde Nederland als eerste natie ter wereld het burgerlijk huwelijk open voor mensen van hetzelfde geslacht. Tijdens debatten in de Tweede en Eerste Kamer, voorafgaand aan de invoering, kwam de positie van de trouwambtenaar uitgebreid ter sprake. De toenmalige staatssecretaris van Justitie, Cohen, (de huidige PvdA-leider) beloofde dat ambtenaren met gewetensbezwaren gewoon in functie zouden kunnen blijven, mits in elke gemeente homo’s kunnen trouwen.
Op dit moment is de regel dat gemeenten zelf bepalen of ze trouwambtenaren aanstellen mét gewetensbezwaren. Daarvoor is wettelijk alle ruimte, net zoals er ruimte is voor gemeenten om géén trouwambtenaren met gewetensbezwaren aan te stellen.
Voor het COC is dit niet voldoende: de beweging wil dat de betrokkenen –vanaf een zeker moment consequent aangeduid als „weigerambtenaren”– verdwijnen. Steeds meer gemeenten zijn daar gevoelig voor. Ze willen niet voorkomen op de ‘zwarte’ lijst die het COC heeft. Steden als Amsterdam en Groningen melden met trots dat ze „weigerambtenaarvrij” zijn. Den Haag ontsloeg donderdag de enige gewetensbezwaarde ambtenaar.
Waardoor is het draagvlak voor trouwambtenaren die geen homohuwelijk willen sluiten, zo verminderd? In de afgelopen tien jaar hebben zich drie stille, radicale, maar wel samenhangende veranderingen voltrokken in de Nederlandse samenleving. De eerste is dat de seculiere partijen steeds meer een scheiding bepleiten tussen kerk en staat naar Frans model. Deze laïcité veronderstelt niet alleen een scherpe scheiding tussen kerk en staat, maar ook tussen geloof en politiek. Religie in het publieke domein mag in hun ogen niet meer. De voortgaande secularisatie en de daarmee gepaard gaande verminderde invloed van het CDA, bieden de partijen ruimte om vaker aandacht voor de laïcité te vragen.
De tweede verandering in de Nederlandse samenleving is een sterk verminderde tolerantie tegenover minderheden. Dat heeft onder meer te maken met angst voor een te grote invloed van de islam op de samenleving. Orthodoxe christenen zijn daarvan de dupe.
Nederland is een land van minderheden waar zo goed en zo kwaad als het ging minderheden maximale vrijheid kregen voor hun overtuiging en levenswijze. Zo konden er naast openbare ook bijzondere scholen ontstaan en allerlei andere organisaties op levensbeschouwelijke grondslag. Ook kwamen er in tal van wetten uitzonderingsbepalingen voor mensen met gewetensbezwaren tegen verzekeringen of verplichte inentingen.
De verminderde tolerantie leidt op haar beurt tot een derde verandering, namelijk een extreme nadruk op gelijkheid ten koste van klassieke vrijheden als godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid mag alleen bestaan als een individueel recht en niet als een recht van een groep. Door het gelijkheidsbeginsel te laten prevaleren boven de klassieke grondrechten en dat van het individu boven de groep, is de juridische stok gevonden om de orthodoxe ‘honden’ te slaan.
Uitstelbrief
Minister Donner van Binnenlandse Zaken stuurde woensdag een kort briefje naar de Tweede Kamer waaruit afgeleid zou kunnen worden dat het nog wel meevalt met het dreigende ontslag voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Het kabinet gaat over deze kwestie advies vragen aan de Raad van State.
Het valt echter niet mee. De uitstelbrief van Donner was nodig omdat de gedoogcoalitie van VVD, CDA en PVV er niet uit kon komen. Met een schuin oog kijken de partijen immers naar de SGP, die minimaal handhaving van de bestaande situatie wil. Maar de partijen willen de staatkundig gereformeerden niet onverkort tegemoetkomen; ze voelen de hete adem van de moderne inquisiteurs van het COC in hun nek. In de Tweede Kamer bestaat er een grote meerderheid om een eind te maken aan de uitzonderingspositie voor orthodoxe trouwambtenaren. De vraag is niet of de gewetensbezwaarde ambtenaar in de ban wordt gedaan, maar wanneer.
