Cultuur & boeken

Tjibbe Veldkamp schrijft Kinderboekenweekgeschenk zonder poeha

Geen metaforen, weinig komma’s. Een Kinderboekenweekgeschenk moet eenvoudig zijn. Tjibbe Veldkamp, dit jaar de auteur van het boek, heeft uitgesproken opvattingen. Over de moeilijkheidsgraad van kinderliteratuur. En over de kritiek die hij van de Bond tegen het vloeken kreeg op zijn boek ”Tiffany Dop”.

Mariëlle Oussoren-Buys
5 October 2011 21:07Gewijzigd op 14 November 2020 16:58
Tjibbe Veldkamp in zijn atelier. Foto Sjaak Verboom
Tjibbe Veldkamp in zijn atelier. Foto Sjaak Verboom

Poes Fikkie is niet van zins zijn baas en diens bezoek met rust te laten. Het dier springt zonder ophouden van de ene stoel naar de andere. Op de keukentafel. Bekijkt dan een volle koffiemok met zijn neus en probeert een lik te nemen van een plak Groninger notenkoek. Totdat hij in het shirt van Tjibbe Veldkamp klauwt. „Wat doe je nou, poes?” reageert die. Hij pakt Fikkie –de naam verzonnen zijn kinderen, zegt hij haast verontschuldigend–, haakt de kattennageltjes uit zijn shirt en zet het jonge beestje zonder pardon de keuken uit. „Anders kan ik me niet goed concentreren.”

De veelzijdige kinderboekenauteur heeft wel kantoorruimte elders in Groningen, maar werkt ook regelmatig thuis. „Als ik een was moet draaien, blijf ik gewoon hier. Moet ik iets nieuws verzinnen, dan zit ik het liefst apart”, aldus de vader van een dochter van 10 en een zoon van 11 jaar.

Het Kinderboekenweekgeschenk ”Bert en Bart redden de wereld” is een met veel gevoel voor humor geschreven verhaal over twee broers die voorkomen dat de buitenaardse Zurghs een aanval doen op de aarde. Veldkamp was niet van plan zich aan het thema van dit jaar, ”Superhelden”, te houden. „Dat hoefde ook niet van de CPNB. Maar toen het af was, dacht ik: Past het erbij? Ja.”

Zijn zoon las het manuscript en schreef allerlei opmerkingen bij de tekst. „Hij heeft bijvoorbeeld de bordjes met de tekst ”Lief doen!” bedacht die Viola, de moeder van Bert en Bart, neerzet. Omdat zijn juf dat wel eens op het bord schrijft. De Zurghs heetten eerst Zorghs, totdat mijn zoon zei dat er in de film Toy Story een Zorg voorkomt. Dat was ik vergeten.”

Veldkamp kreeg vooral bekendheid door zijn prentenboeken, zoals ”De coole cowboy” en zijn serie over Agent en Boef. Met het eerste deel van die serie won hij een Zilveren Griffel. Van zijn andere boeken trokken vooral de jeugdromans ”SMS” en ”Tiffany Dop”, ook bekroond met een Zilveren Griffel, de aandacht. Met ”Bert en Bart redden de wereld” –dat hij net als de Agent-en-Boefserie met illustrator Kees de Boer maakte– richt Veldkamp zich op een voor hem relatief nieuwe doelgroep, kinderen tussen pakweg 6 en 11 jaar. Ogenschijnlijk serieus: „Ik snap ook niet waarom ze mij vroegen.”

Het kwam hem wel goed uit, want de 48-jarige schrijver was al langer van plan iets voor deze leeftijdsgroep te maken. De vraag of hij het Kinderboekenweekgeschenk wilde schrijven, gaf hem het benodigde zetje en nu komt er „zeker” een Bert en Bart 2. „Kees en ik zijn stiekem al met een vervolg bezig. Tijdens de Kinderboekenweek starten we een feuilleton van vijf afleveringen: ”Bert en Bart redden de bibliotheek”.”

U won twee keer een Zilveren Griffel. Toch oogt het Kinderboekenweekgeschenk eerder als een strip dan als literair getint kinderboek.

„Het Kinderboekenweekgeschenk is leesbevorderend bedoeld. Dus moet je een boek maken dat een heleboel kinderen leuk vinden. Veel van hen zijn geen geweldig goede lezers. Het tijdschrift Donald Duck (Veldkamp werkte een aantal jaar op de redactie, MO) wordt wél veel gelezen. Plaatjes, daar zijn mindere lezers blij mee.

