Cultuur & boeken

”Hope and Disillusionment”: soort routekaart voor kerkgeschiedenis

Benno Zuiddam, hoogleraar Nieuwe Testament en kerkgeschiedenis in Zuid-Afrika, publiceerde een kritische inleiding op de kerkgeschiedenis: ”Hope and Disillusionment”.

drs. C. Blenk

4 November 2011 16:09Gewijzigd op 14 November 2020 17:30

Blijkens het voorwoord schreef Zuiddam, die in Australië woont, het boek om twee redenen: Australiërs wilden de kerk en het Westen begrijpen en: velen zijn ziek van misbruik en andere misstanden in de kerk. Het boek werd enthousiast ontvangen, ook door niet-christenen. Waarom?

Ter inleiding geeft Zuiddam aan dat hij in Nederland is opgegroeid. Op de basisschool werd nog wel vaderlandse geschiedenis gegeven, maar op de middelbare school werd dit vak verwaarloosd: zijn geschiedenisleraar kon goed vertellen, maar het moest gaan over de maatschappij en over onderwerpen uit de eigen tijd, zoals marxisme en Koude Oorlog.

Later, in Zuid-Afrika en Australië, begreep hij pas de achtergrond van deze omslag: die werd veroorzaakt door de ”spirit of modernity”. Eeuwenlang werden Engeland, Holland, Duitsland en Frankijk gevormd door het christendom, maar na de Eerste Wereldoorlog maakten zij zich los van hun wortels.

In de loop van de twintigste eeuw kwamen er „economische en andere vluchtelingen uit de tweede en derde wereld.” Een wereldbeschouwing van ”één man één stem” tegen discriminatie van ras en religie bracht het Westen tot een identiteitscrisis. Vroeger droomde geen enkel christelijk land ervan om hindoes en moslims toe te laten als nieuwe burgers. Maar de kerk als eenmakende factor was verdwenen.

Prof. Zuiddam zegt: Om het heden te begrijpen moeten we het verleden kennen en daarbij speelde het christendom een cruciale rol in Europa. Hoe is dat veranderd? Dit boek schildert het christendom in West-Europa „zoals ik het zie.” Om op reis door eindeloze feiten niet te verdwalen biedt Zuiddam de lezer een landkaart aan. Ik houd van zo’n helikopterview.

Actueel

Zuiddam geeft de gebruikelijke historische indeling in zes perioden, maar kiest ongebruikelijke subtitels. Enkele voorbeelden: in periode 1 slaat ”Vroeg puritanisme” op montanisme en donatisme (stromingen die eveneens zuiverheid nastreefden) en arianen heten „een soort Jehova’s Getuigen.” ”De hel brak los” (periode 4) gaat over de late middeleeuwen en ”Wil de echte paus opstaan?” slaat op het „westerse schisma.” In de laatste periode handelt ”Christendom als private-enterprise” over de Pinksterbeweging: ”Let us make revival”.

Zo’n actualisering boeit, maar kan wel kortsluiting geven. Engelse puriteinen herkennen zich niet in antieke sekten. De laatmiddeleeuwse kerk heet „corrupt”, die van de twintigste eeuw „gedesillusioneerd.” Zulke waardeoordelen geven handboeken niet, of het moest Berkhofs ”Geschiedenis der Kerk” (1940) zijn.

Eyeopeners

De schrijver toont begrip voor het ontstaan van relikwieën: resten van martelaars brachten latere generaties bij een tijd waarin God dichterbij leek.

Maar grafopening is Bijbels gezien onrein. Toen een keizer aan de paus vroeg om de schedel van Paulus, weigerde Rome: de westerse kerk was tegen grafopening. Maar keizer Marcianus vroeg in de vijfde eeuw wel aan de bisschop van Jeruzalem om het skelet van Maria. Zij stierf in bijzijn der apostelen, was het antwoord, maar toen Thomas vroeg haar graf te openen bleek het leeg, vertelt Johannes Damaskenus in de 8e eeuw. Vandaar: Maria Hemelvaart.

Blinde vlekken

Op een landkaart staat niet elk dorp. Maar bij de Vroege Kerk miste ik wel ”hoofdwegen” als apologeten en canonvorming en vooral de Afrikaanse kerkvaders Cyprianus en Augustinus. Laatstgenoemde komt pas na zijn dood ter sprake: om zijn opvattingen inzake seksualiteit en de twee rijken. Vroegen Zuiddams Australiërs niet naar de grootste kerkvader?

Thomas van Aquino komt alleen ter sprake om het vagevuur, terwijl hij toch de grote kerkleraar was die Aristoteles en de kerkleer verbond. Bij de behandeling van de eeuw der wereldoorlogen komt Karl Barth niet voor, noch de Duitse kerkstrijd met Bonhoeffer.

De ”voorlopers der hervorming” komen zijdelings ter sprake en ook de Moderne Devotie ontbreekt. Een echte misser is dat ook de nieuwe Sint-Pieter gothisch heet, terwijl zij juist tot de renaissance hoort.

Seksualiteit

Als een rode draad loopt het thema ”seksualiteit in de kerk” door het boek. Al in de Oude Kerk wilde Epiphanius van Salamis, een Mariavereerder, het celibaat verplichten: on-Schriftuurlijk. Bij het Concilie van Constanz, dat Hus als ketter veroordeelde, wemelde het van prostituees. En dan periode 6. Twintig jaar na de vrouw kwam de homofiel in het ambt.

En Rome? De paus kwam in 1940 wel met een herwaardering van seksualiteit in het huwelijk, maar handhaafde het verplichte celibaat voor priesters. Intussen liet Rome de onfeilbaarheid van de Bijbel wel vallen: paus Johannes XXIII omarmde de liberaal-protestantse visie op de vijf boeken van Mozes.

Alpha-cursus kerkgeschiedenis

Voor de verwerking biedt het boek multiplechoicevragen. Soms grappige, bijvoorbeeld: Wie was Calvijn? a. een Franse slager, b. een Hollandse predikant, c. een systematisch theoloog. Daarnaast hoort er bij elke periode een Bijbelstudie. De inhoudsopgave belooft een index, maar die ontbreekt.

Het boek lijkt me een Alpha-cursus kerkgeschiedenis, die aanslaat bij de doelgroep. Waarom vinden velen het een eyeopener? Zijn gangbare kerkgeschiedenissen (die niet worden genoemd!) te dik, te droog of onoverzichtelijk? Deze landkaart maakt ze in ieder geval niet overbodig.


Boekgegevens

”Hope and Disillusionment. A Basic Introduction to the History of Christianity”, door Benno A. Zuiddam; uitg. Importantia Publishing, Dordrecht, 2010; ISBN 978 90 571 9212 8; 234 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer