Schandalig
Een van de voorstellen van de onder leiding van de Franse oud-president Giscard d’Estaing opererende Europese conventie is het invoeren van een vaste voorzitter voor de Europese Unie. Dit ter vervanging van het tot dusver gangbare halfjaarlijks roulerend voorzitterschap. Met name de kleinere landen in de Europese Unie hebben bezwaar tegen dit plan. Niet zonder reden zijn zij beducht dat zo’n voorzitter zich vooral zal gedragen als de spreekbuis van de grote Europese landen.Het roulerend voorzitterschap heeft echter ook zijn bezwaren. Men moet nu maar afwachten welk land aan de beurt is en wie daar op dat moment als premier functioneert. Zo werden we dezer dagen geconfronteerd met het uiterst laakbare optreden van de Italiaanse premier Berlusconi als de nieuwe voorzitter van de Europese Unie.
Deze zakenman-politicus is in eigen land zowel populair als omstreden. Onmiskenbaar hangt er een geur van fraude en corruptie om hem heen. Nu geldt dat helaas voor veel Italiaanse politici. De vroeger zo invloedrijke christen-democratische partij vormde daar geen uitzondering op.
Door middel van speciale wetgeving heeft Berlusconi zijn persoonlijke onschendbaarheid veiliggesteld. Zolang hij premier is, hoeft hij niet voor de rechter te verschijnen. In eigen land en vooral ook daarbuiten riep dat veel vragen op. Niet voor niets werd hij deze week in het Europees Parlement geconfronteerd met demonstrerende parlementariërs die hem in verschillende talen voorhielden dat iedereen voor de wet gelijk moet zijn.
Overigens verdraagt zo’n demonstratie van parlementariërs zich ook niet met de waardigheid van een parlement. Wel maakt die actie duidelijk dat de Italiaanse premier veel weerstand oproept. Zelf maakte hij dat nog erger door een hem kritiserende europarlementariër toe te voegen dat hij heel geschikt zou zijn om in een film over een concentratiekamp te figureren als kampbewaker.
Nu zijn, ook na meer dan een halve eeuw, vergelijkingen met Hitler, met de SS, met de Jodenvervolging en het concentratiekamp nog altijd uitermate gevoelig. Dat geldt zeker wanneer die, zoals bij de woordenwisseling in het Europees Parlement het geval was, betrekking hebben op Duitsers.
Geen wonder dat de Duitse bondskanselier en anderen hier fel op reageerden. Door deze uitglijder heeft Berlusconi aan het begin van het Italiaanse voorzitterschap de stemming grondig bedorven. Inmiddels heeft hij voor deze uitspraak zijn excuus aangeboden, iets waar hij aanvankelijk helemaal niet voor voelde.
Nu is het in het Italiaanse parlement niet ongebruikelijk om politieke tegenstanders af en toe flink te beledigen. Ook binnen Europa geldt dat de parlementaire zeden in het ene land aanzienlijk afwijken van die in het andere. „’s Lands wijs, ’s lands eer” is in dit verband wel een erg relativerende opmerking, maar met zulke verschillen moet je altijd rekening houden.
Dat betekent echter ook dat Berlusconi had moeten beseffen dat hij buiten Italië, met een kwalificatie als hij europarlementariër Schultz toevoegde, heel duidelijk de grens van het toelaatbare zou overschrijden. Wat hij deze week gedaan heeft, is zonder meer een onvergeeflijke fout.