De stem van God komt niet alleen tot ons vanuit het rijk der schepping, spreekt niet alleen in ons door ons geweten, maar deze stem komt vooral tot ons door de Woordopenbaring en de prediking van het Woord.

De schrijver benadrukt dat het vooral gaat om het gesproken Woord. Het behaagt immers de Heere om door de dwaasheid der prediking zalig te maken hen die geloven. Deze nadruk is terecht. Wij leven in een tijd waarin de beeldcultuur grote opgang doet.

In dit boekje wordt duidelijk gemaakt dat er door de tijd heen wel een verschuiving is geweest in de wijze van openbaring. In het begin van de Schrift, maar ook nog wel in het Nieuwe Testament was er sprake van rechtstreekse openbaringen, of sprak de Heere door middel van dromen en gezichten. Later nam de prediking deze plaats in.

Aan de hand van Bijbelse voorbeelden, het werk van een aantal theologen uit het verleden en enkele artikelen van de Dordtse Leerregels wordt in dit boekje duidelijk gemaakt dat elke hoorder van het Woord geroepen wordt. God roept welmenend elke hoorder onder en door de verkondiging van het Woord. Hij werkt Zijn welbehagen uit onder de prediking van Wet en Evangelie.

Wanneer de wederbarende kracht van het Woord ervaren wordt in het hart is dit de inwendige roeping. Het onderscheid tussen uitwendige en inwendige roeping kan ons helpen de zaken onder woorden te brengen, maar mag ons nooit dienen tot verontschuldiging, aldus de schrijver.

Een waarschuwing tegen hoorbare stemmen en een aantal raadgevingen hoe we moeten omgaan met het krijgen van woorden en teksten zijn eveneens terug te vinden in dit werkje. Het zijn zaken waar velen mee worstelen om daar helderheid over te krijgen en het is goed dat de schrijver dit aan de orde stelt.

Terecht wordt erop gewezen dat het afzien van al het onze en het sterven aan onze ongenoegzame gronden in de weg van ware ontdekking ook plaatsheeft uit en door Christus. Het waar zaligmakend werk vloeit immers van het prilste begin uit de ware bron en heilsfontein Christus voort.

Wat storend vind ik de wisseling van de persoonsvorm. Het ene moment is daar de jij- en jou-vorm, ook als Bijbelheiligen met elkaar spreken (persoonlijk heb ik daar wat moeite mee), op de volgende bladzijde wisselt dit weer met de u-vorm. Als dit boekje vooral voor de jeugd bedoeld is, is het Bijbelse voorbeeld om de vrijspraak van schuld en straf duidelijk te maken niet het meest eenvoudige. Een keuze voor de gelijkenis van de tollenaar of voor zondag 23 van de catechismus had wat meer voor de hand gelegen.

Niettemin reikt dit boekje veel aan waar het gaat om onderwerpen die van het grootste belang zijn.

Boekgegevens

”Hoe spreekt God tot mij?”, door ds. A. A. Egas; uitg. Den Hertog, Houten, 2011; ISBN 978 90 3312 302 3; 100 blz.; € 12,50.