Politieke ster Verdonk rees en daalde snel
Veel volgelingen, veel vijanden, rap vergeten: Rita Verdonk. „Het verhaal-Verdonk laat zien dat politiek sterrendom er niet zo veel toe doet, maar dat het nog steeds om de inhoud gaat.”
Bij de PVV werd in 2006 de champagne ontkurkt: niet Verdonk, maar Rutte werd lijsttrekker bij de VVD. Een zucht van verlichting werd geslaakt, want van Rutte zou de PVV veel minder te duchten hebben dan van Verdonk.
Dit voorbeeld toont duidelijk de grote electorale kracht die Verdonk destijds werd toegedicht. Ze gaf daar later blijk van: bij de Kamerverkiezingen van 2006 kreeg ze meer voorkeurstemmen dan lijstaanvoerder Rutte. En twee jaar later, kort na de oprichting van haar partij Trots op Nederland in 2008, haalde ze in de peilingen 26 zetels.
Als ze in 2006 VVD-leider was geworden, „had ze het waarschijnlijk niet slechter gedaan dan Rutte”, denkt onderzoeker politieke communicatie Chris Aalberts van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Als, om een andere optie te noemen, Wilders in de VVD was gebleven, had Verdonk naast de VVD grote opgang kunnen maken. „Dan waren”, stelt Aalberts, „de meeste stemmen die nu op de PVV zijn uitgebracht, voor haar geweest.”
Maar zo is het niet gegaan. Nadat ze uit de VVD was gezet, begon Verdonk voor zichzelf en richtte een eigen partij op, tussen PVV en VVD in. Daarmee was ze kortstondig heel populair, maar de hype verdampte snel.
Waar ging het mis? „Verdonk had goud in handen”, is de overtuiging van universitair docent Nederlandse politiek Koen Vossen van Leiden University. „Ze was met Bolkestein, Fortuyn en Wilders een van de mensen die de tijdgeest weerspiegelden en vormgaven.”
Het gebrek aan een fatsoenlijke partijorganisatie en het ontbreken van een onderscheidend politiek program hebben haar echter opgebroken, menen Vossen en Aalberts.
„Verdonk is er niet in geslaagd unieke politieke punten te definiëren die andere partijen niet in die vorm of mate hadden”, stelt Aalberts. „Ze heeft zich sterk gericht op een breed programma, terwijl dat per definitie niet onderscheidend is.” Wilders daarentegen heeft –met succes– van de islam zijn hoofdpunt gemaakt.
De neergang van Trots op Nederland heeft er ook mee te maken dat Verdonk „té populistisch” was, meent Vossen. „Zij was in bijna alles de ideaaltypische populist.” Haar achterban bijvoorbeeld mocht haar programma bepalen. Op internet had Verdonk een Wikipedia-achtige site ontwikkeld waar iedereen kon meeschrijven aan haar politieke visie.
„Die manier van werken veronderstelt dat mensen een duidelijke mening hebben”, stelt Vossen, „terwijl ze juist van politici verwachten dat die hun mening vormen.”
Als burgers al iets vinden, is het vaak iets algemeens, vult Aalberts aan. „Dat het onderwijs goed moet zijn, bijvoorbeeld. Of dat immigranten moeten integreren. Maar op basis daarvan ontstaat geen onderscheidend politiek programma.”
Bovendien willen mensen van alles, maar begrijpen velen niet dat het veel te veel geld zou kosten om alles tegelijk te realiseren. Aalberts: „Daar hebben we nu juist politici voor: om keuzes te maken.”
Met het programma werd het niets; grapjassen grepen de site aan om allerlei wilde voorstellen te doen, zoals gratis aambeienzalf en sjoelen als olympische sport.
Bij de aankondiging vorige week van haar vertrek uit de politiek zei Verdonk dat ze ondanks haar roemloze aftocht „wel degelijk” iets heeft bereikt. Het huidige kabinet heeft veel van haar punten overgenomen, betoogde ze in het tv-programma EenVandaag. Dat immigranten Nederlands moeten leren, is tegenwoordig volstrekt normaal. „Toen ik dat voor het eerst voorstelde, werd ik zowat gelyncht.” Daarnaast is het terugkeerbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers sinds haar ministerschap zo mogelijk nog strenger geworden.
Volgens Aalberts kampt Verdonk met „grootheidswaanzin. Alsof zij dat allemaal heeft bedacht en anderen niet op die ideeën konden komen.”
Vossen wil Verdonk best tot de voorlopers van het huidige kabinet rekenen, maar ook hij dicht haar een bescheiden rol toe. Bolkestein en Fortuyn zijn grotere wegbereiders geweest, meent hij.
