Nationalisatie Fortis/ABN AMRO was niet nodig
DEN HAAG (ANP) – De nationalisatie door Nederland in oktober 2008 van Fortis Bank Nederland en ABN AMRO was niet nodig. Dat betoogde oud Fortis-bestuurder Lex Kloosterman woensdag voor de parlementaire enquêtecommissie die de Nederlandse bankensteun tijdens de kredietcrisis onderzoekt.
Volgens Kloosterman was het mogelijk geweest de Fortis groep overeind te houden als België, Nederland en Luxemburg zich een paar weken langer hadden gehouden aan de eerste afspraken. Daarin stond onder meer dat Nederland voor 4 miljard euro 49 procent van de aandelen Fortis Groep kocht. De overheden hadden dan wel liquiditeitssteun moeten geven om Fortis door de crisis te slepen.
Kloosterman liet merken dat hij het bedrag waarvoor de Nederlandse staat een week later Fortis Nederland inclusief ABN AMRO overnam aan de hoge kant was. „Nederland betaalde 16,8 miljard euro. Als je voor 4 miljard al 49 procent van de groep hebt, dan lijkt daar een waarderingsverschil tussen te zitten.”
Hij zei dat hij „grote teleurstelling” had gevoeld toen er niet verder werd gezocht naar een oplossing gebaseerd op de koop door Nederland van 49 procent van de aandelen. „Mijn hoop was dat er een werkbare situatie mogelijk was om de groep te stabiliseren en als leidende instelling in de Benelux te vestigen.”
Volgens Kloosterman bestond tijdens gesprekken over de redding van Fortis „wantrouwen” tussen de Nederlandse en de Belgische overheid. Nederland werd in het weekeinde dat besloten werd een belang van 49 procent te nemen pas in een laat stadium bij de gesprekken betrokken, op aangeven van Kloosterman. De Fortis-top had bij Kloosterman aan de bel getrokken omdat de Belgen op zaterdag 4 keer tevergeefs hadden geprobeerd met de Nederlandse autoriteiten contact te leggen.
Op 26 september hadden ING en BNP Paribas belangstelling getoond om delen van Fortis over te nemen zei Kloosterman: „En volgens mij hadden ook Rabobank en Duitse instellingen belangstelling.”