De Twaalf Artikelen uitgelegd aan jongeren
Iedere zondag klinken de Twaalf Artikelen in de kerk. Kinderen leren ze op school uit het hoofd. Het zijn bekende woorden. Maar weten we werkelijk wat de betekenis van deze artikelen is?
Deze vraag drong ds. J. J. van Eckeveld en ds. B. van der Heiden om een boekje te schrijven waarin ze uitleg geven. Warm, bewogen en vol dringende liefde leggen de beide predikanten van de Gereformeerde Gemeenten de Twaalf Artikelen uit aan jongeren van vandaag.
Voor Luther stonden de Twaalf Artikelen als pijlers onder het belijden van iedere christen. Hij zei erover: „Hier heb ik een klein boekje, dat het Credo heet. Dat is mijn Bijbel, het heeft nu al zo lang overeind gestaan en het is nog onomstotelijk. Daar blijf ik bij, daarop ben ik gedoopt, daarop leef ik en sterf ik.”
Met Luther belijden wij iedere zondag ons algemeen en ongetwijfeld christelijk geloof. Van generatie op generatie. Totdat Hij komt? Helder beschrijft ds. B. van der Heiden de geschiedenis van deze artikelen. Hij laat zien dat de Apostolische Geloofsbelijdenis is ontstaan uit een oude doopbelijdenis in de christelijke gemeente in Rome.
Wanneer iemand uit de heidenwereld tot de kerk wilde overkomen, werd hij eerst onderwezen in de christelijke leer. Daarna deed hij, voordat hij gedoopt werd, belijdenis. Aan de dopeling werden drie vragen gesteld over zijn geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Elke vraag werd plechtig en duidelijk beantwoord met ”ik geloof”. Via Karel de Grote, Luther en Ursinus krijgen wij vandaag nog steeds onderwijs op basis van deze artikelen.
In het Koninkrijk der hemelen gaat het niet om de massa, maar om de enkeling. Het is een groot voorrecht om bekeerde ouders te hebben, betoogt ds. Van der Heiden, maar alleen persoonlijke wedergeboorte en geloof in Christus brengen in de hemel. Het gaat gepaard met een vast vertrouwen, een innerlijke overtuiging. In Christus opende God voor al de Zijnen de weg naar het Vaderhart van God. Ook al wordt de vastheid van het geloof gemist, toch zijn er ogenblikken dat Gods kind fluistert: „Abba, lieve Vader.”
Ds. J. J. van Eckeveld behandelt het artikel ”En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere”. Hij ervaart het als onbegrijpelijke liefde dat de Vader Zijn Zoon gaf, niet voor vrienden, maar voor vijanden. De naam Jezus betekent letterlijk: ”De Heere maakt ruimte”.
Bij de behandeling van het artikel over het lijden van Christus geeft ds. Van Eckeveld aan: „Als we het samenvatten, kunnen we zeggen dat we in het lijden van Christus de diepte van onze zonde en de diepte van Gods liefde zien. Ken je iets van beide diepten? In beide diepten zit geen bodem. In beide diepten raken Gods kinderen nooit uitgeleerd.”
Verschillende keren vragen de predikanten in hun boekje aandacht voor dwalingen. Ze gaan in op de discussie over de Drie-eenheid tussen Luther en Erasmus, op de dwaling van Arius, op de verschillen tussen het christendom, de islam en sekten, op het feit dat moderne theologen verwerpen dat Christus twee naturen heeft, op de visie van de Jehova’s getuigen op de Heilige Geest en de wederkomst; en ten slotte behandelen ze de visie van de ketter Marcion op de lichamelijkheid van Jezus.
Het is niet zo dat dit boekje uitputtend antwoord geeft op alle vragen. De schrijvers geven aan dat onderwerpen zoals ”de gaven van de Geest” en het chiliasme verder niet uitgewerkt worden. Ze verwijzen hiervoor naar andere uitgaven „vanuit onze kring.”
Het boekje maakt duidelijk dat de Twaalf Artikelen in een traditie van eeuwen staan. Met regelmaat citeren de predikanten oudvaders zoals Spurgeon, Brakel, Guido de Bres, Calvijn, Luther, Newton en Voetius.
Breed spreekt ds. Van der Heiden over de algemene christelijke Kerk. Met Calvijn zegt hij: „Waar Christus is, daar is de Kerk.” In Paulus’ brieven is ”ecclesia” de aanduiding van het volk Gods, van het lichaam van Christus of van de woonstede Gods in de Geest. De predikant citeert artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waar de kerk wordt genoemd „een heilige vergadering van ware Christgelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest.” Hij betreurt de verdeeldheid, al ervaart hij desondanks eenheid die boven alle kerkelijke grenzen uitgaat. „Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw naam ootmoedig vrezen.” Als de liefde van God het hart vervult, vallen kerkmuren weg. Een voorsmaak van de hemel.
Met drie diepe vragen die aan het hart van jongeren worden gelegd besluit ds. Van Eckeveld het boekje. Als je op deze vragen ja mag zeggen, houd dan moed. De Heere is getrouw. Hij zal je niet beschamen. Zo niet, val dan op je knieën. Doe je mond wijd open, de Heere zal hem vervullen.
Deze uitleg van de Twaalf Artikelen is heel goed inzetbaar als verdiepingsstof bij de catechese, of als geschenk bij het afleggen van openbare belijdenis van het geloof. Oude kernen, actueel uitgelegd voor vandaag.
Boekgegevens
”Wat ik geloof. De Twaalf Artikelen van het algemeen ongetwijfeld christelijk geloof”, door ds. J. J. van Eckeveld en ds. B. van der Heiden; uitg. Den Hertog, Houten, 2011; ISBN 978 90 331 2361 0; 139 blz.; € 12,50.