Die harde kritiek leverde toenmalig Tweede Kamerlid en huidig staatssecretaris Frans Weekers (VVD) op zijn partijgenote Kroes tegenover de parlementaire enquêtecommissie die zich buigt over maatregelen ten tijde van de kredietcrisis.

Kroes, toen EU-commissaris mededinging, eiste in 2008 dat het door de Staat overgenomen ABN AMRO dochterbedrijf HBU zou verkopen, vanwege de sterke positie op de zakelijke bancaire markt. „Uiteindelijk zijn we gedwongen om met de rug tegen de muur en de handen gebonden een stuk van ABN AMRO te verkopen aan slechts één partij”, zei Weekers donderdag. De VVD’er zei het gevoel te hebben dat Nederlandse banken tot behoorlijk strenge maatregelen zijn gedwongen in vergelijking met andere financiële instellingen in Europa.

Net als andere Kamerleden van destijds tegenover de enquêtecommissie, stelde ook Weekers dat het parlement eerder geïnformeerd had moeten worden over ingrepen die toenmalig minister van Financiën Wouter Bos nam. Weekers zei te kunnen accepteren dat als er in acute noodsituaties snel gehandeld moet worden, het informeren van het parlement niet anders dan achteraf kan. Maar bij onder meer de overname van ’rommelhypotheken’ van ING en kapitaalinjecties bij ABN AMRO had de Kamer volgens hem eerder geïnformeerd moeten worden.

In het najaar van 2008 besloot het kabinet samen met de regeringen van België en Luxemburg eerst forse belangen te nemen in de Fortis Groep. Kort daarna ging het kabinet over tot nationalisatie van Fortis Bank Nederland en ABN AMRO.

Op de derde dag van de verhoren zei topambtenaar Johan Barnard van het ministerie van Financiën dat ING destijds een aantal keren een bod uitbracht om Fortis Nederland en ABN AMRO over nemen. Volgens Barnard beschouwden de Belgen de biedingen echter als „tekortschietend.”