Opinie

Vloeken op tv

Het gebruik van vloeken en grove taal op de televisie loopt de spuigaten uit. Uit onderzoek dat de Bond tegen het vloeken liet uitvoeren, blijkt dat er gemiddeld elke vier minuten een vloek of ander grof woord op de buis te horen is. Vijf jaar geleden bleek uit een andere steekproef dat er gemiddeld eens in de zeven minuten een vloek of verwensing te beluisteren viel. De taalverruwing op de tv neemt dus alleen maar toe.

30 June 2003 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

Dat het taalgebruik in de media invloed heeft op het woordgebruik van mensen, staat als en paal boven water. Allerlei modewoorden die in uitzendingen voor het eerst worden gebruikt, nemen mensen snel over. Dat geldt ook zeker voor vloeken en scheldwoorden.

Ruim 60 procent van de kijkers is zich bewust dat het grove taalgebruik op de televisie een negatieve invloed heeft op het eigen woordgebruik. Vooral kinderen zijn daar vatbaar voor. Mede daarom is het schokkend dat in tekenfilms, die vooral voor kinderen zijn bedoeld, relatief veel vloeken worden gebruikt.

Protesten tegen grof taalgebruik in de media zijn er al lange tijd. Maar klachten blijken nauwelijks te helpen. Sterker, een aantal omroepen lappen ze gewoon aan hun laars. Naar aanleiding van het onderzoek van de Bond tegen het vloeken bestak een presentatrice van de zender BNN het afgelopen vrijdag om bewust zes zeer godslasterlijke woorden binnen een minuut de ether in te gooien.

Teleurstellend is ook dat omroepen met een (van oorsprong) christelijke signatuur zich eveneens schuldig maken aan het kwaad van grof taalgebruik en vloeken. Juist van organisaties als KRO, NCRV en EO zou verwacht mogen worden dat ze op dit punt niets tolereren.

Vloeken en grof taalgebruik mag hun nog meer dan andere omroepen worden aangerekend. Niet in de eerste plaats omdat ze hun eigen naam hoog hebben te houden, maar vooral omdat de Naam van God niet te grabbel mag worden gegooid.

Dat laatste geldt trouwens voor elk van de andere omroepen. In onze geseculariseerde samenleving is echter het besef verdwenen dat de ontheiliging van Gods Naam een van de ergste zonden is. Naast het tweede is het derde gebod immers het enige met een bedreiging.

Zelfs de zogenaamde fatsoenlijke bovenlaag van de samenleving geneert zich er niet meer voor krachttermen te gebruiken. En ook binnen de gereformeerde gezindte dringt de taalverruwing door. Het toenemend gebruik van bastaardvloeken is in dit verband tekenend.

Daarnaast is veelzeggend dat kijkers en luisteraars slechts in beperkte mate zich van een programma afkeren als een vloek wordt uitgezonden. Zelfs een pictogram in een programmaoverzicht waardoor de kijker vooraf wordt gewaarschuwd dat er in een uitzending grof taalgebruik voorkomt, negeert het merendeel van de kijkers.

Taalvergroving valt niet alleen op het conto van de media te schrijven, al is wel duidelijk dat radio en tv het publiek sterk beïnvloeden. Taalverruwing maakt deel uit van het algehele verval van waarden en normen. Daarover leeft in brede lagen van de maatschappij grote zorg. Daarom wil de overheid een debat over waarden en normen houden.

Het voortdurend en toenemend grof taalgebruik in de media toont echter aan dat een klemmend beroep op de goede wil van mensen en organisaties niets helpt.

Alleen wanneer de overheid duidelijk grenzen stelt aan het kwaad van vloeken en tieren -wat haar hoge roeping is- valt er een keer in het proces van taalverruwing te verwachten. Daar deinst ze echter voor terug, want het verwijt zedenmeester te zijn en censuur toe te passen lijkt voor haar ongeveer het ergste te zijn wat er is.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer