Holleeder zei: „Eerst Osdorp.”
AMSTERDAM (ANP) – „Eerst Osdorp.” Dat waren de veelbetekenende woorden die Willem Holleeder eind oktober 2005 sprak tegen Jesse R., een van de hoofdverdachten in het liquidatieproces Passage. R., die te boek staat als dé hitman in het geheel van Passage, was op dat moment in gezelschap van medeverdachten Peter la S. (tevens kroongetuige) en Sjaak B.
La S. gaf maandag op verzoek van de rechtbank een korte samenvatting van de tot dusver in de kluis gehouden verklaring die hij heeft afgelegd over de betrokkenheid van Willem Holleeder bij de liquidaties die het onderwerp zijn in Passage.
Het drietal zat in de auto, aldus La S., in Amsterdam-Buitenveldert, in de buurt van het winkelcentrum Groot-Gelderlandplein. De mannen waren op weg om kleding te kopen die zou worden gebruikt bij de eerstvolgende liquidatie. Bij het winkelcentrum volgde een korte ontmoeting met Willem Holleeder.
Met „eerst Osdorp” zou Holleeder hebben bedoeld dat de huurmoordenaars eerst Kees Houtman moesten doodschieten - Houtman bewoonde in 2005 een villa in Amsterdam-Osdorp. Op 2 november van dat jaar werd hij, toen hij uit zijn auto was gestapt en zijn woning wilde binnengaan, door twee mannen onder vuur genomen. Hij stierf korte tijd later, voor de ogen van zijn vrouw en kind. La S. heeft bekend (in het kader van de kroongetuigendeal die hij met het Openbaar Ministerie heeft gesloten) dat hij een van de schutters was; de ander was volgens hem Jesse R.
Houtman was in de periode daaraan voorafgaand afgeperst. Willem Holleeder en enkele medeverdachten zijn daarvoor veroordeeld. Volgens kroongetuige La S. was Houtman een van de drie namen op een dodenlijst die Jesse R. van Passageverdachten Dino Soerel en Ali A. heeft aangenomen. Met de maandag bekend geworden verklaring voegt La S. Holleeder aan het gezelschap opdrachtgevers toe. Soerel en A. ontkennen iedere betrokkenheid.
Maandag zal de rechtbank uitvoeriger stilstaan bij de verklaring van La S. over Holleeder.