Vrees voor escalatie schuldencrisis
ROME – Het aangekondigde vertrek van de Italiaanse premier Berlusconi en zijn mogelijke opvolging door oud-Eurocommissaris Mario Monti heeft de financiële markten nog niet gerustgesteld.
Beurskoersen herstelden vanmorgen, na een lagere opening, licht van de zware verliezen van woensdag, maar de rente op Italiaanse staatsleningen (tien jaar) bleef ook vanmorgen hoog, na woensdag al de grens van 7 procent te hebben overschreden. Dit recordniveau, dat door veel economen als onhoudbaar wordt gezien, leidde er bij Griekenland, Ierland en Portugal toe dat zij financiële hulp moesten inroepen.
Italië slaagde er vanmorgen in om 5 miljard aan staatsschuld (looptijd van twaalf maanden) aan beleggers te slijten, maar moest daar met 6,1 procent rente bijna dubbel zo veel voor betalen als vorige maand.
Beleggers betwijfelen of Berlusconi’s opvolging ook betekent dater een daadkrachtige Italiaanse overheid zal aantreden die fors gaat hervormen en zorgt voor economische groei. De angst bestaat dat Italië anders hulp zal moeten inroepen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de andere eurolanden.
Deskundigen zeggen echter dat de Italiaanse schuld van 1900 miljard euro simpelweg te groot is voor Europa om via het noodfonds EFSF (goed voor 440 miljard euro) op te schonen. Ook de oorlogskas van het IMF zou (met circa 250 miljard euro) te beperkt zijn om werkelijk iets voor Italië te kunnen betekenen.
Daarmee neemt de druk op de Europese Centrale Bank (ECB) toe om grootschalig –en niet beperkt zoals nu– in schuldpapier van kwakkelende eurolanden te stappen. Een dergelijke actie zou echter niet onder het mandaat vallen van de ECB, dat slechts gericht is op het handhaven van prijsstabiliteit. Ook Duitsland zou een ‘opkopersrol’ van de ECB willen voorkomen.
De aanhoudende onrust rond Italië, zonder dat een oplossing voorhanden lijkt, voedt de angst op de financiële markten dat de Europese schuldencrisis meer slachtoffers zal eisen. Ook staatsobligaties van Spanje, België en Frankrijk werden vanmorgen door beleggers van de hand gedaan. Het verschil tussen de rente die Duitsland voor zijn staatsschuld moet betalen en die van Frankrijk en Spanje liep op tot het hoogste niveau in maanden.
De onrust werd woensdagavond verder gevoed door berichten dat Duitse en Franse diplomaten al maandenlang op hoog niveau met elkaar zouden spreken over plannen voor een radicale transformatie van de eurozone.
Topambtenaren zouden, op voorwaarde van anonimiteit, tegenover persbureau Reuters hebben gemeld dat een mogelijk scenario is dat één of meer landen de eurozone verlaten. De resterende kerngroep zou vervolgens op fiscaal en politiek vlak vergaand moeten integreren.
Voorzitter Barroso van de Europese Commissie reageerde woensdagavond vrijwel direct op de berichten dat een Europa van twee snelheden in de maak zou zijn. Volgens de Portugees zou dit het „uiteenvallen van de Unie” betekenen en een gevaar voor de „vrede en welvaart in Europa.”
Hij rekende tevens voor dat bij een splitsing van de eurozone met name Duitsland het economisch voor de kiezen krijgt. Zo zou de Duitse economie in dat scenario krimpen met 3 product waardoor 1 miljoen arbeidsplaatsen zouden verdampen.
Ook de Duitse regering verklaarde vanmorgen zich niet te richten op een kleinere eurozone. „Al het beleid blijft gericht op het stabiliseren van de muntunie als één geheel”, liet een woordvoerder van bondskanselier Merkel weten.