Zelfs in het CDA lijkt een verschuiving gaande. Er zijn ten minste twee stromingen. Deze week kreeg een trouwambtenaar in Den Haag zijn ontslag vanwege zijn overtuiging om niet mee te werken aan homohuwelijken. Dat gebeurde door een wethouder van CDA-huize, Karsten Klein (zie kader). De CDA-fractie in de gemeenteraad van Den Haag stak donderdagavond geen vinger uit om deze ambtenaar te beschermen. Ook in Arnhem is er een CDA’er in de gemeenteraad die vindt dat trouwambtenaren alle huwelijken moeten sluiten.
De CDA-fractie in de Tweede Kamer staat ook niet vierkant achter de gewetensbezwaarde ambtenaar. Kamerlid Van Toorenburg stelt zich wat dubbel op. Aan de ene kant staat ze achter de lijn die in het verleden is gekozen, maar ze vindt het ook goed dat de huidige praktijk „tegen het licht gehouden wordt”, zo zei ze deze week.
De CDA-bewindslieden in het kabinet kiezen wel onverkort voor bescherming van gewetensbezwaarde trouwambtenaren. De ministers Donner van Binnenlandse Zaken en Van Bijsterveldt van Onderwijs (die verantwoordelijk is voor homo-emancipatie) vinden dat er ruimte moet zijn voor gewetensbezwaarde ambtenaren.
Minister Van Bijsterveldt voert een tweesporenbeleid. Ze wil de emancipatie van homoseksuelen bevorderen, maar vindt ook dat er ruimte moet blijven voor ambtenaren met gewetensbezwaren. In NRC Handelsblad stelde ze helder: „Je kunt iemand die om geloofsredenen moeite heeft met het homohuwelijk niet dwingen twee mensen van hetzelfde geslacht te trouwen. Dat past niet bij het tolerante Nederland. Dáár ruimte aan geven noem ik óók emancipatie.”
Ingewijden in politiek Den Haag hielden het voor mogelijk dat het kabinet voor deze lijn zou kiezen. De VVD zou ermee kunnen leven om zo de SGP tegemoet te komen. Maar PVV-voorman Wilders gooide roet in het eten. Twee weken geleden kwam hij voor iedereen onverwacht en plompverloren met een tweet waarin hij aankondigde dat er een eind moet komen aan ruimte voor orthodoxe trouwambtenaren: „PVV-fractie wil via wetswijziging af van weigerambtenaar. Iedere ambtenaar dient iedereen te trouwen: heteroseksueel of homoseksueel.”
De SGP’ers in de Tweede Kamer zijn nette mensen, maar hebben, nadat ze dit bericht hoorden, vast letterlijk of anders figuurlijk met de vuist op tafel geslagen. Hiermee is immers de poging om de kwestie met de coalitie en de gedoogpartner te regelen, definitief gestrand.
Er zou nog een keer ten goede kunnen komen als de seculiere politici hun oor te luisteren leggen bij progressieven die wél een realistische kijk hebben op de kwestie, zoals oud-PvdA-senator Jürgens en de vroegere Gayprideorganisator De Haan. Zij schreven vorig weekend respectievelijk in Trouw en de Volkskrant dat de bestaande ruimte voor trouwambtenaren moet blijven. Volgens Jürgens is er sprak van symboolpolitiek. „Het is pure symboolpolitiek om die mensen te dwingen of te ontslaan. Praktisch heeft hun weigeren immers geen gevolgen.”
Feitelijk gaat het om meer dan symboolpolitiek. De facto wordt mensen met een orthodoxe levensovertuiging de mogelijkheid ontzegd om in het publieke domein te functioneren vanwege hun Bijbelse visie op seksualiteit. Alsof dat geen discriminatie is.
CDA-wethouders Klein rijzende ster
Gewetensbezwaarde trouwambtenaren moesten de achterliggende jaren in veel plaatsen het veld ruimen. Soms ook in gemeenten waar het CDA nog een aardige vinger in de pap heeft. Neem nu Den Haag, waar „rijzende ster” CDA-wethouder Klein resoluut de ”weigerambtenaar” weert.
Leg je oor links of rechts te luisteren, en de lof op Karsten Klein stroomt op je af. Jong en energiek, vlot en ad rem, toegankelijk en communicatief zijn de trefwoorden. Een man die midden in de samenleving staat en zeer betrokken is bij de diverse sociale noden in een grote stad. Die bijvoorbeeld ook op positieve wijze acte de présence geeft op de zogeheten kerkendag.
