Ds. P. Vermaat schrijft toegankelijk boek voor beginnende ambtsdrager
Lichtvoetig is het, maar met een serieuze ondertoon. Het boekje ”101 dingen die je moet weten als je ambtsdrager wordt”, een verzameling citaten van ds. P. Vermaat. Als vanzelf kiert af en toe de deur van de consistorie open.
Het bundeltje steekt de onzekere ambtsdrager (in wording) een hart onder de riem met tal van citaten, adviezen en korte anekdotes. Citaten met een knipoog, zoals deze van Spurgeon: „Door vol te houden kwam ook de slak in de ark.” Maar ook doordenkers: „Calvijn heeft de paus schaakmat gezet met als pion de ouderling”, van Oepke Noordmans.
Ze vormen de neerslag van de flinke knipselverzameling van ds. Vermaat, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. „Ik heb de merkwaardige gewoonte om iets waardevols wat ik tegenkom in bijvoorbeeld een kerkblad, uit te knippen en te bewaren. Mijn vrouw heeft al die teksten opgeplakt, zodat ze altijd bij de hand zijn. Een enkele zin zegt soms meer dan een hele preek. Neem nou deze, die ik pas tegenkwam: „De meeste mensen gaan naar het café om contact, maar ze krijgen bier.” Het geeft iets weer van de eenzaamheid van mensen. Oneliners zijn kapstokken waaraan mensen hun verdriet of twijfel kunnen ophangen.”
Behalve uit zijn eigen verzameling putte de Veenendaalse predikant uit ”Het Groot Citatenboek” (van Boekencentrum, zijn eigen uitgever) en uit bundels van verschillende dichters, zoals Guido Gezelle en André F. Troost.
”101 dingen die je moet weten als je ambtsdrager wordt” is bedoeld voor de ouderling of diaken die net bevestigd is en opziet tegen zijn taak. „Kan ik dit wel? Wie ben ik dat ik gemeenteleden adviezen zou geven? Wat zeg je eigenlijk in een consistoriegebed?” zo vermeldt de achterflap enkele van hun vragen.
Ds. Vermaat: „In Vlaardingen vertelde iemand me dat hij voor het eerst ouderling van dienst was. Er werd in die tijd nog gerookt in de consistorie. Hij stak de ene sigaret met de andere aan. Ach, het ging zo onhandig allemaal. Het enige wat ik van zijn gebed verstond, was: „Heere, zegen deze dienst, amen.” Vervolgens liep hij zo snel naar de kansel dat ik hem in mijn toga niet kon bijhouden. Hij moest nog groeien in het ambt. Maar –en dat heb ik vooral onthouden– de man had met zijn hele hart ja gezegd tegen zijn roeping.”
Nieuwe kerkenraadsleden nemen, zo blijkt, met zichtbare schroom plaats in de kerkenraadsbankjes. Onder meer omdat ze zichtbaar en opvallend voor in de kerk zitten. „Ze weten dat ze aangesproken kunnen worden op hun houding of gedrag, op hun huwelijk en gezin. Toch hebben ze precies dezelfde roeping als mensen die achter in de kerk zitten, namelijk om in woord en daad een teken van Gods Koninkrijk te zijn.”
Ook de wetenschap dat ze verantwoordelijkheid dragen en leiding moeten geven, maakt het nieuwe ambtsdragers lastig, denkt de predikant. „Jouw stem kan de doorslag geven. Je moet wijs zijn. En het is niet altijd mogelijk om verantwoording af te leggen over je beslissingen. Daarbij worden mensen steeds kritischer. De kerk is tegenwoordig net een duiventil. Zit er ergens anders wat meer mais in het voer? Dan gaan we daarheen.”
Een gedicht voor de ouderling verwoordt: „Ook weleens zuchtend, kritiek kan soms zwaar zijn/ maar dan kracht zoekend in het gebed/ Tegen de wind in het loflied te zingen/ door Zijn genâ in de ruimte gezet.”
Welke basishouding zou ds. Vermaat de beginnende ambtsdrager aanbevelen? „Leidinggevenden kunnen teleurgesteld raken door problemen in de kerk of door wat ze in het pastoraat tegenkomen. Laten zij desondanks trouw blijven aan hun roeping en met het oog op de grote Herder de kudde bijeenhouden.” En ook, zegt hij even later, „putten uit het Evangelie. Het bevrijdende Woord van God is zó’n geschenk in deze tijd.”
Verschillende keren dient ds. Vermaat de lezer van adviezen, soms doorspekt met persoonlijke memoires. Zo raadt hij kerkenraden aan om van tijd tot tijd te spreken over de viering van doop en avondmaal en –voor wie regelmatig pastorale bezoeken aflegt– een bezoekadministratie bij te houden. Zo’n administratie bevat bijvoorbeeld gegevens over werk of studie en de belangrijkste gespreksonderwerpen die eerder aan bod kwamen.
Als vanzelf kiert af en toe de deur naar de consistoriekamer open.
