Pas op voor snelle antwoorden op moeilijke apologetische vragen
Voor welke valkuilen moet je waken als je apologetiek bedrijft?
In deze bijdrage wil ik in elk geval één valkuil aanwijzen. Dat doe ik aan de hand van een voorbeeld. Hierbij zij vooropgesteld dat in dit bestek geen recht kan worden gedaan aan de boeken die ik citeer. Het gaat dan ook niet om een boekbespreking, maar om een illustratie bij mijn antwoord op de gestelde vraag.
Mijns inziens is de Amerikaanse theoloog en filosoof Paul Copan in een valkuil getrapt waarvoor eenieder die zich op het pad van de apologetiek begeeft, moet waken. Copan schreef het boek ”Is God a Moral Monster?” De titel kan ik niet bewonderen, maar de intentie is goed. Copan wil allerlei aantijgingen tegen het morele karakter van God weerleggen. Deze aantijgingen worden vooral op het Oude Testament gebaseerd. De Heere verschijnt daar als een vaak toornige God, Die niet alleen Zelf oordelen over de aarde brengt, maar ook aan Zijn volk Israël opdrachten geeft om heidense volken uit te roeien. Een ander zwaarwegend punt van kritiek is dat de wetgeving van Mozes naar hedendaagse morele maatstaven op diverse punten zeer aanvechtbaar is. Denk hierbij aan de voorschriften rond slavernij, de positie van de vrouw, de doodstraf op allerlei overtredingen enzovoorts.
Meer dan eens „is Copan in staat om de goedkope kritiek van de neo-atheïsten te ontzenuwen, en laat hij zien hoe een geduldig luisteren en vooral een contextueel lezen van de betreffende passages licht werpt op de zaak die aan de orde is”, aldus prof. dr. H. G. L. Peels in een recensie in deze krant. Toch is de manier waarop hij de God van het Oude Testament verdedigt, dikwijls zwak. Een intelligente tegenstander zoals zijn landgenoot Thom Stark kan in zijn commentaar op internet ”Is God a Moral Compromiser?” op veel punten Copan gemakkelijk onderuit halen. Nu is Stark bepaald niet vrij van vooringenomenheid en het opzetten van cirkelredeneringen. Niettemin scoort hij op zo veel punten dat je als christelijke toeschouwer van deze geestelijke tweekamp met een onbevredigd gevoel het strijdperk verlaat.
Humaniteit
Copans boek is op een aantal punten illustratief voor wat er dikwijls misgaat in apologetische betogen. Hij geeft te simpele en daarom onbevredigende verklaringen van uiterst moeilijke vraagstukken. Waarom niet liever erkennen dat je als Bijbellezer zelf ook op heel wat kwesties echt geen antwoord weet? Om maar iets te noemen: Waarom heeft God Zich zozeer aangepast aan de toenmalige culturele situatie? Had Hij in het licht van Zijn eigen scheppingsorde bijvoorbeeld niet een wetgeving aan Israël kunnen geven waarin man en vrouw principieel gelijkwaardig zijn? Waarom kan een vrouw wel haar huwelijk breken door overspel en daarvoor de doodstraf krijgen, terwijl een man straffeloos een tweede vrouw mag nemen? Waarom heeft God, Die toch elk mens naar Zijn beeld heeft geschapen, de slavernij toegestaan? Had Hij niet in de wetten van Mozes de lat van de humaniteit veel hoger kunnen leggen?
Stark erkent dat de wetgeving in Israël op sommige punten inderdaad humaner was dan vergelijkbare voorschriften bij andere volkeren, maar hij toont ook aan dat het omgekeerde voorkomt. De mozaïsche wetgeving was per saldo niet haar tijd vooruit. Hierover is zeker het laatste woord niet gezegd, maar op een aantal punten onderbouwt hij zijn stelling met sterke argumenten.
