Saabtopman Muller houdt hoop
TROLHATTAN (ANP) – Topman Victor Muller van Saab houdt hoop op nieuwe geldstromen voor het geplaagde Zweedse automerk. Dat zei hij woensdag tijdens een persconferentie op het hoofdkwartier van Saab in het Zweedse Trolhattan.
Saab vroeg woensdag bij de Zweedse rechter om bescherming tegen schuldeisers, zodat het bedrijf in staat is orde op zaken te stellen. Die regeling maakt Saab aantrekkelijker voor investeerders, meent Muller. „Het is veel veiliger voor investeerders om geld te steken in een beschermd bedrijf dan in een bedrijf dat wordt belaagd door schuldeisers.”
De beloofde investeringen door de Chinese bedrijven Youngman en Pang Da komen volgens Muller op korte termijn beschikbaar. „Maar totdat het geld uit China binnen is, beschermen we ons bedrijf met een reorganisatie en zorgen we voor stabiliteit en een goed pad naar voorspoed voor ons bedrijf.”
Donderdag beslist de Zweedse rechter of Saab de gevraagde bescherming krijgt. Zo niet, dan dreigt een faillissement. Op vragen daarover wilde Muller echter niet ingaan. „We weten dat we een zeer gedetailleerd en grondig toekomstplan moeten geven, waarin we aantonen dat ons bedrijf levensvatbaar is. We verwachten dat de rechter in ons voordeel beslist. En zo niet, dan hebben we een plan C.”
De topman maakte duidelijk dat er nog altijd gesprekken lopen met partijen die Saab van overbruggingskredieten kunnen voorzien, totdat de fondsen uit China binnen zijn. „Ondernemers in India, China, de Verenigde Staten en Brazilië staan te springen om te investeren in Saab. Jammer genoeg is er slechts één land waar een gebrek aan interesse wordt getoond en dat is Zweden.”
Ook de Russische investeerder Vladimir Antonov zou nog altijd hopen op een kans om deeleigenaar te worden van Saab. Daarvoor heeft hij wel toestemming nodig van de Europese Investeringsbank en de Zweedse regering.
Volgens Muller heeft Saab momenteel 150 miljoen euro aan achterstallige rekeningen van schuldeisers. Die bedragen wil het bedrijf volledig voldoen, stelde hij. „We gaan niet voor een compensatieregeling met de schuldeisers, zoals bij de eerdere reorganisatie in 2009.”