Philips en TPV beginnen een joint venture, die voor 70 procent in handen komt van het Taiwanese bedrijf. De overige 30 procent komt in bezit van Philips. Het elektronicaconcern kondigde de deal in april al aan. De onderhandelingen duurden echter langer dan verwacht.

Philips zat al lange tijd met de verlieslijdende televisie-activiteiten in zijn maag. De tv-tak had vorig jaar weer winstgevend moeten zijn, maar tegenvallende verkopen tijdens het WK voetbal gooiden roet in het eten.

De overeenkomst, die nog moet worden goedgekeurd door toezichthouders en belanghebbenden, heeft voor Philips in het huidige kwartaal een negatief effect van 270 miljoen euro (voor belastingen). Eerder boekte het bedrijf al een last van 110 miljoen euro op de afstoting van de televisiedivisie. Philips verwacht de deal aan het einde van het eerste kwartaal van volgend jaar volledig af te kunnen ronden.

Alle televisie-activiteiten van Philips, inclusief de 3500 medewerkers, worden overgeheveld naar de joint venture. Die wordt verantwoordelijk voor het ontwerpen, maken en verkopen van Philips-televisies over de hele wereld. Het nieuwe bedrijf krijgt in eerste instantie 5 jaar het recht de merknaam Philips te gebruiken. Die periode wordt met 5 jaar verlengd als aan de doelstellingen wordt voldaan.

In ruil voor de merknaam ontvangt Philips vanaf 2013 royalties ter waarde van 2,2 procent van de omzet met een minimum van 50 miljoen euro per jaar. TPV betaalt bovendien een nog te bepalen bedrag voor zijn belang. Dit bedrag zal afhankelijk zijn van de toekomstige inkomsten. Na 6 jaar kan Philips zijn resterende belang verkopen.

Beide bedrijven investeren in totaal 100 miljoen euro in het samenwerkingsverband en voorzien het van 170 miljoen euro aan leningen. Philips verstrekt daarnaast zowel aan de joint venture als aan TPV een lening van 100 miljoen euro. Verder draagt het concern 185 miljoen euro bij aan de marketingkosten van het nieuwe bedrijf.