Servië wordt met de toekenning van het kandidaat-lidmaatschap beloond voor de democratische hervormingen en de medewerking bij de uitlevering van de vermeende oorlogsmisdadigers Ratko Mladic en Goran Hadzic.

Het is uiteindelijk aan de EU-landen het kandidaat-lidmaatschap aan Servië toe te kennen. Zij kunnen het advies van de commissie terzijde leggen.

De onderhandelingen over toetreding moeten zo snel mogelijk aanvangen, als de voormalige Joegoslavische republiek zich ervoor heeft ingezet om zijn relatie met Kosovo aanzienlijk te verbeteren. Het overleg tussen Servië en Kosovo is bedoeld om de levensomstandigheden van de bewoners van de regio zo goed mogelijk te maken.

Kosovo wordt erkend door 76 landen, waaronder Nederland en de Verenigde Staten. De overige 117 staten erkennen Kosovo niet. Daaronder zijn 5 van de 27 EU-landen, Rusland en China.

Volgens de commissie is duidelijk te merken dat Servië alles in het werk stelt om te voldoen aan de Europese regels en de marktwerking. Het hangt van de vorderingen van het land zelf af hoe lang het zal duren voordat Servië zich echt EU-lid mag noemen.

Ook op economisch vlak zal Servië nog wat slagen moeten maken. Zo moet de economie van het land kunnen omgaan met de concurrentiedruk, zoals de andere EU-landen. Ook de zwarte markt moet aangepakt worden.

Montenegro heeft ook goede vooruitgang geboekt, meent de commissie. Wel moet het land nog veel werk verzetten om de corruptie aan te pakken en discriminatie tegen te gaan. De commissie adviseert om toetredingsonderhandelingen te beginnen.