„Over de orde van dienst is goed met de gastvoorganger gecommuniceerd”, schrijft ds. Vermaat. „Schriftelijk, vooraf. Het is handig als op de kansel een voorbeeldliturgie ligt. Er zijn tegenwoordig zo veel verschillende gebruiken. Ooit verliet een dominee de kansel terwijl de gemeente nog driemaal ”amen” zong.”
Toch heeft ook deze ludieke bijdrage een ernstige ondertoon. Ds. Vermaat: „Ik zou in de consistorie wel eens willen vragen: Wie weet eigenlijk waarmee we hier bezig zijn? Soms zou je het gesprek wat meer op niveau willen brengen. Mensen beginnen na de dienst soms direct met het legen van de collectezak. Het lijkt dan alsof ze niet de moeite nemen om de kostbare brief te openen die ik heb bezorgd. Graag zou ik horen wat hen heeft geraakt en of er iets bij was voor gemeenteleden die het moeilijk hebben.”
De toon van het gesprek na de preek luistert nauw, is hij van mening. „Een dominee is kwetsbaar. Het is niet fijn als je twee dagen in de keuken hebt gestaan en je hoort dan dat het eten te flauw is of dat iemand liever geen witlof had gehad. Anderzijds: je moet als dominee wat aankunnen. Het is aan de kerkenraad om te proeven of de kok gezwoegd heeft of dat hij de diepvries is ingedoken en snel een kliekje heeft opgewarmd.”
De Veenendaalse predikant hoopt met zijn boekje te bereiken dat mensen „met wat meer vreugde het ambt zullen aanvaarden. Niet alleen zuchtend: „Ik sta op dubbeltal en ik hoop dat ze me niet kiezen.” Maar: „Ik zal met vreugde in het huis des Heeren gaan.””
Het boek oogt hapklaar, leest toegankelijk en past daarmee goed in de serie ”101 dingen die je moet weten…”.
„Geestelijke snacks”, noemt ds. Vermaat zijn pennenvruchten. „Korte, geestelijke boodschappen. We leven in een tijd waarin mensen niet zo gemakkelijk boeken lezen. Misschien moeten we als kerk leren de ruif wat lager te hangen.”
101 dingen die je moet weten als je ambtsdrager wordt, P. Vermaat;
uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2011; ISBN 978 90 2392556 9; 80 blz.; € 10,00.
Met een gespreksthema op huisbezoek gaan
Huisbezoek
„Soms is het goed om gericht met een gespreksonderwerp op huisbezoek te gaan. Zeker als we ook graag kinderen en jongeren erbij willen betrekken. Dat zou kunnen met een beladen onderwerp als mediagebruik. Gespreksvragen zouden kunnen zijn: Met welke media kom je dagelijks in aanraking? Noem vijf zegeningen en vijf risico’s van de media. Hoeveel tijd besteed je aan de media en wat vind je daarvan? Wanneer je zo te werk gaat, is het wel goed dit van tevoren te laten weten.”
„Familiefoto’s op het dressoir zijn vaak een goed aanknopingspunt voor een gesprek.”
Diakenen
- „Het wordt moeilijker mensen te vinden voor het kerkenwerk. Voor het diakenambt valt het vaak nog mee. „Het is ”maar” diaken”, wordt dan gezegd. (…) Dat ziet de Bijbel anders.” Diakenen: „Wijze mannen die goed bekendstaan en vervuld zijn van de Heilige Geest.”
Kerkrentmeesters
„Wie bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft in een krimpende kerk moet steeds vaker minder leuke besluiten nemen. Belangrijk is een zorgvuldige communicatie met en naar de hele gemeente. Het afbreken van kerkgebouwen heeft ook op niet-meer-meelevenden grote impact, ook al zijn ze er zelf mede schuldig aan. Daarom is het goed ook buurtbewoners erbij te betrekken, althans bij bijeenkomsten uit te nodigen.”
„Kerkrentmeesters hebben een beheerstaak in Gods wijngaard. Storingen van buiten of van binnen moeten voorkomen of verholpen worden. Een draaiboek daarvoor voorkomt onzekerheid.”
Consistoriegebed
- „Here God, geef ons een goede kerkdienst. Laten we in de stem van de voorganger Uw stem mogen horen. Maak ons hart bereid tot Uw lof. Bekwaam hem, die zal voorgaan en zegen allen die aan deze dienst deelnemen.”
Tussen kansel en orgelbank
„Samenwerking tussen kansel en orgelbank mag best vóór de zondag beginnen.”
Pastoraat
„Wie zich het christen-zijn voorstelt als een aangename wandeling naar de hemel, heeft er nog weinig van begrepen.” (A. J. Th. Jonker)
„Twijfel nooit in het donker aan wat God je in het licht liet zien.”
Het wondere Woord
„De deur van een bijbeltekst kan alleen aan de binnenkant geopend worden.” (Augustinus)
Uit: ”101 dingen die je moet weten als je ambtsdrager wordt”