Een klasje van dertig Afghaanse mannen bijt het spits af, vertelde de commandant van de Nederlandse politietrainers, kolonel Ron Smits, zaterdag op het Nederlandse kamp in Kunduz. De cursisten werken al als agent in Kunduz, maar zijn daarvoor nooit opgeleid.

De dertig Afghanen krijgen een acht weken durende basistraining die mede door twee Nederlanders is ontwikkeld. Dat gebeurt op een Duitse trainingscentrum in Kunduz, in de buurt van het Nederlandse ’Camp Windmill’, te herkennen aan een rood-wit-blauw molentje.

Aanvankelijk zou de basistraining in januari beginnen, maar de NAVO heeft op grond van proeven besloten de lesmethode versneld in te voeren. De 20 instructeurs van de marechaussee brengen de Afghanen de eerste beginselen van het politiewerk bij, zoals het ondervragen en fouilleren van verdachten. Mede op aandringen van de Tweede Kamer is de training wat uitgebreid om meer aandacht te kunnen geven aan zaken als mensenrechten en integriteit.

De Afghaanse politie heeft geen goede naam onder de bevolking. De agenten staan vaak te boek als corrupt en zijn meestal onvoldoende opgeleid om burgers te beschermen en de orde te handhaven. Ook is het verloop onder de agenten hoog. De NAVO en de Nederlandse stafleden zoeken naar wegen om dat tegen te gaan.

Vaak spelen veiligheid of een te lage vergoeding een rol om te stoppen met het politiewerk. Kolonel Cornelis Pals is er echter van overtuigd dat een goede training een middel is om mensen te binden aan het werk. „Als je een goede training krijgt, doet dat iets met je motivatie”, zei Pals, die vanuit de Afghaanse hoofdstad Kabul aan de missie deelneemt.

Ook commandant Smits heeft al ondervonden dat de Afghaanse agenten enthousiaste en leergierige mensen zijn. Nederlandse militairen geven niet alleen een basiscursus, maar ook een praktijktraining buiten de poort in Kunduz-stad. Die activiteiten zijn al enkele weken aan de gang.