Wilde speculatie over aanval op Iran
In de Israëlische media buitelden vorige week de berichten over elkaar heen over een mogelijk ophanden zijnde aanval op Iran. Dagbladen hielden direct links en rechts opiniepeilingen. Meer dan de helft van de Israëliërs zou militair ingrijpen tegen de Islamitische Republiek steunen. Daar staat tegenover dat 80 procent van mening is dat een dergelijk offensief tot een grote oorlog in het Midden-Oosten zal leiden.
Of Israël Iran zal aanvallen, is nog maar de vraag. Om over het tijdstip van zo’n aanval maar te zwijgen. De Israëlische legertop toonde zich de afgelopen dagen dan ook terecht enigszins verbolgen dat het debat over militair ingrijpen zo publiekelijk werd gevoerd.
Intussen hebben de omstandigheden nog niet eerder zo sterk op de mogelijkheid van een Israëlisch offensief gewezen. Netanyahu is bezig om de belangrijkste ministers achter een besluit tot een aanval op Iran te krijgen. Minister van Buitenlandse Zaken Lieberman was lange tijd tegen, maar is volgens Israëlische media nu om.
Vorige week werd er in het midden van Israël een grootscheepse oefening gehouden waarbij een aanval met raketten werd gesimuleerd. Dit deel van het land ligt normaal gesproken nooit onder vuur van projectielen die vanuit de Gazastrook of Libanon worden afgeschoten. Dat voedde de gedachte dat er getraind werd op een beschieting vanuit Iran.
Twee weken geleden oefende de Israëlische luchtmacht een langeafstandsaanval in Italië. Allemaal van tevoren gepland, verzekerde de legertop. Dat klopt. Maar alles past inmiddels wel zo ongeveer naadloos in elkaar.
Voeg daarbij nog het bericht in The Guardian dat Groot-Brittannië zich voorbereidt op een aanval op Iraanse nucleaire installaties en het plotseling overleg dat minister van Defensie Barak met zijn Britse ambtgenoot in Londen voerde. En het feit dat binnenkort de laatste Amerikaanse militairen uit Irak weg zijn – hét doelwit voor eventuele Iraanse vergeldingsaanvallen. Het plaatje lijkt compleet.
De vraag of een aanval op Iran verstandig is, is daarmee natuurlijk nog niet beantwoord. Er zijn doorgaans niet zo bar veel gevallen waarin een ondubbelzinnig pleidooi voor het inzetten van geweld kan worden gevoerd, zeker als je weet hoeveel (burger)-slachtoffers daar vermoedelijk bij zullen vallen en welke dramatische gevolgen zo’n actie voor de regio zal hebben.
In het geval van Iran klemt dat des te meer. Dat Israël bij een oorlog tegen Iran zal worden betrokken, lijkt onafwendbaar. Ook als het land zo’n aanval niet zelf initieert, zal Teheran vermoedelijk zijn vizier op de Joodse staat richten. Dat Jeruzalem dan werkloos zal blijven toezien, zoals begin jaren 90 toen Iraakse scudraketten op Israël neervielen, valt niet te verwachten.
Afhankelijk van het soort wapens dat Iran in die situatie inzet, zou een Israëlische respons wel eens dramatisch en vernietigend kunnen zijn. Israëlische politici hebben in het verleden bij herhaling verklaard dat als het eerste niet-conventionele Iraanse projectiel de Israëlische bodem raakt, Teheran zal ophouden te bestaan. Welke wapens Israël daarbij zal inzetten, hoeft geen betoog.
Tegelijkertijd blijft de dreiging van een nucleair Iran natuurlijk volop bestaan. Het holle gekakel van de afgelopen jaren over diplomatie en meer sancties tegen Teheran heeft natuurlijk nog op geen enkele manier zoden aan de dijk gezet. Dat kon de internationale gemeenschap ook gewoon weten. Zuid-Afrika en Noord-Korea slaagden er beide in, terwijl strenge strafmaatregelen tegen hen van kracht waren, een atoombom te ontwikkelen.
Het effectiefste wapen tot nu toe was de zogenaamde Stuxnetworm, een soort virus dat een deel van de computers van de Iraanse atoominstallaties lamlegde. De VS en Israël hebben toegegeven dat zij achter de verspreiding van het virus zaten. Sutxnet is ook het ideale instrument: geen slachtoffers aan beide kanten en geen inzet van geweld.
Reageren? buza@refdag.nl.