Economie

Kredietbeoordelaars houden markten in greep

AMSTERDAM (ANP) – De kredietratingbureau’s Fitch, Moody’s en Standard & Poor’s (S&P) spelen een hoofdrol in de Europese schuldencrisis.

11 November 2011 12:49Gewijzigd op 14 November 2020 17:37
Foto EPA
Foto EPA

Dit werd donderdag weer eens duidelijk, toen de rente op Franse staatsobligaties steeg nadat S&P een, naar later bleek, foutief bericht dat de Franse kredietstatus werd verlaagd de wereld in had geholpen. Dit was niet de eerste fout die de kredietbeoordelaars de afgelopen jaren hebben gemaakt. De kritiek op hen zwelt dan ook aan.

De kredietbeoordelaars kwamen in 2003 voor het eerst in opspraak, omdat zij het failliet van het Amerikaanse energiebedrijf Enron niet hadden zien aankomen. Daarna gaven ze ,voorafgaand aan de kredietcrisis, te hoge waarderingen voor pakketten rommelhypotheken van Amerikaanse banken. Vervolgens anticipeerden ze ook niet op het bankroet van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in 2008.

Tijdens de huidige schuldencrisis luidt de kritiek juist dat de kredietbeoordelaars te streng willen zijn en daardoor fouten maken. Zo maakte S&P volgens het Amerikaanse ministerie van Financiën een rekenfout ter waarde van 2 biljoen dollar toen het de kredietstatus van de Verenigde Staten in augustus verlaagde. „De kredietbeoordelaars hebben weer veel van hun geloofwaardigheid verloren. Eerst schieten, dan praten lijkt nu hun houding te zijn”, zegt handelaar Fred Huibers van het Haags Effektenkantoor.

Volgens obligatiebeheerder Katrien Hooyman van Theodoor Gilissen heeft de onvrede over de kredietbeoordelaars twee oorzaken. Het eerste probleem heeft te maken met het verdienmodel van de kredietbeoordelaars. Ze worden namelijk betaald door de bedrijven die zij een rating geven. „Daardoor laden de kredietbureau’s de verdenking op zich dat ze niet geheel onafhankelijk zijn. Een verdienmodel waarbij de beleggers die gebruikmaken van de ratings betalen, zou daarom beter zijn.” Landen betalen de kredietbeoordelaars overigens niet voor een rating.

Het tweede probleem is de macht van de kredietbeoordelaars. Vrijwel alle institutionele beleggers baseren hun beleggingsbeleid voor een belangrijk deel op de kredietratings die de drie grote bureau’s geven. „Deze beleggers zijn vaak gebonden aan contracten waarin bijvoorbeeld staat dat een minimaal percentage aan beleggingen geïnvesteerd moet zijn in AAA-obligaties. Bij een kredietverlaging verkopen ze dan massaal.” Volgens Hooyman zou het daarom goed zijn als er meer bureau’s zouden komen. „Dan zou het effect van een verlaging van de kredietstatus door één beoordelaar veel minder groot zijn dan nu het geval is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer