Rubriek dr. H. J. Selderhuis: Wel of geen vrije wil – of een beetje
Waar is de tijd gebleven dat men nog wist waar je het over had als je het begrip ”de vrije wil” ter sprake bracht? En waar is de tijd gebleven dat meteen duidelijk was dat er een luchtje aan dit begrip zat?
De vrije wil wordt nu gebruikt in discussies over levensbeëindiging en hersenonderzoek, en veel minder in discussies over evangelisch en gereformeerd, remonstrants en contraremonstrants. Wie weet nog van de strijd over dit onderwerp tussen Luther en Erasmus, wie weet nog hoe riskant en tegelijk hoe aantrekkelijk het concept van de vrije wil voor de christenmens is? Genezing van deze gebrek-aan-kenniskwaal is binnen handbereik met een zestal boeken waarin dit thema aan de orde komt.
Het is niet voor niets dat het nieuwe ”Oxford Handbook of Philosophy in Early Modern Europe” spreekt over het probleem van de vrije wil, want een probleem is het. Opgemerkt wordt dat de thematiek eeuwenlang alleen theologisch, maar vooral sinds de late 16e eeuw ook filosofisch benaderd werd. Dan moet vooral aan het intermenselijke verkeer gedacht worden en aan de mogelijkheden die mensen hebben, en niet aan de God-mensverhouding. Enerzijds zijn er het verlangen en het belijden van de vrije wil van de mens, maar tegelijk is duidelijk dat er dwangmatigheden, vaste patronen, slechte eigenschappen et cetera zijn die de indruk geven dat het met die vrijheid van de wil nogal meevalt.
Gaven van de christen
Toch is het van belang kennis te nemen van het filosofische gedachtegoed van de 16e en de 17e eeuw, hetgeen via dit handboek goed kan, omdat hier veel van de bronnen voor het huidige denken te vinden zijn. Dat geldt ook voor bronnen van opvattingen over de zogeheten gaven van de christen die vandaag worden aangeprezen, maar nogal eens teruggaan op veel minder christelijke vooronderstellingen. Daarbij wordt niet altijd rekening gehouden met een werkelijkheid die de eeuwen door onderkend is, ook door niet-christenen, namelijk dat mensen vaak handelen tegen beter weten in.
Risto Saarinen, bekend Reformatiedeskundige uit Helsinki, geeft in zijn jongste boek een reeks van opvattingen over de zwakheid van de wil weer. Zelfs als er een vrije wil zou zijn, is de les van de geschiedenis volgens Saarinen dat mensen er niet zo geweldig goed mee om weten te gaan. Die vrije wil is te zwak om echt vrij te zijn, en dat brengt bij de vraag hoe vrij die wil is. Wie zo in deze boeken alle opvattingen over de vrij wil leest, kan zich voorstellen dat Calvijn voorstelde het begrip maar niet meer te gebruiken omdat het meer verwarring dan duidelijkheid geeft.
Remmend
Philipp Melanchthon, collega en straatgenoot van Luther, vond het ook maar moeilijk met die vrije wil. De Amerikaanse theoloog Gregory Graybill wijdde zijn dissertatie aan dit onderwerp en komt tot de conclusie dat Melanchthon een ontwikkeling in drie fasen doormaakt. In zijn eerste periode is hij predestinatiaans, en moet dus van de vrije wil niets hebben. Maar als hem dat toch wat lastig voorkomt, verschuift hij van positie. Als alles zo vastligt, werkt dat remmend op de heiliging. Als mijn wil zo gebonden is, kan ik wel christelijker willen gaan leven, maar dat lukt mij toch niet.
Fase twee is dus die van de verbinding van vrijheid in de heiliging, maar ook van gebondenheid in de rechtvaardiging, in die zin dat een mens niet vrij is in de keuze van wel of niet geloven. Dit verdwijnt dan in de laatste fase en zo zou Melanchthon uitkomen bij de visie dat een mens na het horen van het Woord de keuze voor het geloof in Christus kan maken. Graybill noemt dat de opvatting van de „evangelische vrije wil”, waarmee Melanchthon vandaag in het kamp van de evangelischen komt. Het is nog maar de vraag of hij daar thuishoort en of Graybill gelijk heeft, en om op die vraag een antwoord te krijgen, is hernieuwde studie van deze reformator nodig.
Belangrijke aanzetten daartoe biedt de serie ”Melanchthon deutsch”, waar het derde deel van verscheen. Mooi uitgegeven en ouderwets betaalbaar. Günter Frank, directeur van de Melanchthon Akademie in Bretten, bezorgde deze vertaling van belangrijke stukken uit Melanchthons werk en wijst ook op de relevantie van deze reformator voor huidige vraagstukken. Daar hoort dat van de mens en zijn mogelijkheden en onmogelijkheden zeker bij.
Stimulerend
Vaak wordt aan Luther de schuld gegeven dat hij zo gefixeerd was op de genade dat hij aan de vrije wil van de mens geen enkele ruimte wilde toekennen. Karl-Heinz zur Mühlen, gerenommeerd Lutherkenner, plaatst enkele fundamentele kanttekeningen bij dit beeld. Op meerdere plaatsen in de bundel met Zur Mühlens verzamelde artikelen wordt de lezer erop geattendeerd goed te beseffen waar Luther het over heeft als hij over de slaafse wil spreekt. In Luthers boek tegen Erasmus –waarvan onlangs bij Kok een mooie vertaling verscheen– gaat het om de zekerheid van het heil, en die werkt niet remmend. Dit is ook de reden dat er in het lutherse piëtisme wel degelijk ruimte was voor heiliging en geloofsgroei.
Het boek van Thomas Illg over het thema van de navolging bij Johann Arndt (1555-1621), een van de grondleggers van deze Duitse vroomheidsbeweging, is daar het bewijs van. Arndt streefde met zijn geschriften een geestelijke vernieuwing van kerk en christenen na en verbindt daartoe de lutherse traditie met die van de moderne devotie. Resultaat is een programma waardoor de christen meer de gestalte van Christus zal gaan vertonen. Over vrije wil en slaafse wil wordt hier niet gesproken, wel over het werk dat Gods Geest in mensen kan doen en hoe de christen zelf aan heiliging en vroomheid kan werken. Als er goed zicht is op Gods genade, op Christus’ werk en op de kracht van de Geest is de vrije wil geen probleem meer, maar blijft slechts te willen wat God wil.
Boekgegevens
”The Oxford Handbook of Philosophy in Early Modern Europe”, Desmond M. Clarke en Catherine Wilson; uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 955613 7; 596 blz.; £ 95,-; ”Weakness of Will in Renaissance and Reformation Thought”, Risto Saarinen; uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 960681 8; 248 blz.; £ 40,-; ”Evangelical Free Will: Philipp Melanchthon’s Doctrinal Journey”, Gregory B. Graybill; uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 958948 7; 342 blz.; £ 75,-; ”Melanchthon deutsch. Band III”, Philipp Melanchthon; uitg. Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig; ISBN 978 3 374 02854 2; 322 blz.; € 19,50; ”Reformatorische Prägungen: Studien zur Theologie Martin Luthers und zur Reformationszeit”, Karl-Heinz zur Mühlen; uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 3 525 55010 6; 384 blz.; € 66,95; ”Ein anderer Mensch werden”, Thomas Illg; uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 3 899 71870 6; 330 blz.; € 46,90.