Binnen het CDA lijkt Klein een rijzende ster. Toen toenmalig premier Balkenende eind 2009 het Haagse CDA-campagnepand opende, stak hij over –toen nog fractievoorzitter– Klein de loftrompet. „Gekozen tot het beste jonge raadslid van het land. Een fantastische lijsttrekker”, jubelde de minister-president, die Klein duidelijk beschouwde als een van de aanstormende talenten van zijn partij.
Maar de waardering leeft breder dan alleen binnen het CDA. Kleins emancipatienota werd donderdagavond in de Haagse gemeenteraad met bijna algemene stemmen aanvaard. De enige tegenstem kwam van het raadslid van de Islam Democraten Den Haag.
De waardering van de fracties betrof niet in de laatste plaats het onderdeel homo-emancipatie. „Deze wethouder steekt als het om homo-emancipatie gaat echt zijn nek uit”, prees VVD-raadslid Lakerveld. Dat de gemeente Den Haag juist donderdagmorgen de gewetensbezwaarde trouwambtenaar W. J. Pijl had ontslagen, bezorgde Klein alleen maar extra complimenten. „Zeer consequent gehandeld”, oordeelde D66-woordvoerder Van Geest.
Toch is hier iets merkwaardigs aan de hand. Zijn het niet de CDA-ministers Donner en Van Bijsterveldt die nadrukkelijk ruimte willen laten voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren? En is het niet typisch des CDA’s om religieuze minderheden hun eigen plek in de maatschappij te gunnen? In dat licht is het op zijn minst apart te noemen dat Klein, die als CDA’er in een college met PvdA en D66 weliswaar de ”Calimero” van de collegepartijen is en dus beperkte speelruimte heeft, in juni zó enthousiast twitterde: „Vandaag komt de Haagse emancipatienota uit; homo’s worden getrouwd en ambtenaren mogen niet weigeren!”
Staat u er persoonlijk inderdaad zo stevig en overtuigd in?
„Wat ik persoonlijk vind, doet niet zo ter zake. Ik heb de functie van wethouder. En in die hoedanigheid sta ik helemaal achter het collegebeleid, dat inzake de gewetensbezwaarde trouwambtenaar overigens al is uitgezet door het vorige college.”
Voor een CDA’er is dit toch een opmerkelijke stellingname?
„Het CDA is een heel brede middenpartij. Er zijn in mijn partij veel meer mensen die er zo over denken. De huidige wet geeft gemeenten inzake gewetensbezwaarde trouwambtenaren beleidsvrijheid. En in Den Haag doen we het dus zoals we het doen.”
Maar hierdoor raakt een bevolkingsgroep in de knel. Bovendien is een grondrecht als gewetens- en godsdienstvrijheid in het geding.
„Toen ik als wethouder aantrad, kende Den Haag geen gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Het was dus eigenlijk een niet bestaand probleem. Daarbij komt dat er bij lange na geen meerderheid is voor een ander beleid dan het huidige. Dat alles heb ik afgewogen. Mijn conclusie was: dan zijn er wel andere, belangrijkere en reëlere zaken waarover ik me als wethouder druk wil maken.”
In bijna zestig gemeenten trouwambtenaren met gewetensbezwaren
Van de 430 gemeenten in ons land zijn er 58 die trouwambtenaren hebben met gewetensbezwaren tegen het sluiten van huwelijken van mensen van hetzelfde geslacht. In totaal gaat het om 105 personen.
Bunschoten heeft het grootste aantal ambtenaren die geen homohuwelijken sluiten, namelijk vijf. Staphorst, Urk, Slochteren, Reimerswaal en Utrechtse Heuvelrug hebben er vier. Aalburg, Geldermalsen, Groningen, Rijssen-Holten, Steenwijkerland en Tholen tellen er drie.
In 24 gemeenten is na de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht besloten dat ook gewetensbezwaarden trouwambtenaar mogen worden. In 236 gemeenten wordt bij werving en selectie van ambtenaren de eis gesteld dat nieuwe trouwambtenaren alle huwelijken moeten sluiten. Van een aantal gemeenten zijn geen gegevens bekend.
Bron: www.coc.nl