Achter de schermen van Gods wereld
Titel:
”Actuele medische ethiek in bijbels perspectief”
Auteur: J. R. Poelman
Uitgeverij: CeGe Boek, Middelburg, 2002; 175 blz.
ISBN 90 76343 04 7
Pagina’s: € 12,50 (excl. portokosten); te bestellen per fax (0118-626275) of per e-mail: (cegeboek@zeelandnet.nl). In ”Actuele medische ethiek in bijbels perspectief” stelt internist-verpleeghuisarts dr. J. R. Poelman zes actuele onderwerpen uit de medische ethiek aan de orde. Hij zet in met Psalm 19:8-10 (Gods wet is volmaakt) en draagt het boek op aan zijn leermeester, de vermaarde prof. dr. G. A. Lindeboom (1905-1986).
Deze uitgave is geen wetenschappelijke verhandeling, maar een bundeling van lezingen. De bedoeling van de auteur is het aan christenen verschaffen van informatie over de vertechniseerde en verzakelijkte geneeskunde. Dat doet hij vanuit het perspectief van Schrift en belijdenis. Dr. Poelman schreef dit boek in samenspraak met de leden van de werkgroep ”Actualisering van het belijden” van het Confessioneel Gereformeerd Beraad.
De auteur wijdt het eerste hoofdstuk aan genetische manipulatie. Na uitgelegd te hebben wat de bouwstenen van de erfelijkheid zijn, komen allerlei toepassingen in biotechnologie, voeding en geneeskunde aan de orde. Hij bespreekt gentherapie, klonering van dieren en mensen en experimenten met embryo’s en met stamcellen: pluripotente kunnen uitgroeien tot ieder willekeurig weefsel en multipotente zijn meer ’geblokkeerd’. Hij roept christenen op zeer alert te zijn op nieuwe ontwikkelingen, omdat de wetenschap verder gaat tot en óver grenzen, wellicht tot achter de schermen van Gods wereld.
Een van de discussievragen gaat over de taak van de overheid ten aanzien van de biotechnologie. Met betrekking tot het kloneren citeert Poelman uit een artikel van ondergetekende: In de geloofsbelijdenis van Nicea wordt beleden dat Christus echt God is, van hetzelfde wezen met de Vader. Om dat duidelijk te maken, wordt gezegd dat Hij is geboren en niet gemaakt. Wanneer de Vader Hem had gemaakt, kon Hij geen God Zijn, maar stond Hij op het niveau van een schepsel. Een kloon is niet geboren, maar gemaakt.
Ivf
Reageerbuisbevruchting (ivf) is een volgend onderwerp van belang, want 10 procent van de huwelijken blijft ongewild kinderloos. Bij de ivf is het vernietigen van embryo’s het grootste probleem, maar de emotionele en sociale kant vragen ook hun tol. Eiceldonatie, draagmoederschap, kunstmatige inseminatie met zaad van een donor die niet de echtgenoot is en moederschap na de overgangsperiode (menopauze) wijst Poelman af. In dit hoofdstuk komen ook andere onderwerpen van de moderne voortplantingsgeneeskunde aan de orde, die -binnen een bijbels kader- vanuit een voorzichtig positieve benadering worden beschreven. Poelman constateert in de ethische discussie bij bijbelgetrouwe christenen twee standpunten: geheel tegen ivf of onder voorwaarden acceptabel. Ik deel de keus van de schrijver voor de tweede categorie.
De andere kant van de medaille is het ongewild zwanger zijn, althans van dít kind. Abortus leidt tot de dood van dit kind én kan door verandering in de hormoonhuishouding bij de moeder op termijn borstkanker veroorzaken, terwijl er vroeg of laat een postabortussyndroom kan optreden. Behalve abortieve methoden worden ook diverse methoden tot het voorkomen van zwangerschap besproken (mechanische, hormonale, chirurgische en immunologische). Uitvoerig gaat de schrijver in op het feit dat er vanaf de conceptie sprake is van menselijk leven en op andere uitgangspunten van de christelijke ethiek inzake abortus. Als de levenskansen van de foetus erdoor worden vergroot, is prenatale diagnostiek te beschouwen als een morele plicht. Poelman sluit af met mogelijkheden tot hulpverlening bij ongewenste zwangerschap. „Wie huivert nog wanneer hij hoort dat wereldwijd er jaarlijks 55.000.000 abortussen plaats vinden?”
