Binnenland

Ontmaskering talentvol hoogleraar Stapel zal lange nasleep hebben

„Vleeseters zijn egoïstischer.” Een persbericht met die strekking stuurt hoogleraar Diederik Stapel eind augustus de wereld in. Ruim een week later is het met de gerenommeerde sociaal psycholoog gedaan. Zijn onderzoeken blijken gebaseerd op leugen en bedrog. Stapels reputatie ligt aan gruzelementen. Die van de wetenschap ook?

Evert van Dijkhuizen
5 November 2011 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 17:31
Foto ANP
Foto ANP

Hij is gevierd. Jonge academici willen graag bij hem promoveren. Diederik Stapel, bekend als steronderzoeker, maakt zijn omgeving wijs dat hij experimenten laat uitvoeren op scholen. Iedereen gelooft dat. Totdat drie promovendi argwaan krijgen. Ze twijfelen ernstig aan de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk werk van Stapel en trekken aan de bel.

Op 7 september stelt de werkgever van de 45-jarige hoogleraar, de Universiteit van Tilburg, hem op non-actief. Er komt een onderzoek naar de onderzoeken van Stapel. De commissie-Levelt treedt aan.

Begin deze week publiceert de commissie haar bevindingen. Ze liegen er niet om. Stapel, in korte tijd uitgegroeid tot de meest besproken hoogleraar van Nederland, heeft minstens acht jaar gesjoemeld met wetenschappelijke onderzoeken aan de universiteiten van Groningen, Tilburg en mogelijk Amsterdam. De fraude raakt ook de universiteit in Nijmegen. Stapel heeft daar zelf nooit gewerkt, maar bij het vals gebleken vleesonderzoek is wel een Nijmeegse collega betrokken.

Ten minste dertig wetenschappelijke artikelen van Stapels hand kunnen zo de prullenbak in, omdat ze zijn gebaseerd op verzonnen gegevens. Zeer waarschijnlijk zullen meer artikelen dezelfde weg gaan. Het doek valt definitief voor de toponderzoeker. Collega’s reageren verbijsterd, vol ongeloof.

Scoren

Het rapport van de commissie-Levelt schetst Stapel als een man die zijn macht misbruikt; als een dominante figuur die anderen manipuleert. En Stapel zelf? Hij laat weten „grote spijt” te hebben van zijn opzienbarende gedrag. De reden? Hij is, naar eigen zeggen, het slachtoffer geworden van de grote druk in de wetenschappelijke wereld om te scoren. Stapel benadrukt dat hij in z’n eentje verantwoordelijk is voor het gefraudeer. Zijn collega’s treft geen blaam, ook al werkten ze nauw met hem samen aan dezelfde onderzoeken.

Er klinkt ook kritiek op de wetenschappelijke wereld. Hoe heeft de gewraakte sociaal psycholoog zo lang kunnen frauderen zonder dat iemand hem op de vingers tikte? De SP in de Tweede Kamer wil van staatssecretaris Zijlstra (Hoger Onderwijs) weten of de cultuur op universiteiten opener moet worden, zodat gefraudeer eerder openbaar komt.

De kwestie-Stapel, aangeduid als misschien wel de grootste wetenschappelijke fraudezaak wereldwijd, zal een lange nasleep hebben. Er komt een vervolgonderzoek naar alle 130 tijdschriftpublicaties en 24 hoofdstukken in verschillende boeken van de voormalige hoogleraar. Als Stapel bereid is zelf aan dat onderzoek mee te werken, zal het een aantal maanden duren. Weigert hij, dan moeten alle onderzoeksgegevens statistisch nagerekend worden. Dat kan jaren duren. Ook moet aan tijdschriftredacties worden gevraagd om publicaties met gefingeerde onderzoeksgegevens in te trekken. Als dat niet gebeurt, blijven die onderzoeken meelopen in nieuwe wetenschappelijke publicaties.

Omgekeerde richting

Stapel was de decaan van prof. dr. Johan Polder, bijzonder hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Tilburg. Ruim vier maanden geleden besloot Stapel nog dat Polder vijf jaar mag doorgaan met zijn door het RIVM ingestelde leerstoel in Tilburg.

„Ik heb m’n ogen uitgewreven bij het lezen van het rapport van de commissie-Levelt”, reageert Polder. Hij kan zich Stapels manier van werken niet voorstellen in de wetenschap. „Diederik bedacht een theorie en verzon daar experimenten bij. Daar is hij de fout mee ingegaan. Binnen mijn onderzoeksgroep werken we altijd in de omgekeerde richting. We beginnen bij de beschikbare gegevens en stellen daarbij de vraag wat die gegevens laten zien, wat ze leren. Op die manier probeer je wetenschappelijk een stap verder te komen.”

