„Gebruik van Betuweroute desnoods afdwingen”
Als vervoersbedrijven weigeren de Betuweroute gaan gebruiken, zal de overheid ze daar desnoods toe dwingen. Minister Peijs van Verkeer verwacht niet dat dit nodig is, maar zij houdt de mogelijkheid van „routedwang” expliciet open. Dat bleek woensdag uit antwoorden op vragen die de Tweede Kamer stelde over de voortgang van het miljardenproject.
Het bedrijfsleven heeft gedreigd de 160 kilometer lange goederenspoorlijn van Rotterdam naar Duitsland te mijden als het door een hogere gebruikersheffing moet opdraaien voor de onderhoudskosten. Het beheer kost jaarlijks 15 à 25 miljoen euro en maakt de Betuwelijn verliesgevend. De Kamer vindt dat de belastingbetaler dat niet hoeft te betalen en wil de kosten verhalen op de vervoerders. Voor hen wordt het megaproject immers uitgevoerd.
Peijs denkt dat de goederenlijn, die in 2007 klaar moet zijn, de bedrijven genoeg voordelen biedt en dat hij daarom ondanks eventueel hogere heffingen gewoon volop gaat worden gebruikt. „De Betuweroute biedt spoorvervoerders zowel een aanmerkelijk hogere kwaliteit als relatief weinig beperkende randvoorwaarden, vergeleken met het gebruik van andere spoorroutes, waarover immers ook reizigerstreinen rijden.”
In principe mogen vervoersbedrijven zelf weten welke route zij gebruiken. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is echter al aan het uitzoeken of het daarbij een grotere vinger in de pap kan krijgen, bijvoorbeeld om gevaarlijk transport uit bewoonde gebieden te weren.
Vervoersorganisatie Koninklijk Nederlands Vervoer vindt dwang te ver gaan. „De Betuwelijn moet wel financieel aantrekkelijk blijven voor vervoerders, anders kiezen ze andere vormen van transport”, aldus een woordvoerder.
Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt het geen verstandig idee om vervoerders te dwingen extra heffingen te betalen, laat een zegsman weten. „De spullen moeten vervoerd worden tegen een concurrerend tarief. Dit voornemen draagt niet bij tot meer rollend materiaal op de Betuwelijn. Bovendien is de politiek zelf verantwoordelijk voor de hoge kosten van de goederenlijn, omdat zij al die dure aanpassingen wilde.”
Verladersvereniging EVO verwacht dat de heffingen niet nodig zullen zijn omdat de Betuwelijn voor voldoende inkomsten zal zorgen. „De lijn heeft genoeg kwaliteiten om een succes te worden. Ik denk niet dat het tot heffingen zal komen”, aldus een woordvoerder.
De EVO zegt zich in haar reactie verder af te vragen waarom er altijd bij voorkeur negatief wordt gekeken naar de Betuweroute. „In plaats van dwangmaatregelen en prijsverhogingen zou het veel nuttiger zijn om deze spoorverbinding zo aantrekkelijk mogelijk te maken. In dat geval zouden meer bedrijven kiezen voor het spoor en zou een discussie over de rentabiliteit overbodig worden. Het feit dat de Betuweroute alleen voor goederentreinen toegankelijk is, biedt op zich al veel voordelen. Goederentreinen kunnen straks ongestoord doorrijden en hoeven niet meer te stoppen om reizigerstreinen voorbij te laten.”
De Betuwelijn is in tien jaar tijd ruim drie keer zo duur geworden en kost nu zeker 4,5 miljard euro. Om de kosten binnen de perken te houden, zoekt het ministerie op dit moment uit of het 100 kilometer lange tracé langs de A15 voorlopig zonder bovenleiding kan. Dan zou met dieseltreinen over de route moeten worden gereden. Het was aanvankelijk juist de bedoeling met de nieuwe lijn het gebruik van diesels terug te dringen, omdat die locomotieven slecht voor het milieu zijn.
Ook is het nog niet zeker welk systeem er voor de tunnelbeveiliging komt. Peijs sluit niet uit dat het project nieuwe vertraging oploopt door de knopen die nog moeten worden doorgehakt.