Dr. Plaisier pleit in Israëldiscussie voor onmogelijk keuze
Dr. A. J. Plaisier dwingt in zijn reactie op ”Onopgeefbaar verbonden” (RD 20-9) ten onrechte ertoe te kiezen tussen Israël of Jezus Christus, reageert Paul Stroes.
Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, reageerde vorige week op een studiedag van het Platform Kerk en Israël op de onlangs verschenen brochure ”Onopgeefbaar verbonden”. Een lastige klus. Hij moest inhoudelijk reageren op een onderwerp waarover de meningen binnen de kerk nogal uiteenlopen. Een conflict waarin iedere jota op een weegschaaltje wordt gelegd.
Dit was terug te zien in de lezing van Plaisier. Het was vooral een veilige, bestuurlijke reactie, gericht op het vermijden van polarisatie en het matigen van de verschillende standpunten. Hij opereerde als een vader die zijn zonen maant het zicht op elkaar niet te verliezen. In zo’n geval wordt, om de onderlinge vrede te bewaren, nagelaten complexe zaken uit te diepen.
Kan zo’n reactie echter wel in relatie tot het Israëlisch-Palestijns conflict? Mogen we niet meer verwachten van het leiderschap van de kerk? Is de reactie niet te veel gericht op ”de club bij elkaar houden” dan op de inhoud? Of heeft Plaisier wel degelijk de officiële visie van de Protestantse Kerk op dit conflict uiteengezet en twijfelt hij dus echt aan de landbelofte?
Het is opvallend dat Plaisier stelt dat de visie van de opstellers van ”Onopgeefbaar verbonden” vooral een normatieve geschiedenisvisie is en dus niet op het heden en de toekomst toepasbaar. Dat is nogal een stelling. Staat het Oude Testament niet vol van voorzeggingen, juist ook met betrekking tot het handelen van God met Zijn volk in de toekomst? Acht Plaisier deze voorzeggingen niet meer relevant?
Uit zijn reactie concludeer ik verder dat het Oude Testament voor hem niet meer is dan geschiedenis en dat in het Nieuwe testament alles samenkomt. Het oude is dus echt oud en heeft afgedaan. Dat in het Oude Testament geschreven staat dat God de Joden uit alle landen bijeen zal brengen, wordt volgens hem in het Nieuwe Testament niet ondersteund. Die belofte heeft dus afgedaan. Een vreemde redenering.
Iedere auteur zal een nieuw hoofdstuk van een boek niet beginnen met de opmerking dat alles wat daarvoor geschreven is nog steeds van kracht is. Dat gebeurt ook niet in het Nieuwe Testament. Zolang niet expliciet duidelijk wordt gemaakt dat het eerder geschrevene niet meer geldig is, mag de lezer ervan uitgaan dat het verhaal voortgaat.
De consequenties van zijn redenering zijn overigens nog groter: veronderstellen dat het Nieuwe Testament iets anders zegt dan het Oude Testament betekent impliciet dat God, Die door profeten heeft gesproken, onbetrouwbaar is.
De redenatie van Plaisier kan ook op nog iets anders uitlopen. Telkens weer spitst de discussie zich toe op de vraag of de universaliteit van het heil in Jezus Christus een plan met Gods volk in de weg staat of zelfs overbodig maakt. Zou het echter niet kunnen zijn dat, naast het heil in Jezus Christus, God ook een plan heeft met het Joodse volk en dat er geen keuze gemaakt hoeft te worden? Hebben we niet te makkelijk ons blikveld versmald tot ‘slechts’ de betekenis van het heil in Jezus Christus? Israël is geen vervanger voor Christus of andersom, maar maken beide geen onderdeel uit van Gods plan?
Het lijkt mij verstandig om de Bijbel te beschouwen als een geheel en in zijn complete samenhang te blijven onderzoeken. Dan is het niet nodig om te moeten kiezen voor Israël of voor Jezus, voor het Oude Testament of voor het Nieuwe Testament.
Dit betekent concreet dat we Jezus én Israël centraal stellen. Dat we samen met onze Joodse broeders continu het gesprek aangaan. Dit is naar mijn idee ook de roeping van de kerk. Dat gaat verder dan alleen te kiezen voor bestuurlijke veiligheid.
De auteur is lezer te Hoofddorp.