Reformatie nodig in gezinnen gereformeerde gezindte
Er is een reformatie in de gezinnen nodig. Veel opvoeders in de gereformeerde gezindte staan niet meer op het fundament van Gods Woord, stelt drs. A. M. P. C. van Hartingsveldt-Moree.
Wat is de grote opvoedingsopdracht voor vaders en moeders? Volgens Psalm 78 dat zij Gods Woord doorgeven. Of zoals het doopformulier het zegt: hun kinderen christelijk en godzalig opvoeden.
In de huidige samenleving lopen kinderen van jongs af aan gevaar zich een levensinstelling eigen te maken die hen ”wereldwijs” maakt en die het ”Woordwijs” tegenwerkt. Wat ze zien en wat ze horen staat meestal haaks op Gods Woord. Leuk en lekker, hier en nu gaan voorop. Daarom is een bewuste godsdienstige opvoeding meer dan ooit noodzakelijk.
„Komt, gij kinderen! hoort naar mij; ik zal u des Heeren vreze leren”, zegt David in Psalm 34. Zegt hij daarmee dat hij kinderen de vreze des Heeren kan geven? Nee, ook David heeft geleerd dat hij met lege handen staat als God het geloof niet geeft. Toch zegt hij het in Psalm 34 op deze wijze.
In het vervolg van de psalm maakt David duidelijk wat hij bedoelt. Hij wil de kinderen leren hoe de Heere wil dat zij leven: „Och, dat ik klaar en onderscheiden zag, hoe ’k mij naar Uw bevelen moet gedragen.” Hij roept de kinderen ertoe op naar Gods geboden te leven. Hij wil hen jaloers maken op een leven met God, omdat daar alleen het echte leven ligt: „’k Doe Uw geboôn oprecht en welgezind; Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.”
Een christelijke boer weet heel goed dat God zijn gewas moet laten groeien en dat er niets groeit als de Heere Zijn Zegen intrekt. Toch bewerkt hij het land. Hij ploegt en egt. Hij zaait, geeft water en bestrijdt het onkruid. Zo staan ook christelijke opvoeders voor de taak om het hart en leven van hun kinderen te bewerken.
De Bijbel spreekt daar ook over: „Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis van zijn weg; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken” (Spreuken 22:6).
Het uiteindelijke doel van kinderen opvoeden in de vreze des Heeren gaat boven de macht van ouders, maar de Heere zegt nergens in Zijn Woord dat ze het dan maar moeten nalaten.
Hiaat
In onze cultuur is opvoeding gereduceerd tot verzorging. Ouders zien het vaak slechts als hun taak om te zorgen voor onderdak, eten, kleding, school en hobby. Doordat ze hun opvoedingstaak hebben gereduceerd, is er tijd over die met een baan buitenshuis of allerlei andere activiteiten wordt opgevuld. Zo is eerst de opvoedingsopdracht en zijn daarna de opvoeders uit de gezinnen verdwenen.
Ondertussen zijn er via de moderne media opvoeders bijgekomen die het hiaat opvullen, maar op een wijze die haaks staat op Gods Woord. Geen wonder dat veel kinderen niet Woordwijs en wel wereldwijs zijn.
De Heere heeft ouders geroepen tot een hogere functie dan die van zorgverlener. Zij geven hun kinderen leiding namens God. Zij zijn een middel in Gods hand om hun kinderen Zijn wegen te leren; om hun de ernst van de zonde, de noodzaak van Gods genade en de mogelijkheid van vergeving te laten zien.
In de tijd van de (Nadere) Reformatie is op voortreffelijke wijze uitgewerkt wat God van ouders vraagt. Bijvoorbeeld door Jacobus Koelman: „Dit is mijn ernstig verzoek en mijn bede, dat u toch uw kinderen voor de Heere zal opvoeden, en geen arbeid noch moeite daarvoor zult ontzien. Breng uw kinderen tot God en leer hun, hoe ze Hem dienen moeten in hun gehele leven. Zij zijn van de Heere, meer dan van u.”
Koelman spreekt over „het inplanten van de kennis der waarheid en de praktijk der godzaligheid.” Dit laatste noemt hij „zielen vormen tot een heilige, christelijke levenswandel.” Leer en leven dus; niet alleen de Tien Geboden uit het hoofd leren, maar ook leren om te leven overeenkomstig de wet van God.
Tegenstander
Er is een reformatie in gezinnen nodig. Veel opvoeders in de gereformeerde gezindte staan niet meer op het fundament van Gods Woord. Wij hebben God op het hoogst misdaan. Wij zijn van het heilspoor afgegaan, ja, wij en onze vaderen tevens.
De discussie naar aanleiding van zestig jaar televisie laat zien dat velen in de gereformeerde gezindte vallen voor het beeld. W. de Kloe schreef treffend: „Ik zie dat het de geest boeit en het gedrag beïnvloedt, dat interesses verschuiven en de wereld steeds meer zijn intrede doet in hart en hoofd van hen die vreemdeling op aarde behoren te zijn” (RD 29-10).
De kloof met het w(W)oord wordt steeds groter. Geeft dat niet aan dat hier Gods grote Tegenstander aan het werk is? Hij doet er alles aan om het Woord uit de gezinnen te halen en de kloof tot het Woord te vergroten. Daarom een aanmaning van Koelman: „Richt weder op de slappe handen en de trage knieën en haast u in uw werk om uws levens wil en dat van uw nageslacht.”
De auteur is redacteur bij GezinsGids. Een uitvoerige versie van dit artikel verschijnt deze maand in het christelijk magazine.