Technisch
In toenemende mate is de moderne geneeskunde technisch geworden. Toch heeft de ’hightech’-geneeskunde maar voor 1 procent bijgedragen aan de gemiddelde levensverlenging van de mens. In principe bestaan er vier vormen van transplantatie. Aan de orde komen onder meer afstotingsreacties, de werving van organen, kenmerken van de dood en wachtlijsten. De schrijver geeft een uitvoerige beschrijving. De ethische afweging wordt ingezet met Psalm 8:6-8. Dr. Poelman gaat in op naastenliefde en vrijwilligheid, op het wederkerigheidsprincipe en het feit dat het lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Tegenover soortoverschrijdende transplantaties (gebruik van dierlijke organen) staat hij terecht uiterst kritisch. Een fundamentele discussievraag bij dit hoofdstuk is waarom bloedtransfusie in wezen ook een vorm van transplantatie is. Een andere vraag is of bij orgaantransplantatie de integriteit van een mens wordt geschonden (vgl. Heidelbergse Catechismus, antwoord 57).
De zorg voor de laatste levensfase staat sinds enkele jaren breed in de belangstelling. Koningin Beatrix vroeg er in haar kersttoespraak in 1996 aandacht voor. Daarin past ook het begrip ”versterven”, in een nieuwe en verkeerde betekenis weer geïntroduceerd door de psychiater B. E. Chabot in 1996. Dr. Poelman bespreekt in het korte -en mijns inziens te korte- hoofdstuk 5 het versterven in de psychogeriatrie. Volgens hem wordt versterven (in de moderne betekenis, RS) in het buitenland gezien als een onacceptabele vorm van euthanasie. Echter, versterven in de canonieke betekenis van het woord is een natuurlijk proces: de persoon sterft niet omdat hij niet meer eet en drinkt, maar hij eet en drinkt niet meer omdat hij stervende is. Dat had meer aandacht mogen krijgen.
Terecht krijgt het laatste hoofdstuk over euthanasie ruime aandacht. De auteur beschrijft wat er momenteel onder wordt verstaan, hoe de maatschappelijke ontwikkeling is geweest, hij maakt historische kanttekeningen, beschrijft de veranderende moraal en geeft medisch-ethische notities. Het Nederlands Artsen Verbond (NAV) heeft zich vanaf zijn oprichting in 1972 krachtig verzet tegen de levenrelativerende geneeskunde. „De humanistisch georiënteerde arts met de hippocratische visie op het leven en de christenarts hebben een gemeenschappelijke doelstelling, waardoor samenwerking mogelijk is en zelfs geboden, teneinde een dam te kunnen opwerpen tegen de steeds verder gaande praktijk rondom levensbeëindigend handelen.”
Verschuiving
Uitvoerig wordt ingegaan op de nieuwe wetgeving en regionale toetsingscommissies, op zorgvuldigheidseisen en de voortgaande verschuiving van grenzen. Poelman schenkt aandacht aan de verantwoordelijkheid van verpleegkundigen en aan het zogeheten proportionaliteitsbeginsel: de lasten van de behandeling moeten opwegen tegen het voordeel dat de patiënt ervan zou kunnen ervaren. Via het Platform Zorg voor Leven komt hij bij palliatieve zorgverlening en de hospicezorg als alternatief.
Het hoofdstuk sluit als volgt af: „De groeiende aandacht voor de palliatieve zorg en de opkomst van de hospicebeweging mogen we zien als een goede ontwikkeling. Mede daardoor kan de vraag naar euthanasie afnemen. Enquêtes wijzen in die richting. Niet het subjectieve oordeel bepaalt of iemands leven ’leefbaar’ is. Wij dienen uit te gaan van de normen die ons worden aangereikt in Gods Woord. En aan het gezag daarvan behoren wij ons als christenen te onderwerpen.”
Discussievragen
In ieder hoofdstuk wordt eerst medische informatie gegeven. Daarna komt de schrijver vanuit een christelijk-ethische optiek tot meningsvorming. Elk onderdeel vormt een afgerond geheel, waarbij niet is gestreefd naar volledigheid. Aan ieder hoofdstuk zijn enkele discussievragen toegevoegd, bedoeld als handreiking voor verdere bezinning of bespreking. Bovendien wordt per hoofdstuk een opsomming van geraadpleegde literatuur gegeven. Op pagina 175 staan enkele persoonlijke gegevens over de auteur.
De spectaculaire ontwikkelingen en de toegenomen mogelijkheden in de geneeskunde, die in hoge mate technisch is geworden en verzakelijkt, hebben bij velen vragen opgeroepen. Dit boek is dan ook bedoeld om de lezer informatie te geven en achtergronden te belichten vanuit bijbels perspectief. Bijzonder graag beveel ik dit overzichtelijke en goed geschreven boek aan vanwege de rijkdom aan eenvoudige informatie.