Opinie

Strengere regels voor de top

2 July 2003 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

Het systeem van ondernemingsgewijze productie staat in onze maatschappij eigenlijk niet meer ter discussie. Het communistische stelsel heeft duidelijk gefaald. Cuba en Noord-Korea, de laatste communistische landen ter wereld, staan thans bekend vanwege hun grote armoede en economische stagnatie.De socialistische partijen hebben hun vroegere ideeën om althans een aantal basisindustrieën in overheidshanden te houden of te krijgen, allang overboord gezet. Ook in Azië en Afrika is men er inmiddels achter dat nationalisatie van westerse ondernemingen en het optrekken van hoge tariefmuren om de eigen industrie te beschermen, in werkelijkheid een doodlopende weg zijn.

Die overwinning van het kapitalistische systeem wil echter niet zeggen dat de discussie over onze economische orde ten einde is en dat we ons nergens meer zorgen over hoeven te maken. Juist de laatste jaren zijn er op dit vlak nogal wat schokkende gebeurtenissen te melden.

Beurskoersen liepen eerst geweldig op en stortten daarna in. Pensioenfondsen die geacht worden hun premies op een solide wijze te beleggen, kwamen daardoor in grote problemen. Gesteund door hun accountants, schroomden sommige bedrijven niet om hun financiële resultaten stukken gunstiger voor te stellen dan ze in werkelijkheid waren. Op die manier hoopten ze hun beurskoers hoog te houden of nog verder te laten oplopen.

Door optieregelingen en andere constructies zorgde de bedrijfstop ervoor dat hij zelf ook ruimschoots deelde in de algehele economische voorspoed. En wanneer het helemaal fout ging en directeuren het veld moesten ruimen, was er voor hen veelal sprake van een royale afvloeiingsregeling. Het kon gewoon niet op.

Geen wonder dat deze gang van zaken forse kritiek opriep. In Amerika, het Mekka van het kapitalisme, werd na het Enron-schandaal de wetgeving behoorlijk aangescherpt. Aandeelhouders en anderen moesten voortaan kunnen vertrouwen op de door accountants gecontroleerde jaarrekeningen.

In Nederland presenteerde de commissie-Tabaksblat gisteren haar code voor fatsoenlijk ondernemingsbestuur. Voor een deel zou die code ook wettelijk moeten worden vastgelegd. Gebeurt dat niet, dan is de kans groot dat veel aanbevelingen terechtkomen in de al ruim gevulde map met goede voornemens, waar verder nooit wat mee gedaan wordt.

De commissie acht een sterkere positie van de aandeelhouders noodzakelijk. Die zouden meer rechten moeten krijgen om de directie van hun bedrijf aan de kant te zetten. Daarnaast is het gewenst dat zij meer greep hebben op de beloning van de bedrijfstop en op ingrijpende beslissingen, zoals de verkoop van omvangrijke bedrijfsonderdelen en belangrijke overnames.

De ontslagvergoeding voor falende directeuren wordt ingeperkt. Commissarissen moeten volgens het advies van de commissie hun toezichthoudende taak serieuzer nemen. Het aantal commissariaten dat iemand tegelijkertijd mag bekleden, wil de commissie tot vijf beperken.

De eerste reacties op deze voorstellen zijn instemmend. Minister Zalm noemde ze evenwichtig en positief. De persoon van Morris Tabaksblat, oud-voorzitter van de raad van bestuur van Unilever, staat er ook garant voor dat het hier niet gaat om plannen die bedacht zijn door mensen zonder ervaring met beursgenoteerde bedrijven of die gedreven worden door een diepe aversie tegen de zakenwereld.

Het zal er nu om gaan deze aanbevelingen zo snel mogelijk te concretiseren. Vertrouwen in de soliditeit van het bedrijfsbeleid is een niet-onbelangrijke factor voor het economisch herstel. Een rem op buitensporige zelfverrijking aan de top maakt het voor de vakbonden ook gemakkelijker om in te stemmen met een zekere loonmatiging.


Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer