„Ik behoor tot zijn slachtoffers”
Ze is met een delegatie van Judicial Watch op tournee door Europa en woensdag was ze één dag in Nederland, net als trouwens de voormalige first lady van de VS, Hillary Clinton. Koos Hillary voor het prestigieuze Amstel-hotel in Amsterdam, Fidel Castro’s dochter Alina Fernandez deed het niet voor minder met het Haagse Des Indes. „Ik behoor tot zijn slachtoffers”, zegt Alina tussen de met gobelinstof beklede wanden over het regime van haar vader.
De in 1956 geboren Alina Fernandez ontvluchtte Cuba in 1994 en voelt zich meer „Cubaanse en moeder” dan dochter van de omstreden dictator. Haar broers en haar moeder wonen nog op het eiland dat de Alina -tenger, donkere ogen- bijna tien jaar geleden vaarwel zei. „Ik koos voor de zijde van mijn volk”, aldus Alina, die momenteel in Miami woont, de toevluchtshaven van talloze Cubaanse ballingen.
De vrouw die vier keer in het huwelijk trad en die geboren werd uit een onwettige relatie van Fidel met haar moeder, schreef in de jaren negentig een boek: Castro’s dochter. Het is een poëtisch en schrander verhaal met een ondertoon van eenzaam verdriet vanwege de tragedie die haar als kind al ten deel viel.
Alina zal na Nederland Spanje, Italië, Duitsland, Frankrijk en mogelijk ook nog Engeland aandoen. Samen met Larry Klayman, de bevlogen voorzitter van Judicial Watch, die op zijn visitekaartje heeft staan dat ”Niemand boven de wet staat!” Samen ook met Blanca Rosa Gonzalez, wier 25-jarige zoon Normando tot de 77 dissidenten behoort die onlangs door Fidel Castro bij elkaar 1400 jaar celstraf kregen toebedeeld.
Normando is een onafhankelijk denkende journalist, maar met dat vak loop je het risico in Cuba in een cel te belanden. Hij kreeg 25 jaar cel, hetzelfde aantal jaren als dat hij in ’vrijheid’ in Cuba heeft doorgebracht.
In Nederland heeft Judicial Watch ontmoetingen met het CNV, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de stichting Glasnost in Cuba. Alina rept over „de stilte” rond het Cubaanse regime. Ze wijt die aan de onoplettendheid en desinteresse van de internationale media, die daarmee een zware verantwoordelijkheid op zich laden. „Maar die stilte is doorbroken sinds Fidel Castro 3 kapers van een veerboot liet executeren en 77 vreedzame dissidenten zware straffen oplegde”, vindt ze. Nu moet de hele wereld wel weten wat een barbaarse en moorddadige dictator Castro wel is, voegt Klayman daaraan toe.
Haar vader heeft morele en economische steun, betoogt Alina Fernandez. Alleen daardoor houdt het regime van Castro stand tot op de huidige dag. Ze doelt vooral op het economische aspect: de gesprekken die de Europese Unie altijd met Castro heeft onderhouden en de Europese investeringen in Cuba. Daar moet in haar ogen radicaal een einde aan komen om druk uit te oefenen op Castro en om op die manier „mijn volk te bevrijden.”
Zowel Alina als Blanca benadrukt dat de situatie in Cuba precair is. En dat eigenlijk al sinds het begin van de revolutie, 1959. Er zitten in het hele land zo’n 400 politieke dissidenten gevangen. „Voedselrantsoen, geen medische voorzieningen, geïsoleerde opsluiting”, luidt Blanca’s treurige opsomming over het lot van gevangenen.
Klayman verhaalt over marteling en foltering, die de Cubanen in Miami ter ore komen. Daar weten ze volgens hem de echte waarheid over wat in Cuba gaande is. Ook zouden volgens hem vrouwen die hun mannen komen bezoeken voor het oog van hun echtgenoot door de politie worden verkracht.
Sinds de val van de Muur in 1989 is het armoedig gesteld met de olievoorziening in Cuba. Brandstof om het land rond te reizen, is er nauwelijks. Behalve dan voor de toeristen, die peperdure dollars moeten neertellen voor een tochtje landinwaarts.
Juist aan dat toerisme zou een einde moeten komen om Castro eindelijk eens echt onder druk te zetten, argumenteren zowel Alina en Blanca als Larry Klayman, de voorzitter van Judicial Watch. Want de aan toerisme verdiende centen komen niet ten goede aan het volk, maar louter aan de machthebbers.
Jucidial Watch wil dat er nu eens echt strenge economische sancties van de Europese Unie en de VS tegen Castro worden ingesteld. Het pappen en nathouden van de afgelopen jaren leverde niets op, meent Klayman. Het kwartet van Judicial Watch heeft in Brussel op de Europese burelen te horen gekregen bij monde van de voorzitter van de Latijns-Amerika-commissie Karl Buck dat er een kentering aan zit te komen. Europa lijkt meer en meer genegen de druk op de Cubaanse dictator op te voeren.
Ook de regering-Bush lijkt van zins het huidige Cuba-beleid aan te passen. Hoog tijd, redeneert Larry Klayman, want het jarenlange embargo van de VS tegen Cuba heeft niets uitgewerkt. Hij verwijst naar de mondiale sancties die werden ingesteld tegen het apartheidsbewind in Zuid-Afrika. Mede daardoor moest dat uiteindelijk zwichten.
De repressie en schending van de mensenrechten in Cuba zijn zo aantoonbaar, dat internationale sancties tegen ”our man in Havana” geen overbodige luxe zullen zijn. Dat het volk daar in de eerste plaats de dupe van zal zijn, zwakt Klayman af. Het lijdt immers al zo lang en kan wel tegen een stootje.
Ook het feit dat een politiek van sancties kan mislukken -tegen Irak werkten ze ook nauwelijks iets uit- wuift de voorzitter van Judicial Watch aan de kant. „Dat waren geen echte sancties. De Amerikanen dreven volop handel met Irak.
Judicial Watch pleit ervoor dat de Europese Unie en de Verenigde Staten samen krachtig actie ondernemen om Fidel ten val te brengen. Een militaire interventie is voorlopig uitgesloten. Niettemin wordt Castro al een beetje nerveus, voorspelt Klayman: „Eerst Saddam Hussein, vervolgens de Syriërs; en dan, Fidel Castro, ben jij aan de beurt.”