De vakcentrale meldde dinsdagmorgen „drie toezeggingen” van minister Kamp (Sociale Zaken) en werkgevers te willen om later vandaag ja te kunnen zeggen tegen het akkoord dat de bond in juni zelf met hen sloot.

Dinsdagmorgen bleek dat de Federatieraad van FNV er na ruim zestien uur onafgebroken onderhandelen niet in was geslaagd tot een gemeenschappelijk standpunt te komen over het pensioenakkoord. Bondgenoten en Abvakabo, de twee grootste bonden binnen de FNV, blijven dit afwijzen en willen er niet verder over onderhandelen. Hoewel deze bonden een meerderheid van de FNV-leden vertegenwoordigen, hebben ze binnen de Federatieraad geen meerderheid.

Voorzitter Agnes Jongerius van de vakcentrale eist nu toezeggingen van werkgevers en Kamp omtrent de mogelijkheid voor lage inkomens om met een goed pensioen eerder te kunnen stoppen met werken, de risicoverdeling tussen werknemers en werkgevers en de zekerheid over de hoogte van het pensioen.

Bondgenoten en Abvakabo vinden die inzet te laag en gaan „autonoom” hun eigen weg.

Jongerius vreest echter dat zonder instemming van de FNV, Kamp terugvalt op zijn eigen plan en de AOW verhoogt naar 66 jaar, zonder maatregelen om ouderen aan de slag te houden en een jaarlijkse verhoging van de AOW-uitkering daar tegenover te stellen.

Vakbonden CNV en MHP stemden eerder al wel in met het pensioenakkoord. Arbeidsvoorwaardencoördinator Chris Baggerman van de RMU zei dinsdagmorgen te verwachten dat de werkgevers en Kamp „hun knopen” tellen en „eerdere weeffouten” in het akkoord zullen herstellen.

Zo kan Kamp volgens de RMU ervoor kiezen de ouderenkorting niet te schrappen en de compensatie van een 0,6 procent hogere AOW-uitkering inkomensafhankelijk te maken. „De AOW-uitkering voor iedereen jaarlijks laten stijgen met 0,6 procent, om er zo tegen het oude pensioen met 65 jaar uit te kunnen, is te generiek en onbetaalbaar. In het pensioenakkoord is afgesproken om dit te financieren met het schrappen van de ouderenkorting, die vooral de onderkant van de inkomensverdeling helpt. Hierdoor ontstaat er een herverdeling van arm naar rijk. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.”

Ook meent de RMU dat de afspraak dat werkgevers in het akkoord niet langer bij hoeven te storten als een pensioenfonds in problemen komt, te veel „in beton is gestort.” Baggerman: „De argumentatie dat de pensioenpremie al historisch hoog is en uit concurrentieoverweging niet meer mag stijgen is aantoonbaar onjuist. Daarbij komt dat in de huidige praktijk veelal werkgevers én werknemers gezamenlijk de pensioenpremie opbrengen. Het risico voor stijging van de pensioenpremie is nu éénzijdig bij de werknemers gelegd.”