Een ander punt is genocide, volkenmoord. Waarom moesten alle Kanaänieten worden uitgeroeid? Uitdagend spreekt Stark over „Jahwe die het vermoorden van baby’s sanctioneert.” Uiteraard kennen we overwegingen als: „De maat van de zonde van de Kanaänieten was vol” en „Ze hadden 400 jaar uitstel gehad.” Ja, zegt Stark, maar had God ook profeten gezonden om ze te waarschuwen, zoals Jona in Ninevé? Is het niet vreemd dat nu juist dat volk van de aardbodem moest worden weggevaagd dat de ‘pech’ had op het land te wonen dat God voor Zijn volk had bestemd? Waren de andere volken in de omgeving dan minder verdorven?
Verlegenheden laten staan
Ik geef met opzet deze provocerende formuleringen door. In deze scherpte woeden de discussies nu eenmaal. Natuurlijk staan we in zulke debatten niet met de mond vol tanden. We kunnen bijvoorbeeld wijzen op Gods heiligheid, die onze maatstaven van humaniteit overstijgt. Toch blijft er op veel concrete punten iets knagen. We hadden het eigenlijk zo graag toch anders gelezen in de Bijbel. We beseffen maar al te goed dat deze positieve duidingen meer dan eens gezocht of ongefundeerd zijn.
We dienen, zo zou ik willen suggereren, juist in een apologetische setting meer de verlegenheden en vragen te laten staan. Laten we liever langer luisteren naar moeilijke teksten dan ze weg te masseren door gezochte interpretaties. Overigens moet het gesprek over concrete vragen wél doorgaan, alsook het biddend zoeken naar de eenheid van het Bijbelse getuigenis over de ene, ware God Die in Jezus Christus Zijn hart heeft opengelegd. Voor de christen is het op voorhand ondenkbaar dat de ware God anders zou zijn dan de liefdevolle en rechtvaardige Vader op Wie Jezus met heel Zijn leven en werken als een helder venster uitzicht biedt. Gods morele karakter is boven alle kritiek verheven, Vanuit deze geloofsovertuiging lezen we ook de moeilijke en aanstootgevende Bijbelgedeelten.
Sprong
Tegelijkertijd beseffen we in gesprekken met niet-gelovigen, twijfelaars en critici dat we leven uit geloof en niet uit aanschouwen. Pas in het eschaton, in Gods grote toekomst, zal aan het licht treden dat en hoe de Heere recht is in al Zijn weg en werk en dat wij maar al te vaak met ons beperkt en verduisterd verstand Hem ongerijmde dingen hebben toegeschreven. Zolang het nog niet zover is, kampen we met vele vragen en herkennen we die worsteling bij medemensen die sceptisch staan tegenover de God van de Bijbel. We moeten niet denken hen te kunnen overtuigen met pasklare antwoorden. We willen liever tot hen getuigen van de liefde Gods die geopenbaard is in Christus en waarin we mogen wandelen door het geloof. Pas als God in Christus ons hart heeft ingenomen, kunnen we met ons hoofd aanvaarden dat we met klemmende vragen moeten leren leven. Geloven is tot op zekere hoogte redelijk te verantwoorden, maar vroeg of laat is er een sprong nodig.
Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp
Paul Copan, Is God a Moral Monster? Making Sense of the Old Testament God, Grand Rapids: Baker Books, 2011.
H. G. L. Peels, Paul Copan en de scherpe kanten van het Oude Testament (Boekbespreking Reformatorisch Dagblad, 20 juli 2011)
Paul Copan, Contending with Christianity’s Critics. Answering New Atheïsts & Other Objectors, Broadman & Holman Publishing Groups, Nashville 2009.
Thom Stark, Is God a Moral Compromiser? A Critical Review of Paul Copan’s “Is God a Moral Monster?”
Thom Stark, The Human Faces of God: What Scripture Reveals When It Gets God Wrong (and Why Inerrancy Tries To Hide It), Wipf and Stock Publishers, 2010.