Buitenland

Minder geld voor ruimen mijnen in Afghanistan

Het kabinet moet binnenkort opnieuw bezuinigen, ook op de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Wat betekent dat concreet? Dat er in Afghanistan minder geld is voor de mijnenruimers.

Daphne Meijer
1 July 2003 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

Langzaam lopen de dertig mannen naast elkaar het heuveltje op. Bij elke stap bukken ze voorover om te zien wat er voor hun voeten op de grond ligt. Is dat een takje, of een stukje oud ijzer? Of misschien een onontplofte kogel of een stukje van een mortier? Dit zijn de helden van Afghanistan, de mijnenruimers, of mijnenschoonmakers, zoals ze in het Perzisch wordt genoemd. Ze trekken door dit land, waar nog iedere dag iemand het slachtoffer wordt van een ontplofte mijn. Veldjes van telkens 10 bij 10 meter onderzoeken zij minutieus op landmijnen. Ze graven de explosieven uit en maken ze onschadelijk.

De mannen die vandaag even ten zuiden van Kabul het terrein verkennen, zijn strikt genomen niet op mijnenjacht maar zijn bezig onontplofte bommen, granaten en kogels op te ruimen. Ze werken op een totaal verwoeste voormalige Russische legerbasis. Aan het begin van de jaren negentig werd hier hevig gevochten tussen de troepen van Ahmed Shah Masud en Gulbuddin Hekmatyar. Een hele strook heuvelland achter onze rug ligt vol met landmijnen die Masuds moedjahedien er hebben neergelegd. Het heuveltje zelf levert niet zo veel onontploft materiaal op. Wat oude hulzen en een paar verroeste kogels; ze worden meegenomen en centraal vernietigd. Er is haast bij; het Afghaanse leger heeft een Amerikaanse aannemer in de arm genomen om de legerbasis te herbouwen.

Een voorzichtige schatting van het Landmijn Actie Programma van de Verenigde Naties luidt dat er zo’n 500 vierkante kilometer bezaaid ligt met onontplofte landmijnen. Daarnaast is zo’n 400 vierkante kilometer van het land bezaaid met de meest uiteenlopende munitie die in de afgelopen 25 jaar al dan niet is ontploft. Deze uxo’s, ”unexploded ordnance”, zijn gevaarlijke resten van munitie die mensen en dieren veel schade kunnen berokkenen, soms jaren nadat zij zijn afgeschoten of uit een vliegtuig zijn gegooid. Ironisch genoeg zijn het soms de ingenieurs die de bommen hebben ontworpen, die nu door de Verenigde Naties als trainers naar Afghanistan worden gehaald om de lokale mijnenruimers te leren hoe je bijvoorbeeld een Amerikaanse clusterbom onschadelijk maakt. Onontplofte clusterbommen zien er aan de buitenkant uit als speelgoed, met een kleurig parachuutje en allerlei leuke gekleurde knopjes. Een spelend kind dat op het verkeerde knopje drukt, kan in theorie een explosie in gang zetten die een krater van tientallen meters slaat.

Zeventien organisaties werken in grote eensgezindheid onder de paraplu van de Verenigde Naties samen om mijnen te ruimen en uxo’s weg te halen. Dat kost geld, hoewel de lokale salarissen voor westerse begrippen niet hoog zijn. Een Afghaanse mijnenruimer verdient gemiddeld zo’n 150 dollar per maand. Hiervoor werkt hij zes uur per dag, van halfzes tot halftwaalf ’s ochtends, omdat het later op de dag te heet wordt.

De Canadese Tammy Hall is coördinator buitenland van het Landmijn Actie Programma voor Afghanistan van de Verenigde Naties. Zij schetst een tamelijk optimistisch beeld. „Als we op onze huidige sterkte kunnen doorwerken en er in de tussentijd geen nieuwe oorlog uitbreekt, kunnen we in tien jaar alle mijnen en uxo’s hebben opgeruimd. Mijnen liggen nooit op een bergtop; degene die ze plaatst wil zo veel mogelijk schade berokkenen. Ons streven is binnen vijf jaar alle gebieden die wij als hoog risico inschatten mijnenvrij te maken: de bermen langs doorgaande wegen, mijnenvelden in de buurt van grote steden, akkerland, grasland, de grond langs rivieren en langs irrigatiekanalen. Met 300 miljoen dollar voor vijf jaar kan dat lukken. Dit zal volgens onze berekeningen 17.000 levens redden.”

Er zijn ook economische overwegingen om in rap tempo door te gaan met het ruimen van mijnen. „De geruimde velden krijgen hun waarde terug als grasland, bouwland, irrigatiekanaal of als locatie voor woningbouw.” Alle gebieden die iets minder urgent zijn, kunnen in de tussentijd met borden en andere tekens worden gemarkeerd. Vervolgens zal het nog 200 miljoen dollar kosten om die mijnenvrij te maken. „Tot dusver hoeven de mensen bij wie wij een veld of een weg ontmijnen, daar niet voor te betalen. Het zou ook niet kunnen, want dat geld hebben ze eenvoudigweg niet. Maar als de economie hier gaat groeien, zal de bevolking op een gegeven moment voldoende geld vrij hebben om zelf een ploeg mijnenruimers in te huren.”

Het kost Hall echter de grootste moeite om de 50 tot 60 miljoen dollar per jaar bij elkaar te krijgen voor de allergevaarlijkste en allernoodzakelijkste gebieden. Het geld moet uit veel potjes komen, waarbij de Europese Unie, Groot-Brittannië en de Scandinavische landen zich de grootste donors tonen. Ook Nederland geeft jaarlijks 1 miljoen euro aan het Landmijn Actie Programma voor Afghanistan. Daarnaast subsidieert Nederland de Britse Halo Trust, een mijnenruimingsorganisatie die over de hele wereld, dus ook in Afghanistan, actief is.

Tammy Hall: „Het geld wordt echt een probleem. Duitsland heeft al gezegd dat het dit jaar zijn verplichtingen niet kan nakomen. Ik heb hier begrip voor, nu er een economische recessie heerst, maar het is jammer voor dit zinvolle werk. We redden er mensenlevens mee en kunnen veel ellende voorkomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer