Ze deed onderzoek naar de 71 vrouwen die tussen 1998 en 2010 in de FPK waren opgenomen, zowel gedwongen als vrijwillig.

Zo’n 65 procent van de vrouwen die behandeld worden in de FPK, heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis. Meer dan de helft van hen is verslaafd aan alcohol of drugs. Maar ook de opvoeding speelt een belangrijke rol: ruim 65 procent van de opgenomen vrouwen is vroeger systematisch mishandeld en/of chronisch verwaarloosd. De kinderen van deze vrouwen lopen dus ook het risico gewelddadig te worden. „Ze zijn dubbel belast: genetisch en door hun opvoeding.” Van de vrouwen die kinderen hebben, is een derde van die kinderen uit huis geplaatst.

„Er zijn rechters die vinden dat je kinderen zo snel mogelijk uit huis moet plaatsen als blijkt dat ze niet goed worden verzorgd, om de kans dat zij het gedrag van hun moeder ’erven’ zo klein mogelijk te maken. Maar dan heb je wel heel veel goede pleeggezinnen nodig, die uitgebreid zijn gescreend. Je wil niet dat ze in een vergelijkbare situatie terechtkomen in een pleeggezin”, aldus Lancel.

„Wat ook opvallend is, is dat bijna alle vrouwen die wij behandelen, al eerder en langdurig in contact zijn geweest met hulpverlening en GGZ. Toch hebben ze uiteindelijk een gewelddadig feit gepleegd waardoor ze bij ons zijn terechtgekomen. Daaruit leid ik af dat de hulpverlening niet helemaal optimaal geweest is”, aldus Lancel.

80 procent van de vrouwen die in de kliniek terechtkomt, heeft een gewelddadig delict gepleegd. In een derde van de gevallen gaat het om brandstichting, nog een derde heeft geweld gebruikt of heeft daarmee gedreigd en nog eens een derde zit er voor doodslag op poging tot doodslag. Bij 50 procent van de gevallen is de partner slachtoffer van het geweld, bij 25 procent de kinderen.

Lancel presenteert haar onderzoeksresultaten donderdag op een congres over gewelddadige vrouwen dat is georganiseerd door de Forensisch Psychiatrische Kliniek van GGZ Drenthe.