Opinie

Geef geloofsopvoeding centrale plaats in kerk en christelijk gezin

Geloofsopvoeding is cruciaal om jongeren bij de kerk te houden, schrijft Nico van Kooten in een reactie op de serie over kerkverlating. Ook wordt vaak vergeten welke belangrijke rol een bekeringservaring kan spelen.

15 October 2011 19:57Gewijzigd op 14 November 2020 17:09
„Zijn onze jongeren gesterkt in het geloof en weerbaar gemaakt tegen de verleidingen van deze wereld?” Foto Jaco Klamer
„Zijn onze jongeren gesterkt in het geloof en weerbaar gemaakt tegen de verleidingen van deze wereld?” Foto Jaco Klamer

In de serie artikelen in deze krant over kerkverlating door jongeren worden gedegen analyses gegeven. Enkele belangrijke aspecten zijn nog nauwelijks genoemd, want er zijn veel vragen, maar weinig antwoorden.

Cruciaal is de geloofsopvoeding door ouders, en dat geldt voor alle kerkgenootschappen. Daar moet al vroeg mee begonnen worden. Het is belangrijk dat voorganger en kerkenraad dit ondersteunen. Een klein kind gelooft als een kind. Vanaf het zevende jaar gaat het geloof groeien, terwijl er in het twaalfde of dertiende jaar een moeilijke periode komt vanwege de groei naar een meer volwassen geloofsleven. Dat kan ook kinderlijk zijn, maar niet wat het verstand betreft (1 Kor. 13:11). Jongeren gaan nadenken over God, Jezus, de Bijbel en de kerk, maar ventileren hun kritiek meestal niet. Juist dan moet de christelijke gemeente een goed beleid voeren en samen met de ouders met de jongeren bezig zijn op geloofs­gebied. Laat ze niet in de steek, ook al is er enige afweer. Een voortdurend gebed ook bij de voorbeden tijdens de kerkdienst mag niet vergeten worden.

Angst

Jongeren zijn kwetsbaar in hun geloof en het lijkt soms wel of ze tussen de vingers door glippen. Geruisloos verdwijnen ze. Het moeilijke is dat er ook jongeren afhaken die in een gelovig gezin zijn opgegroeid en waar zo op het oog niets is misgegaan. Hoe dat kan? Daar is geen antwoord op te geven. Is het toch het karakter van een kind dat mede bepaalt of het gelovig blijft, of niet? Of komt het door het ontbreken van angst? Vroeger was er in de denkwereld van een kind dat met z’n gelovige ouders trouw de kerkdiensten bezocht, altijd een portie ‘angst’ aanwezig. Je was bang, een beetje voor God, maar ook bang omdat je het geloof niet kwijt durfde te raken. Vanwege het oordeel, de straf, de eeuwigheid. Is dat soort geloof nu verdwenen?

Eens gaan toch de meeste jongeren het huis uit, studeren, op kamers wonen en trouwen. De wereld trekt, en als de omgeving geloofsvijandig is, wil je liever niet als zonderling gezien worden. Zo kan de twijfel groeien en het geloof verminderen en verdwijnen. Vergeet niet de macht van de boze! Wij –dus ook jongeren– hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten (Ef. 6:12). Voorgangers en gemeenteleden hebben maar al te vaak weinig besef van de zuigkracht van de afgoden van deze tijd. En als dat besef er wel is, dan is het nog problematisch hoe je daar iets tegen kunt doen. De tv wegdoen? Dan zijn er nog de computer en de mobiele apparaatjes. Zijn onze jongeren gesterkt in het geloof en weerbaar gemaakt tegen de verleidingen van deze wereld?

Heilige Geest

Er is nog een ander aspect, namelijk het werk van de Heilige Geest. De kerk wordt wel ”de werkplaats van Gods Geest” genoemd. Het Hoofd van de gemeente, Jezus Christus, werkt door de Heilige Geest, óók in de harten van jonge mensen. Gelovigen (dus ook jongeren) mogen we een moment van bekering in hun leven toewensen. Een onverwacht voorval dat je zeer aangrijpt. Je voelt je aangeraakt. Een werking van Gods Geest waardoor je een intense vreugde ervaart, zodat je daarna kunt zeggen: „Ja, ik weet het, God bestaat. Hij is er!”

Dat kan ook een langdurig proces zijn waarin het reeds aanwezig geloof groeit en rijpt door Bijbelstudie en gebed. Dan is alle twijfel aan het bestaan van God verdwenen en wordt het een vreugde om de Heere te mogen dienen. Zo kan een rotsvast geloof ontstaan en trouw aan de kerk.

Promotieonderwerp

We moeten goed beseffen hoe vaak dit voorkomt. Vraag er maar eens naar om je heen bij mensen uit de gemeente. Dit is een mooi onderwerp voor een jonge theoloog om daarop te promoveren. Let er eens op in christelijke lectuur, want velen schrijven over een dergelijk voorval, dat moment van ontroering en bekering waardoor je leven verandert. Prachtig is dat! De schrijver van dit artikel heeft het ook mogen ervaren. We weten niet half hoe rijk we zijn.

Maar boven alles uit is daar de toekomst van de kerk van Christus. We zijn bezorgd, want uiteindelijk kunnen wij de jeugd niet bij de kerk houden. Maar dat is het werk van God en dat bewerkt Hij ook –Goddank– door zijn Heilige Geest.

De auteur is ouderling in de hervormde gemeente te Maarssen. Hij verdiepte zich in het onderwerp ”Hoe houden we jongeren bij de kerk”?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer