In de gegeven situatie is een stem vóór SoW-fusie onmogelijk
Uit de vele reacties op de berichtgeving in het RD over de jongste ontwikkelingen in het SoW-proces koos de redactie een bijdrage van ds. M. A. van den Berg.
Het laatste traject van de besluitvorming op weg naar de fusie in het SoW-proces lijkt ten prooi te vallen aan een bedenkelijke ’achterkamertjespolitiek’.
Aan het begin van dit jaar vormde zich een fractie in de synode onder leiding van de predikanten De Fijter en De Jong. Zij voerden een elftal synodeleden aan die verklaarden uiteindelijk niet tegen de kerkfusie te zullen stemmen, als het moderamen tenminste nog bereid was met een substantiële handreiking te komen in de richting van de bezwaarden. Die zouden dan niet los hoeven te komen van de nieuwe kerk. Zou er echter niets in die zin gebeuren, dan zouden ze naar hun zeggen toch nog tegen stemmen, omdat ze niet verantwoordelijk wilden zijn voor het verlies van het bezwaarde deel in de Nederlandse Hervormde Kerk.
Gewetens
De vraag is of deze fractievorming wel zo gewenst was. En ook, of deze elf zich op deze wijze niet min of meer zouden gaan opwerpen als beoordelaars van de gewetens van de bezwaarden. Als de synode nog iets zou bieden dat zij als acceptabel voor de bezwaarden beoordeelden, zouden zij immers wel voorstemmen. Maar goed, tot enkele weken geleden bleven deze synodeleden ervan overtuigd dat ze niet moesten instemmen met de fusie. Zelfs de zogenaamde handreiking was voor hen kennelijk geen reden geweest om hun standpunt te herzien. Terecht, want deze ’concessie’ stelt in werkelijkheid niets voor en formuleert slechts wat al lang in de kerkorde gegeven was. In ieder geval deed ze geen recht aan de diepste intenties van de bezwaren tegen de fusie.
Hoe dan ook, tijdens de triosynode stemden zij tegen de fusie. Daarbij werd duidelijk dat hun stemmen een cruciale rol spelen, want de tweederde meerderheid zou in de hervormde synode niet gehaald zijn als de finale stemming aan de orde zou zijn geweest.
Maar wie schetst de verbazing: tijdens de ratificatie van de eerste lezing van het fusiebesluit in de hervormde synode blijkt de stemming ineens omgedraaid als een blad aan de boom (RD 28/6). Dat is niet omdat er ineens toch sprake is van een wezenlijke toenadering naar de kant van de bezwaarden. Integendeel, ds. J. Stelwagen verklaarde dat de commissie die was ingesteld om breuken te voorkomen, geen enkel resultaat heeft gehad.
Zijn verklaring was voor de woordvoerders van de elf direct aanleiding om een schorsing van de synodevergadering te vragen, wat hun grootmoedig werd toegestaan. Wat er in dat fractieoverleg precies heeft plaatsgevonden, is niet bekend. De aard van de ultieme poging om een breuk te voorkomen -zoals ter sprake geweest in de commissie-Stelwagen- moest voor de synodevergadering een geheim blijven. De beide fractieleiders van de elf, ds. De Fijter en ds. De Jong, waren er als leden van het breed moderamen wel van op de hoogte, maar kunnen het geheim als het goed is niet gedeeld hebben met de anderen. Toch krijgen ze in hun beraad de groep van elf zover dat ze uiteindelijk grotendeels voor de fusie stemmen.
Argumenten
De vraag is: Met welke argumenten? Waarom nu wel voorstemmen en enkele weken geleden niet? Wat is er in de tussentijd veranderd? Gelukkig hebben enkelen van hen nog zo veel zelfstandigheid dat ze de fractiediscipline doorbreken en zich tegen het fusiebesluit blijven uitspreken. Het trieste is wel dat de actie van deze groep synodeleden er nu voor zorgt dat datgene wat ze in het begin zeiden te willen voorkomen, juist door hen wordt bevorderd. Toen het duidelijk werd dat hun stemmen doorslaggevend zouden zijn, hebben ze gekozen. Niet voor de bezwaarden, maar voor het proces. En daarbij hebben ze de eerlijke mogelijkheid om in geweten tegen de fusie te stemmen ook nog min of meer gestigmatiseerd, alsof dat iets ongeestelijks zou zijn.
Het is te hopen dat ze in het komende halfjaar alsnog tot het inzicht komen dat een stem vóór de fusie in de gegeven situatie echt niet mogelijk is. Niet alleen omdat een vitaal deel van de kerk daardoor wordt achtergelaten door diegenen die een nieuwe kerk binnengaan. Ook niet allereerst omdat het binnen vele gemeenten die nolens volens mee moeten, tot grote interne verwarring en verdeeldheid aanleiding zal geven. Maar vooral omdat deze fusie, die een plurale kerk ten gevolge heeft, op grond van Schrift en belijdenis nooit de stem van een hervormd-gereformeerde zal kunnen en mogen krijgen!
De auteur is hervormd predikant in Zoetermeer.