Het huismerk van de autodealer
Onderhoud aan oudere auto’s valt bij merkdealers duurder uit dan bij onafhankelijke garagebedrijven. Of niet? Diverse merken komen in het geweer tegen die veronderstelling. Onderhoud bij de dealer kan goedkoper.
Een aantal automerken zet goedkopere onderdelen en een aangepast werkplaatstarief in. Daarmee kunnen automobilisten hun voertuig laten onderhouden bij de merkdealer tegen een tarief dat zo’n 25 procent lager ligt dan de normale onderhoudsprijzen binnen hetzelfde merk, waarbij eerstelijns onderdelen worden gebruikt. Hierdoor blijven vooral klanten met wat oudere auto’s de dealer trouw.
Ook wie een gebruikte auto koopt, wil graag jarenlang probleemloos van de nieuwe aanwinst gebruikmaken. De consument staat dan voor de keuze: voor onderhoud naar de merkdealer of naar een onafhankelijk garagebedrijf. Speciaal voor auto’s van vijf jaar en ouder hebben diverse automerken alternatieve onderhoudsprogramma’s ontwikkeld die kunnen wedijveren met het aanbod van onafhankelijke garages.
Vooral de Franse merken blijken erg actief om eigenaren van de oudere modellen aan zich te binden. Al is een en ander wel sterk afhankelijk van hoe de plaatselijke dealer ermee omgaat. Zowel Renault als Citroën heeft een eigen ‘merk’ ontwikkeld voor het onderhoud aan oudere modellen: Motrio bij de eerste en Eurorepare voor Citroën. Concerngenoot Peugeot voert in Frankrijk ook Eurorepare, maar heeft deze activiteit zonder specifieke naam in het aanbod van de Nederlandse dealer geïntegreerd.
In diverse Europese landen zetten niet alleen officiële dealerbedrijven Motrio en Eurorepare in. Er zijn tevens zelfstandige vestigingen die service en onderhoud bieden aan alle automerken. Ford heeft dezelfde doelstelling met Motorcraft, Toyota noemt het Optifit en Opel de Budgetbeurt. Pon geeft aan met een vergelijkbaar programma bezig te zijn voor alle merken van het Volkswagenconcern.
Rob Vermeij, bij Citroën Nederland directeur Commercie, Services & Parts, zegt dat Eurorepare in Nederland sinds 2009 actief is met een goedkopere lijn onderdelen. „Een deel van deze onderdelen gebruiken we in onze eigen dealerorganisatie, maar we leveren ook aan onafhankelijke garagebedrijven.”
Volgens Vermeij is het aan de dealer om de klant goed in te schatten. „Het zijn vooral de commercieel technische bedrijven die hier goed mee uit de voeten kunnen. Binnen ons Nederlandse Citroënnetwerk maakt zo’n 40 procent van de dealers gebruik van Eurorepare.”
Dennis Homberg, pr-manager van Ford Nederland: „Niet alle onderdelen zijn voor de oudere modellen in een goedkopere variant beschikbaar, maar wel de gangbare slijtagedelen, zoals accu’s, uitlaten, remblokken en filters. Ford biedt die aan via Motorcraft. We kopen deze onderdelen bij andere leveranciers in, maar Ford verleent er wel zijn goedkeuring aan.”
Renault reageert met Motrio op de vraag naar goedkoper onderhoud. „Rijders in oudere modellen gaan vooral naar een onafhankelijk garagebedrijf, in de veronderstelling daar goedkoper uit te zijn”, weet Ruben Keuter, productmanager Parts & Services. „Oudere auto’s worden veelal minder intensief gebruikt. In zo’n geval is bijvoorbeeld een nieuwe roestvrijstalen uitlaat niet nodig en kan worden volstaan met een normaal exemplaar. Uiteraard zijn alle Motrio-onderdelen door Renault goedgekeurd.”
Motrio biedt de klant pakketprijzen aan die samen met een aangepast uurloon de onderhoudskosten met 25 procent reduceren. Keuter: „Het is belangrijk dat de dealer op cruciale momenten de klant met Motrio in aanraking brengt. Een traditioneel moment is als de auto vijf jaar is en voor de eerste keer de distributieriem vervangen dient te worden.”
Een belangrijk voordeel van Eurorepare, Motorcraft en Motrio is dat de auto bij de officiële merkdealer in onderhoud blijft en het werk wordt uitgevoerd door voor het merk geschoolde monteurs. ”Wie beter dan Renault kan uw Renault onderhouden”, kopt Motrio in zijn communicatie, en daarvoor kan natuurlijk ieder andere merknaam worden ingevuld.
Het komt echter wat tegenstrijdig over dat een merkdealer in zijn schappen naast de duurdere originele onderdelen een goedkoper alternatief heeft liggen. Keuter: „Toch staat niemand ervan te kijken dat Albert Heijn merkproducten, het huismerk en Euroshopper naast elkaar levert.”
Autofabrikanten richten zich met de tweede lijn onderdelen vooral op modellen die vijf tot vijftien jaar oud zijn, en dan met name de populairste types. Het succes van betaalbaar onderhoud is sterk afhankelijk van hoe de dealer ermee omgaat. Hij dient nadrukkelijk in de richting van de klant communiceren dat deze service bestaat. De dealer legt de klant met een oudere auto bij een beurt uit dat er twee mogelijkheden zijn. In de praktijk kiezen dan negen van de tien klanten voor het betaalbare alternatief, en blijven ze klant.
Bij Motrio is de eerste zelfstandige vestiging in Nederland een feit. Renault gaat daarmee rechtstreeks de concurrentie aan met de goedkoop veronderstelde ”fastfitters”. Uiteraard wordt het aanbod onderdelen verder naar alle gangbare merken uitgebreid. Goed nieuws voor de consument die hoogwaardig onderhoud met de expertise van een dealerbedrijf kan krijgen voor een lagere prijs.
Onderhoudsprijzen
Bovag en Tüv Nord hebben eerder dit jaar een onderzoek gedaan naar onderhoudsprijzen bij dealers, onafhankelijke garages en ”fastfitters”. Verschillende autotypes werden bij een uiteenlopend aantal bedrijven aangeboden voor een grote beurt volgens fabrieksvoorschrift. Na afloop van de beurt werd door de eigen technici bekeken in hoeverre het onderhoud volgens dit voorschrift was uitgevoerd en hoe de bedragen op de factuur zich verhielden.
De dealer blijkt zich het best aan de voorschriften van de fabrikant te houden. De prijs voor een beurt zit op hetzelfde niveau als bij de onafhankelijke garage. Fastfitters blijken gemiddeld 21 procent goedkoper, maar wijken tegelijk enorm af van wat de consument van een grote beurt mag verwachten.
Het onderzoek oogstte overigens veel kritiek. Universele garagebedrijven voeren aan dat het eerlijker is het onderhoud tijdens het volledige leven van de auto te vergelijken, en geen conclusies te trekken na één onderhoudsbeurt.