De politieke nalatenschap van Verdonk is nihil, stelt Aalberts. „Ze laat eigenlijk geen erfenis na. Wat het verhaal-Verdonk laat zien, is dat een politieke ster snel kan rijzen en dalen. Maar politiek sterrendom doet er niet zo veel toe. Het gaat nog steeds om de inhoud.”
Dat denkt ook Vossen: „Verdonk zal als kortstondige komeet worden herinnerd. Als voorbeeld van hoe snel de politieke kansen kunnen keren in onze stemmingsdemocratie.”
Affaires teisterden lokale ToN-fracties
De politieke beweging van Rita Verdonk behaalde na de gemeenteraadsverkiezingen van 18 november 2009, 3 maart 2010 en 24 november 2010 in 40 gemeenten 63 raadszetels. In dertien gemeenten lagen (kandidaat-)raadsleden al spoedig onder vuur of stapten ze na interne meningsverschillen over naar een andere partij. Een overzicht.
Het voert te ver om te beweren dat Verdonk kandidaten zonder enige vorm van controle op kieslijsten plaatste. In Almelo, Twenterand en Alphen aan den Rijn wist het partijkantoor tijdig blokkades op te werpen om te voorkomen dat kandidaat-raadsleden die zouden sympathiseren met extreem rechtse bewegingen een zetel zouden bemachtigen.
Een van de in Almelo geweerde kandidaten, Harry de Olde, begon daarop zijn Partij Vrij Almelo (PVA), die op 3 maart 2010 een zetel behaalde. Het Almelose ToN-raadslid Marc Geerdink, die De Oldes plek innam, stapte echter na enkele maanden over naar Almeloos Liberaal Alternatief-Almelose Ouderen Verbond (ALA-AOV). Daarmee verdween ToN uit de Almelose raad.
In Alphen aan den Rijn en Twenterand dwong ToN de van extreem rechtse sympathieën verdachte kandidaten Wim Schouten en Anton van Wijngaarden schriftelijk te verklaren dat ze zou afstand zouden doen van een mogelijke raadszetel, wat met name in Alphen met het nodige tumult gepaard ging. Landelijk campagneleider R. Gerharts van ToN verklaarde over Schouten: „De man lijkt een beetje doorgedraaid te zijn. We wilden hem tegen zichzelf beschermen. Ik kan niet oordelen of hij hulp nodig heeft of dat hij inderdaad zo extreem denkt. Daarom hadden we besloten eerst 3 maart af te wachten, om daarna afscheid te nemen van elkaar.”
De voorzorgsmaatregelen tegen de als vijfde geplaatste Schouten bleken overbodig. De ene zetel die ToN in Alphen behaalde, wordt nog altijd bezet door De Vries.
In Twenterand wist ToN geen raadszetel te behalen. Voor voorman Wibe Verboom van de plaatselijke ToN-fractie, eerder na onenigheid opgestapt bij Lokaal Liberaal Twenterand toen deze partij met de VVD Twenterand ging samenwerken, de reden om de stekker eruit te trekken.
Gedoe rond ToN ontstond er ook in Arnhem, waar ToN-coördinator en privédetective Jacques Smits op non-actief werd gesteld. Kieskringvoorzitter Tamara Horst, die mede de hand had in dit besluit, deed later aangifte tegen Smits wegens bedreiging en stalking. Toen deze aangifte in de publiciteit kwam, begon Smits een juridische procedure, waarin onder anderen partijleider Verdonk als getuige werd gehoord. De rechtszaak loopt nog steeds. Net als in Alphen behaalde ToN ook in Arnhem een zetel.
In andere gemeenten raakten kandidaat-raadsleden niet voor de verkiezingen in opspraak, maar liepen op een later tijdstip zaken scheef. In Eindhoven ontstond er reuring rond de politiek onervaren Tonnie van den Berk-van Bragt, die als lijsttrekker de ervaren Theo Beenen, die eerder raadslid was voor Leefbaar Eindhoven, op de kieslijst van ToN was voorbijgestreefd. Na een reeks van beschuldigingen aan het adres van Van den Berk te hebben geuit, beëindigde Beenen, die genoegen moest nemen met de rol van fractieondersteuner, zijn werkzaamheden voor ToN. Op de mede door hem opgerichte site trotsopniks.nl haalde hij met voormalig afdelingsbestuurder Ed Ploeg van ToN Eindhoven zijn gram.