Bij mijn eigen kinderen heb ik gezien dat veel boeken die als literatuur voor kinderen doorgaan te moeilijk zijn. Dit boek is niet bedoeld om de volwassen fijnproever van jeugdliteratuur tevreden te stellen. Ik probeer het heel eenvoudig te houden. Geen lange zinnen, weinig komma’s. Ik zei voor de grap tegen Kees: Zullen we op het omslag ”Nu zonder metaforen” zetten?

Ik hoop dat ”Bert en Bart redden de wereld” als tegendraadse keuze wordt opgevat. Dat mensen gaan nadenken over jeugdliteratuur. Een boek moet allereerst leuk zijn voor kinderen, begrijpelijk voor kinderen. Maar zeker ook goed geschreven, zonder clichés, toegankelijk. Daar streef ik naar. Daarom ben ik blij dat ik twee keer een Zilveren Griffel kreeg. Het kan, dacht ik toen.”

Denkt u dat buitenaardse wezens een brede doelgroep boeien?

„Ik zie weinig problemen.”

De moeder van Bert en Bart, Viola, verbiedt vechtlustige spelletjes. Ze moeten „lief doen.” Wapens de wereld uit, is uw devies?

„Als je mijn mening vraagt: dit is een amusant boek. Ik vind dat je kinderen moet laten spelen. Daar moet je als ouder niet bovenop zitten. Een kind dat schiet in zijn spel wordt niet meteen een schutter. Net zoals iemand die pakkertje speelt geen kidnapper wordt.”

U brak een kleine drie jaar terug een lans voor stoere prentenboeken voor jongens. Wilt u zich voornamelijk op jongens richten?

„Nee hoor. Het moest gewoon gezegd worden, dat prentenboeken meestal lief zijn. Jongens willen juist actie, ook als ze vijf jaar zijn. Maar ik zie mezelf niet als specialist in dat genre. Ik stop vooral humor en spanning in mijn boeken. En voor groteren –in boeken zoals ”Tiffany Dop”– mik ik ook op ontroering.”

Zowel de Bond tegen het vloeken als de Stichting Bijbel en Onderwijs bekritiseerde uw boek ”Tiffany Dop”, waarin een 13-jarig meisje uit een Groningse achterbuurt zwanger wil raken. Wat doet dat met u?

„Het stelt me teleur. Dat klinkt misschien raar. Maar ik ben gereformeerd opgevoed. Ken je dominee Herman Veldkamp? Gereformeerd was hij. Hij heeft me een stapel christelijke boeken geschreven. Exegese. Hij was m’n opa. Mijn ouders leefden me een christelijke moraal voor. Ik dacht dat ik die in dit boek juist doorgaf.

”Tiffany Dop” gaat over een kind dat in een egoïstische omgeving is opgevoed. Dat kind neemt een besluit. Ze wil lief, zorgzaam en geduldig worden en daarvoor heeft ze een baby nodig. Ze geeft zelfs geld uit voor haar broers, totaal ondenkbaar in haar milieu. De boodschap is: Je leeft niet alleen voor jezelf.

Eigenlijk snap ik de kritiek niet en frustreert die me. Vloeken kunnen het probleem niet zijn geweest. Er staat niet één vloek in mijn boek, in geen enkel boek.”

Kunt u zich indenken dat sommige ouders hun kind niet willen confronteren met de rauwe wereld waarin Tiffany leeft?

„Als het voorkomt, mag je er dan over schrijven? Je hoeft kinderen natuurlijk niet te bombarderen met ellende. Maar je moet hun wel leren hoe de wereld werkt en hen daartegen wapenen. Ja, ik denk dat het ook geldt voor de pornofilms waarop Tiffany stuit. Als je kinderen naïef laat, krijgen ze uiteindelijk een hele lading over zich heen.”

Uw dochter heeft het boek gelezen?

„Absoluut niet. Als je ”Tiffany Dop” leest ben je een jaar of dertien. Misschien laat ik het haar iets eerder lezen, dan lees ik mee. Ik vind het nooit verkeerd als ouders een beetje met hun kind meekijken. Ik lees nu Francine Oomen met m’n dochter.”

Een meisje van 13 dat een baby wil; hoe verzint u zoiets?

„Zo moeilijk is dat niet. Als je een baby op je schoot houdt, ga je er toch automatisch voor zorgen? Dat is een heel natuurlijke reactie. Ik vind dat heel interessant, het laat een basale menselijke eigenschap zien. Bij wie komt zo’n reactie nu het hardst aan? Bij een persoon als Tiffany, die nooit liefde en zorg heeft gekregen. Als ik een meisje had gekozen uit een heel warm gezin, was het niet geloofwaardig. Nee, ik wilde haar in het boek niet echt zwanger maken. Er zijn grenzen voor wat ik schrijf.”

>>bertenbartavonturen.blogspot.com voor het feuilleton ”Bert en Bart redden de bibliotheek”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer