Abdullah F. was in de jaren ’80 plaatsvervangend hoofd van de militaire inlichtingendienst in Afghanistan. Justitie ging in cassatie. Het Openbaar Ministerie meende dat de man op de hoogte was van de martelingen, die ondergeschikten pleegden tijdens ondervragingen. Het hof vond dat niet bewezen. Terecht, zo oordeelde de Hoge Raad.

Van drie slachtoffers uit het dossier stond vast dat ze zijn gemarteld. Maar het is niet bewezen dat F. daarvoor medeverantwoordelijk is. Het hof zei wel dat er aanwijzingen zijn dat de man op de hoogte was van martelingen binnen de Afghaanse inlichtingendiensten. Maar het lag niet binnen het vermogen van de generaal om bepaalde afdelingen te controleren. Daarmee heeft het hof de vrijspraak voldoende gemotiveerd, stelde de Hoge Raad dinsdag.