Turkse vernielzucht in Cyprus maakt land EU onwaardig
Turkije moet direct stoppen met de bezetting van Noord-Cyprus, vindt Lucas Hartong. Wat het land daar heeft aangericht, laat zien dat Turkije het EU-lidmaatschap niet waard is.
De inwoners van de republiek Cyprus worden elke dag geconfronteerd met de realiteit van een bezetting die al sinds 1974 duurt. De bevolking van deze democratische lidstaat van de Europese Unie, gevormd door de Grieks- Cyprioten in het zuiden en de Turks-Cyprioten in het noorden van het eiland, heeft door de eeuwen heen wel vaker te maken gehad met een bezettingsmacht. Maar nooit met een enorme, afgedwongen volksverhuizing en culturele genocide zoals die door de Turkse bezetter wordt gepleegd.
De Turkse bezetter gaat tot nu toe rigoureus te werk: eeuwenoude kerken en kloosters worden letterlijk met de grond gelijkgemaakt of omgebouwd tot veestal, moskee of ”cultureel centrum”. Tijdens een werkbezoek hebben wij met eigen ogen trieste voorbeelden van deze vernielzucht mogen aanschouwen. Eeuwenoude iconen en muurschilderingen die worden gestolen en illegaal verhandeld, of ter plekke beschadigd en kapotgemaakt. Tactiek van de ”verschroeide culturele aarde”? Begraafplaatsen worden vernield en zelfs doden opgegraven en beenderen verstrooid. Kinderen moeten op school de Koran leren en elke morgen heel hard roepen dat zij er „trots op zijn zich Turk te mogen noemen.” Cyprioten die aan de andere kant van de eufemistisch genoemde ”groene lijn” familie of vrienden willen bezoeken, moeten een visum halen bij de Turkse bezetter om nota bene eigen grondgebied te mogen betreden.
Herstelbetalingen
Allerlei internationale veroordelingen ten spijt heeft Turkije lak aan alles. Turkije onderdrukt de levende woede en frustratie over dit alles met een uitgebreide militaire aanwezigheid. Voor alle duidelijkheid: die woede leeft niet alleen bij de Grieks-Cyprioten, maar ook steeds meer bij de Turks-Cyprioten, die net als de zuidelijke buren van zichzelf een zacht karakter hebben en zich meer Cyprioot dan Turk beschouwen.
Turkije blijft Noord-Cyprus bezetten, ondanks dat men in Ankara zegt te willen toetreden tot de EU. Deze vreselijke situatie kan en mag niet langer worden getolereerd. Turkije dient zich onvoorwaardelijk terug te trekken van het grondgebied van lidstaat Cyprus. Daarbij dient Turkije volledige herstelbetalingen te doen aan Cyprus voor al de kunst die gestolen en/of beschadigd is en zich in te spannen bij de internationale opsporing en repatriëring naar Cyprus van gestolen kunst.
Wie weloverwogen en beleidsmatig 45 jaar lang het karakter van een naburig volk schendt, ondanks nadrukkelijke internationale bemoeienis, is het lidmaatschap van de EU niet waard. Turkije heeft voor een klein land en kleine cultuur als Cyprus geen enkel volkenrechtelijk respect en heeft lak aan alle democratische rechtsregels. Wij dienen dus lak te hebben aan Turkije. Niet wegens een gebrek onzerzijds aan democratie, rechtsregels, openheid en tolerantie zoals wij in de bevriende en belaagde lidstaat Cyprus volop vinden, maar juist om die kernwaarden te bewaren.
De auteur is lid van het Europees Parlement voor de PVV.