Aanleiding is een rapport van oud-GroenLinks leider Paul Rosenmöller. Daaruit blijkt dat het niet goed is met de integriteit van premier Schotte en van zeker twee ministers in zijn kabinet. Rosenmöller riep Curaçao op verder onderzoek te doen. De Staten, het parlement van Curaçao, verwees dit stuk vorige week al naar de prullenbak als onacceptabel.

De oproep van de Nederlanders viel duidelijk niet in goede aarde. De relatie met Nederland is niet goed, wij voelen ons niet welkom in het Koninkrijk, zei Dean Rozier, fractievoorzitter van de partij van Schotte.

Eunice Eisden van de kleinste regeringspartij MAN noemde Rosenmöllers stuk een roddelrapport waarin 40 mensen anoniem worden opgevoerd. „Niemand kan iets verifiëren, zo gaat het in een rechtsstaat niet.” Zij wees er op dat het parlement het rapport al heeft besproken en er over heeft geoordeeld. Dat weer terugdraaien zou ondemocratisch zijn, aldus Eisden.

Van Nederlandse kant formuleerde PvdA-fractievoorzitter Job Cohen de boodschap nog eens. „Ik ben altijd blij als vragen over integriteit onderzocht worden omdat je er van kunt leren. Het gaat niet om de uitkomst, maar doe onderzoek.”

De meeste Curaçaose collega’s waren duidelijk niet gecharmeerd van die oproep. „De tijd van afkeuren is voorbij. Op deze manier verder gaan, heeft geen zin meer”, zei Eisden.

De Nederlandse fractievoorzitters waren tevreden dat ze hun boodschap hadden overgebracht. „En die is van onze kant goed en unisono overgekomen”, zei D66-leider Alexander Pechtold. De vermeende corruptie in regeringskringen staat voor hem voor een groter probleem in Curaçao: dat van een gebrek aan goed en integer bestuur.

Hij kondigde aan dat hij woensdag voor premier Schotte dezelfde boodschap heeft. „Als hij niks te verbergen heeft, waarom zou hij dan bang zijn voor een onderzoek?”