Commentaar: Overvloed van onbehagen
Wereldwijd protest. Van onderaf. Met die trefwoorden is het protest getypeerd dat zaterdag in 950 steden werd gehouden. Waartegen? Dat antwoord valt minder gemakkelijk te geven.
Officieel ging het de deelnemers van de ”Occupybeweging” om een protest tegen de hebzucht van bankiers, magnaten en politici. Zij worden met hun ontembare zucht naar ”meer” verantwoordelijk gehouden voor de crisis die nu de wereld in haar greep houdt. Bankiers en beleidsmakers wordt ”casinokapitalisme” verweten. Vandaar de roep dat het roer radicaal om moet.
Maar er is meer dat verontrust. Mensen zijn bezorgd over de medische voorzieningen, de verzorging als ze oud geworden zijn, de woonvoorziening. Weliswaar zijn deze zorgen ondergeschikt aan de onvrede over het financieel beleid, maar ze leven terdege en ze brengen mensen in beweging.
Natuurlijk kan men de betekenis van het protest bagatelliseren door erop te wijzen dat er weinig organisatie achter de bijeenkomsten zit. Er is geen duidelijke leiding, geen professionele organisatie en de focus ontbreekt. Het is vooral een spontane volksbeweging. Bovendien blijkt, in ieder geval voor de Nederlandse situatie, het initiatief tot de bijeenkomsten genomen te zijn door mensen die sterk geloven in complottheorieën.
Toch is het niet verstandig om met deze argumentatie de betekenis van de protestbijeenkomsten weg te redeneren en over te gaan tot de orde van de dag. Alleen al het feit dat wereldwijd in zo veel steden zo veel mensen op de been komen, is veelzeggend. Vijfentwintig jaar geleden was het elan om actie te voeren veel groter dan nu. Dat juist in onze individualistische tijd zo veel mensen (ook in andere westerse landen) de straat op gaan, geeft aan dat er echt iets aan de hand is.
De Occupybeweging demonstreert het breed levende onbehagen op het grondvlak van de samenleving. Nu de ware gedaante van het westers kapitalisme stukje bij beetje zichtbaar wordt en mensen in hun privésituatie de gevolgen daarvan gaan merken, is het niet verwonderlijk dat het volk zijn stem gaat verheffen. Als er niet geluisterd wordt naar deze uiting van onvrede, kan het nu nog vreedzame protest uitlopen op erger. Weliswaar is de democratische traditie in de westerse wereld diep geworteld, maar ze is niet onaantastbaar.
Wanneer volksvertegenwoordigers zich doof houden voor het onbehagen van het volk, worden burgers, gedreven door oeremoties, ondemocratisch. Zij willen dat de problemen worden aangepakt en dat de verantwoordelijken voor de ellende boeten.
Oud-premier Balkenende zei eind vorige week op het Bavinckcongres in Grand Rapids dat de huidige crisis vooral een morele is. De waarden van gerechtigheid, soberheid en naastenliefde, zoals de Bijbel ons die leert, zijn uitgehold. Die moeten hervonden worden. De Franse filosoof Voltaire waarschuwde al ruim twee eeuwen geleden: „Als de onverzadiglijke hebzucht blijft heersen, is de wereld een tranendal waarvan het gejammer alleen maar luider wordt.” Om dat te keren, is terugkeer naar Bijbelse waarden noodzaak.