Bij Groningen ruikt het naar pure paardendrek
Geur van pure paardendrek hangt deze zonnige morgen boven het kronkelpad langs het water van het Hoornse Diep, net buiten Groningen. Op de golven dobbert een woonschuit. ”’t Is niet anders” is de naam. Zou het opschrift te maken hebben met de nuchterheid van de noorderling? Wie zal het zeggen.
Tientallen woonboten liggen aan de oever. Het ene drijvende huis is keurig onderhouden, de buurman valt van ellende nog net niet uit elkaar. Langs het Hoornse Meer rijst molen De Helper omhoog. Dit is mooi lopen: een karakteristiek sluisje, rietkragen, smalle paden.
Smaken verschillen, het zal misschien aan de milde zon liggen, maar dit tweede traject van het Pieterpad wint het van de vorige wandeling. Stond er bij de start vanuit Pieterburen vooral kouwe, kale polder op het menu, vandaag ziet het landschap er gevarieerder uit. Nu een bospad, vervolgens een karrenspoor, dan weer een voetpad. Fraaie boerenhoeves rondom. En een voetgangersbrug over het spoor is ook weer eens wat anders.
Het routeboekje wijst op twee Drentse hunebedden vlak achter twee woningen, niet ver van Midlaren. Sorry Drenthe, voor deze paar stenen op elkaar krijgen we de handen niet op elkaar.
Midlaren gaat terug in de tijd. Midden op de dag hobbelen paard en wagen voorbij. De man in de koets toert al urenlang voor z’n ontspanning door het Drentse land. Een lift zit er niet in, snapt-ie. Het Pieterpad moet je lópen.