Olieramp voor de kust van Nieuw-Zeeland
De Nieuw-Zeelandse Bay of Plenty (Baai van Overvloed) kent een rijkdom aan natuur en is rijk aan voedsel voor mens en dier. Juist daarom was het schrikken toen de Rena er vastliep en ruim 400.000 liter olie in zee liet lopen. Natuurbeschermers vrezen intussen „iets veel kwalijkers”: diepzeeboringen naar olie.
Bob Zuur, zeebioloog van de Nieuw-Zeelandse afdeling van het Wereld Natuur Fonds (zijn ouders emigreerden vanuit Nederland naar Nieuw-Zeeland) zoekt naar superlatieven om er de paradijselijke natuur te omschrijven: glashelder en kraakschoon zeewater en een uiterst rijke flora en fauna. Toch is de Bay of Plenty op dit moment meer bekend door de smeerboel die er aanspoelt, afkomstig van het containerschip Rena, dat vlak voor de kust is vastgelopen op een rif.
De afgelopen dagen heeft Zuur meegedaan met het zoeken naar besmeurde vogels en andere dieren. Zijn ze nog in leven, dan gaan ze linea recta naar medewerkers van het Oiled Wildlife Response Centre die in de havenstad Tauranga zijn neergestreken voor eerste hulp. De dieren worden er schoongemaakt, gevoed en komen er op krachten. Zuur redde zelf drie pinguïns uit de smurrie. Verder zag hij deze week twee dode zeehonden; drie andere exemplaren deden alsof er niets aan de hand was: ze zwommen vrolijk door de met olie bedekte zee. Datzelfde zag hij ook dolfijnen en zelfs enkele orka’s doen. „Als die bij het ademhalen de olie naar binnen zuigen, zijn ze ten dode opgeschreven.”
Het aantal gevonden dode vogels heeft tot nog toe de overhand. De teller stond gisteren op 400. Met man en macht werken zo’n 500 vrijwilligers aan het schoonmaken van de kustlijn om het aantal slachtoffers te beperken. Ze hebben inmiddels 100 ton rommel opgeruimd, maar het leek deze week dweilen met de kraan open.
Akkoord, zegt Zuur, deze ramp zal minder groot zijn dan die in de Golf van Mexico van vorig jaar, of die met de Exxon Valdez (bij Alaska, in 1989). „De 1700 ton olie die de Rena aan boord heeft, gutste in de Golf van Mexico iedere vijf uur de zee in.” Maar onderschat de kwalijke werking van de olie hier niet, waarschuwt hij. „Dit is zware stookolie, te vergelijken met teer, waaraan geen ontkomen is zodra het je bij de kladden heeft.” Hij vreest dat de toffeeachtige smurrie ook grote schade kan gaan aanrichten aan de mangrovebossen en zeegrasbedden langs de kuststrook – koraalrif is in dit gebied nauwelijks aanwezig.
Wat opvalt langs de Bay of Plenty is dat het beschermen van natuur, het uitbaten van toerisme en economisch gewin uit de visserij er naast en door elkaar bestaan. Zo loopt een van de drukste vaarroutes van Nieuw-Zeeland –van en naar de havenstad Tauranga– vlak langs het gebied. Terwijl vrachtschepen af en aan varen, toert de ene na de andere toeristenboot voor het spotten van dolfijnen en walvissen de zee op. Hoe lang dat precaire evenwicht zo kan blijven? Ook Zuur heeft daarover zo zijn twijfels. „Nieuw-Zeeland promoot de Bay of Plenty als zijnde ”100 procent puur natuur”, maar die claim is natuurlijk niet vol te houden.” Deze week liep hij bij de haven naar besmeurde vogels te zoeken toen achter hem heel dicht langs de kust een enorm cruiseschip voorbij kwam varen. „Met allemaal nieuwsgierige toeristen voor de raampjes.”
Toch is de olieramp niet Zuurs grootste zorg. Dat zijn wel de plannen van de regering om voor de kust op grote diepte naar olie te gaan boren. „Dat betekent dus dat we straks dezelfde risico’s lopen als de VS met hun diepzeeboringen in de Golf van Mexico – iedereen weet wat een ramp zich daar heeft voltrokken.”
Dat het ongeluk met de Rena plaatsvond aan de vooravond van Nieuw-Zeelandse verkiezingen wil Zuur nog net geen geluk bij een ongeluk noemen, maar hij hoopt wél dat kiezers erdoor zijn wakker geschud en dus zullen stemmen op partijen die de diepzeeboringen afwijzen. „Als we niet leren van deze ramp en niet afzien van die olieboringen, vrees ik pas echt voor de groene toekomst van dit gebied.” Zuur vat moed uit de reacties van mensen die hij op het strand tegenkwam en die zich volgens hem allemaal uitspraken tegen de door de regering gewenste boringen.
Vogelcentrum
Nieuw-Zeeland wordt wel hét zeevogelcentrum van de wereld genoemd, met 85 zeevogelsoorten die alleen daar voorkomen. En in die roem deelt de Bay of Plenty volop. Met zijn duizenden jan-van-genten, twaalf soorten stormvogels, een zeldzame pinguïnsoort –de kleine blauwe pinguïn– en tien verschillende soorten sterns, kuifaalscholvers en tal van wadvogels is deze kust ongekend belangrijk als vogelgebied. Echt bijzonder is de Nieuw-Zeelandse morinelplevier, waarvan er in heel de wereld slechts 1500 zijn, en die 1500 leven allemaal in Nieuw-Zeeland – de Bay of Plenty is een van de locaties.
En dan zijn er nog de orka’s en de vele soorten dolfijnen en walvissen die de visrijke wateren bij de Bay of Plenty bevolken. De Bryde’s walvis komt enkel bij Nieuw-Zeeland voor, en dat geldt ook voor de Hectordolfijn en de donkergestreepte dolfijn (ook wel Duskydolfijn genoemd). Stuk voor stuk soorten om uiterst zuinig op te zijn.