Onderzoeksgegevens moeten voortdurend gecontroleerd worden, stelt Polder. „In mijn vakgebied werken we veel met patiëntgegevens. Onder andere over hun gezondheid, hun zorggebruik en de kosten daarvan. Die gegevens worden door allerlei partijen verzameld en door het CBS aan elkaar gekoppeld, geanonimiseerd en beschikbaar gesteld voor onderzoek. Alle eigenaars van de gegevens –ziekenhuizen, zorgverzekeraars en anderen– kijken mee of het CBS dat proces zorgvuldig doet. Voor ieder onderzoek wordt een toestemmingsprocedure doorlopen. Alle analyses vinden plaats op beveiligde CBS-computers en alle onderzoeksresultaten worden getoetst voor ze het gebouw verlaten. Bovendien worden ze jarenlang gearchiveerd, zodat we er later altijd bij kunnen als dat nodig is. Die werkwijze is aan alle kanten veilig.”

Teamwork

Polder werkt, in tegenstelling tot zijn voormalige decaan, nooit één op één met een promovendus. „Bij ons is er altijd sprake van teamwork. Ook hebben mijn promovendi toegang tot de ruwe onderzoeksgegevens. Dat is nodig om alle stappen van het wetenschappelijk onderzoek onder de knie te krijgen. Stapel sloeg bepaalde stappen bij zijn promovendi over. Hij leverde zelf een tabel met onderzoeksresultaten zonder dat anderen konden controleren of die gegevens juist waren. In mijn onderzoeksgroep streven we naar maximale transparantie. Ik ben altijd blij als mijn promovendi mij beginnen tegen te spreken. Dat bewijst dat ze zelf onderzoek hebben gedaan en het vak onder de knie krijgen. Wetenschap bestaat bij de gratie van tegenspraak.”

De roep om meer controle van elkaars werk in de wetenschappelijke wereld vindt Polder begrijpelijk. „De kwestie-Stapel bewijst dat het nodig is.” Een suggestie? „In het traject dat promovendi doorlopen, meestal zo’n vier jaar, wordt een aantal keren een functioneringsgesprek gevoerd. Ik zit daar als hoogleraar altijd bij, maar ik zou er geen bezwaar tegen hebben als er ook gesprekken zonder mij plaatshebben. Dat biedt de ruimte om vrijuit te spreken over het aandeel van de hoogleraar.”

Polder heeft zelf over controle op de publicaties van zijn onderzoeksgroep niet te klagen. „Redacties van wetenschappelijke tijdschriften nodigen altijd internationale experts uit die anoniem hun oordeel geven. Daar krijgen we soms heel heftige reacties van terug. Dat is wel eens slikken, maar de artikelen worden er altijd beter van.”

Status

De kwestie-Stapel maakt „pijnlijk duidelijk” hoeveel mogelijkheden mensen in machtsposities hebben om buiten schot te blijven, laat prof. dr. Corine de Ruiter, klinisch en forensisch psycholoog aan de Universiteit Maastricht, via persbureau ANP weten. „Een extreem geval als Stapel is bij mijn weten in de psychologie niet bekend.”

De Ruiter, die Stapel niet persoonlijk kent, kan slechts speculeren over de beweegredenen van de gewraakte hoogleraar. „Het kan de status zijn die hij ermee opbouwde of de kick dat het iedere keer weer lukte om iedereen voor de gek te houden. Ik kan daar niets zinnigs over zeggen.”

De schaal waarop Stapel jarenlang kon frauderen, fascineert De Ruiter. „De wetenschappelijke omgeving waarin dit kon gebeuren, moet de hand in eigen boezem steken. Hoe is het mogelijk dat men blijkbaar zo weinig kritisch naar elkaar is geweest? Was er geen kritisch onderling debat?”

De psychologe vindt het goed dat er een strafrechtelijk onderzoek komt naar Stapel. „Dit is een typisch voorbeeld van witteboordencriminaliteit. In Nederland zijn we niet zo goed in het vervolgen daarvan. Denk aan de zaak Ahold. Daar bleven de sjoemelende directeuren ook behoorlijk buiten schot.” Ze hoopt dat het openbaar ministerie de zaak goed oppakt. „Je moet de schijn van klassenjustitie tegengaan.”

Stapel is moreel verplicht, vindt De Ruiter, zijn spijtbetuiging van deze week om te zetten in daden. „Als hij de wetenschap nog enigszins een warm hart toedraagt, werkt hij mee aan het vervolgonderzoek naar zijn publicaties.”


Toptalent ontmaskerd

Diederik Alexander Stapel, geboren op 19 oktober 1966 in Oegstgeest, studeert in 1991 cum laude af aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) in de psychologie en de communicatiewetenschap. Na zijn studie is hij onder meer verbonden aan de universiteiten van Chicago en Michigan. In 1997 promoveert hij aan de UvA, cum laude, in de sociale psychologie. In 2000 wordt Stapel hoogleraar cognitieve sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2006 vertrekt hij naar de Universiteit van Tilburg en schopt het daar tot decaan van de faculteit sociale wetenschappen. Stapel publiceert ruim 200 artikelen in (internationale) wetenschappelijke tijdschriften en redigeert diverse boeken. Hij wint wetenschappelijke prijzen en krijgt onderscheidingen. Tot zijn ontmaskering, eind september, wordt hij gezien als een van de meest vooraanstaande Nederlandse psychologen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer