De in de hoofdstad Bogotá geboren Cano (63) was sinds maart 2008 leider van de Gewapende Revolutionaire Krachten van Colombia, kortweg FARC. De afgestudeerde antropoloog was al vaker het doelwit van operaties van het leger en andere veiligheidsdiensten, maar wist tot nog toe steeds te ontsnappen.

Cano, die bij de burgerlijke stand in Colombia bekend staat als Guillermo León Sáenz Vargas, kwam vrijdag om het leven na een aanval van het leger op een FARC-kamp in de jungle in het departement Cauca. Volgens de Colombiaanse krant El Tiempo zijn ook de vriendin van Cano en een andere FARC-rebel met de naam El Zorro (De Vos) gedood. Ook El Zorro had een hoge functie binnen de FARC. Vier andere rebellen zijn gevangengenomen. Verder namen de militairen onder meer zeven computers, tientallen USB-sticks en buitenlandse valuta in beslag.

Volgens waarnemers was Cano meer een politieke leider dan een militair strateeg. De autoriteiten in Colombia hadden een beloning van omgerekend 2,7 miljoen euro uitgeloofd voor tips die zouden leiden tot de aanhouding van Cano.

De dood van Cano betekent een nieuw succes voor president Santos. In de afgelopen jaren werden veel FARC-strijders gedood, onder wie in september vorig jaar de militaire commandant Mono Jojoy. Na de dood van Cano riep Santos de strijders van de FARC op te demobiliseren. „Anders eindigen jullie in de gevangenis of in een graf”, waarschuwde de president.

De van oorsprong marxistische beweging FARC werd in de jaren ’60 opgericht. De groep vocht aanvankelijk voor een socialistische staat. In de afgelopen jaren kwam het accent steeds meer te liggen op criminele activiteiten, zoals drugshandel en ontvoeringen. De FARC raakte steeds verder gemarginaliseerd.