Opinie

Dilemma’s rond Darwin

Begin deze maand organiseerde ForumC, centrum voor geloof, wetenschap en samenleving, een conferentie gewijd aan de vragen rond het ontstaan van de aarde en de consequenties daarvan voor het geloof en het lezen van de Bijbel. Reden was het idee om nog eens de aandacht te vestigen op de vragen die in het Darwinjaar 2009 speelden, omdat na afloop van dat jaar de opvatting werd gehoord dat de discussies rond schepping en evolutie eigenlijk voortgezet zouden moeten worden.

Prof. dr. P. J. Slootweg
28 October 2011 09:50Gewijzigd op 14 November 2020 17:22

„We willen in alle rust en openheid met elkaar van gedachten wisselen, om het gesprek verder te brengen en zo de kerk en de christelijke gemeenschap te dienen”, aldus de toelichting in de uitnodiging voor deze bijeenkomst.

Zodoende ging ik begin deze maand naar Lunteren. Daar mocht ik mij in congrescentrum de Werelt aansluiten bij een bont gezelschap dat door de congresorganisatie was onderverdeeld in diverse categorieën: natuurwetenschappers, filosofen, opinieleiders, theologen en voorgangers. Waarom theologen en voorgangers niet bij elkaar waren gezet begreep ik niet goed, omdat ik dacht dat een voorganger toch ook een theoloog is, maar hierin heb ik het blijkbaar mis.

Mijn eigen plaats was bij de groep natuurwetenschappers, die in totaal bijna een kwart van de veertig aanwezigen omvatte en daarmee de grootste categorie vormde.

Interpretatie

Het congres duurde van donderdagavond tot zaterdagmiddag. Ik wil enkele zaken die aan de orde kwamen, naar voren brengen.

Allereerst mens en schepping. Een van de aanwezigen hield een voordracht waarin de gevolgen van de evolutietheorie voor de christelijke theologie werden uitgediept. Hoe laat Genesis, waarin gesproken wordt over de mens als beelddrager van God en over de zondeval, zich verenigen met de opvattingen dat de mens voortkomt uit het dierenrijk en dat de dood altijd al in de schepping aanwezig was? Wat betekent dat voor de manier waarop we de Bijbel lezen: hoe gaan we om met begrippen als symbolische in plaats van letterlijke interpretatie van de tekst en in hoeverre moeten we rekening houden met het oud-oosterse wereldbeeld waarbinnen de tekst van Genesis tot stand is gekomen?

Uitleg

Als leidraad voor de aansluitende discussie kregen we van de spreker een overzichtje van vijf onder theologen in zwang zijnde opvattingen over de uitleg van Genesis 2 en 3. Uitleg 1 beziet de Bijbeltekst volstrekt symbolisch; in uitleg 2 en uitleg 3 wordt verondersteld dat God op een bepaald moment in de geschiedenis met de mens in contact treedt maar zij verschillen in het moment waarop dit contact plaatsvond en in hoeverre God door dit contact een eventuele prehistorische voorloper van de mens tot echte mens schiep. In uitleg 4 wordt uitgegaan van een hoge ouderdom van de aarde, maar blijft overeind dat God Adam en Eva schiep zonder evolutionaire voorouders en uitleg 5 gaat ervan uit dat de eerste hoofdstukken van Genesis een letterlijk te verstaan verslag zijn van gebeurtenissen die 6000 jaar geleden plaatsvonden.

Gelijkgezinden

Ons werd verzocht uit deze opvattingen de variant kiezen die het meest aansloot bij onze eigen ideeën en met gelijkgezinden een groepje te vormen om daarover verder van gedachten te wisselen. Daarbij bleken de opinieleiders vrijwel allen te kiezen voor opvatting 5 en de natuurwetenschappers voor opvatting 2 of 3. De filosofen, theologen en voorgangers waren minder eenduidig in hun opvattingen. Opvallend vond ik dat enkelen van ons voor opvatting 1 kozen; dat er op onze conferentie ook aanhangers van een volstrekt symbolische opvatting van Genesis 1-3 zouden zijn, had ik niet verwacht. Zelf schaarde ik mij onder opvatting 3.

Nadat we elkaar in de groepjes hadden opgescherpt in onze vooringenomen standpunten, volgde een plenaire discussie. Wat mij hierin trof, was een groot verschil in emotionele betrokkenheid bij het onderwerp; sommigen van ons waren erg fel in hun woordkeuze en presentatie, terwijl anderen er duidelijk afstandelijker mee omgingen. Het was interessant geweest om juist over dit verschil met elkaar in gesprek te gaan, maar daarvoor ontbrak helaas de tijd.

Onthutsend

Het tweede punt dat mijn bijzondere belangstelling had, betrof het belang dat aan deze zaken in de gemeente wordt gehecht; hierover kan ik kort zijn. De aanwezige voorgangers waren vrij unaniem van mening dat het eigenlijk nauwelijks speelt. Ik vond dit zelf vrij onthutsend. Kennelijk gaat de in de pers gevoerde polemiek over dit onderwerp aan het gemiddelde gemeentelid grotendeels voorbij.

Waarom dit zo is, kwam niet zo duidelijk uit de verf. Mogelijk is dit een gevolg van het gefragmentariseerde bestaan van de moderne mens, zo werd geopperd. In de kerk ben je een ander dan in de wereld en daarom ervaar je ook geen conflict op dit gebied. De vraag welke conclusies je hier vervolgens aan kunt verbinden, laat ik verder rusten.

Ten slotte: wat is nu het resultaat? Voor een van onze theologen was hetgeen hij had gehoord, reden te om op te schuiven in de richting van een letterlijk verstaan van Genesis. En wat de door ForumC beoogde doelen betreft: het in alle rust en openheid met elkaar van gedachten wisselen, is naar mijn idee zeker gelukt. Maar of dit het gesprek ons verder heeft gebracht en in hoeverre de kerk en de christelijke gemeenschap ermee gediend zijn, moet de toekomst leren.

De auteur is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Reageren? goedbekeken@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer