School gedaagd na weigeren verlof op Goede Vrijdag
UTRECHT – Een moeder uit Lochem heeft dinsdag het Staring College uit die plaats voor de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) gedaagd, omdat haar twee dochters geen vrij konden krijgen op Goede Vrijdag. „Islamitische leerlingen kunnen wel vrij krijgen voor het Suikerfeest. Dit is discriminatie.”
Een vrije dag voor haar twee dochters op Goede Vrijdag is geen optie, hoorde Esther van Charante vorig jaar van het Staring College. Daarover is de moeder verontwaardigd, omdat ze uit godsdienstige redenen –het gezin is rooms-katholiek– Goede Vrijdag als feestdag had willen invullen.
Om haar recht te halen, stapte ze gisteren naar de CGB. De school maakt zich schuldig aan discriminatie op basis van godsdienst, betoogde ze. Die discriminatie zit ’m volgens haar in het feit dat de school een lijst heeft opgesteld met religieuze feestdagen waarvoor een leerling maximaal twee dagen per jaar extra verlof kan krijgen. Op die lijst komt echter geen enkele christelijke feestdag voor, terwijl er wel zes joodse, twee islamitische en twee hindoeïstische feesten op worden vermeld. „Dit toont aan dat de door het Staring College gehanteerde verlofregeling discriminerend werkt”, zei Van Charante.
Volgens directeur Nico Woonink van het Staring College is er echter totaal geen sprake van discriminatie. „Er zijn al vijf christelijke feestdagen die verlof opleveren: eerste en tweede kerstdag, tweede paasdag, tweede pinksterdag en Hemelvaartsdag. Goede Vrijdag inderdaad niet, maar Maria Hemelvaart bijvoorbeeld ook niet.”
Van Charante vindt dat die redenering niet klopt, omdat de genoemde vrije dagen al in reguliere vakanties vallen. Een beroep op twee extra vrije dagen is nu alleen niet voor christelijke leerlingen mogelijk. „Andere godsdiensten krijgen een mogelijkheid die ik niet krijg.”
CGB-commissielid Van Geel, die de zitting voorzat, was „buitengewoon geïnteresseerd” in de regeling van twee extra vrije dagen voor niet-christelijke feestdagen „en wat de achterliggende gedachten daarvan zijn.” Directeur Woonink had de achtergronden van die regeling niet paraat, maar beloofde die toe te sturen.
De CGB doet op zijn vroegst over acht weken uitspraak.