Net als in Almelo stapten ook in Almere en Lelystad (beide Flevoland), Pijnacker-Nootdorp en Capelle aan den IJssel (beide Zuid-Holland), ’s-Hertogenbosch (Noord-Brabant), Den Helder (Noord-Holland), Sittard-Geleen (Limburg) en Utrecht ToN-raadsleden over naar andere partijen. In totaal gingen hierbij 14 van de 63 lokale ToN-zetels verloren. In alle genoemde gemeenten betekende de overstap ook meteen het einde van de plaatselijke ToN-fractie, met uitzondering van Den Helder, waar na het vertrek van de raadsleden D. Pater en M. Nihot nog een driekoppige ToN-fractie overbleef.
De acht ToN-raadsleden in Almere, Lelystad, Pijnacker-Nootdorp, Sittard-Geleen en Utrecht gingen zelfstandig verder. De vijf ToN-raadsleden van ’s-Hertogenbosch, Capelle aan den IJssel en Den Helder stapten net als in Almelo over naar bestaande partijen; de drie raadsleden van ’s-Hertogenbosch en Capelle aan den IJssel naar de VVD, de twee van Den Helder naar de Stadspartij Den Helder.
Van een geruisloze overstap was zelden sprake. Zo stortte het overstappen in Den Helder van twee raadsleden van coalitiepartij ToN naar een oppositiepartij de marinestad in een bestuurlijke crisis. De oppositiepartijen ChristenUnie en Behoorlijk Bestuur moesten worden aangezocht om een zogeheten aanschuifcoalitie te vormen die weer op een meerderheid kon rekenen.
Voor het vertrek van de ToN-raadsleden had ToN-wethouder P. Walgering er al de brui aan gegeven. In een twitterbericht noemde hij de ToN-raadsfractie van Den Helder veelzeggend „een ballenzooitje.”
In Utrecht, waar Trots op Nederland na de verkiezingen een zetel behaalde, bedankten de nummers 1 tot en met 5 voor het raadslidmaatschap. Nadat de nummer 6 bereid was gevonden, besloot deze na enkele maanden wegens tijdsgebrek zijn functie beschikbaar te stellen. Zijn opvolger, R. Kuijper, ging na enige tijd zelfstandig verder onder de naam Groep Kuijper. „Gebrek aan input uit het ToN-partijbureau” voerde hij aan als belangrijkste argument. Verdonk typeerde Kuijper op haar beurt als „een zeer onfatsoenlijk jongetje” en uitte het vermoeden dat een en ander „met voorbedachten rade” zou zijn gebeurd.
Samenvattend kan gesteld worden dat Verdonk er zeer matig in is geslaagd om voor het beperkte aantal van 43 gemeenten waarin zij meedeed aan de raadsverkiezingen van 2009 en 2010 kandidaat-raadsleden te rekruteren die haar politieke beweging lokaal op de kaart konden zetten. De geschetste verwikkelingen in dertien van deze gemeenten hebben zeker bijgedragen aan het beeld dat zij zich ondoordacht in een politiek avontuur stortte met een beweging die nog tal van kinderziektes moest overwinnen en in politieke zin niet levensvatbaar was.
Het lot van de nog bestaande raadsfracties ligt in handen van de algemene ledenvergadering, die daarover op 19 november beslist.
IJzeren Rita in het kort
Op 27 mei 2003 wordt Verdonk minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het kabinet-Balkenende II. Ze introduceert een strenger terugkeerbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers en een nieuw inburgeringsbeleid met een inburgeringsplicht voor vreemdelingen. Ze „deporteert” mensen, vinden critici. De oppositie in de Tweede Kamer dient meerdere moties van wantrouwen tegen haar in.
In 2006 komt Balkenende II ten val nadat Verdonk het Nederlanderschap van VVD-Kamerlid Hirsi Ali intrekt. In het rompkabinet Balkenende III wordt ze opnieuw minister. Omdat ze weigert een door de Kamer gevraagd generaal pardon uit te vaardigen voor asielzoekers, wordt er opnieuw een motie van afkeuring tegen haar ingediend – en aangenomen. Verdonk levert een deel van haar portefeuille in.
Wegens aanhoudende kritiek op Rutte wordt ze in september 2007 door hem uit de VVD-fractie gezet. Daarop lanceert ze op 3 april 2008 in Amsterdam de beweging Trots op Nederland vanaf een jacht met de naam Classic Lady. De tweevoudig Politicus van het Jaar (2005 en 2007) haalt in de peilingen 26 zetels.
Door een reeks schandaaltjes, zowel landelijk als lokaal, bladdert haar imago razendsnel af. Zo start ze een civiele procedure tegen haar adviseur Ed Sinke wegens vermeend financieel wangedrag. Haar spindoctor Kay van de Linde –die Trots wegzet als „gebakken lucht”– verlaat Verdonk.
Bij de Kamerverkiezingen van juni 2010 verliest ze haar enige zetel. Op 21 oktober 2011 maakt Verdonk bekend dat ze de politiek verlaat.