„Leerling niet opvoeden voor sportcultuur”
PUTTEN – Het reformatorisch onderwijs moet zich meer bezinnen op de doorwerking van de identiteit in de vakken, luidde afgelopen maand het pleidooi in deze krant. Wat vinden de docenten? Vandaag: de gymleraar.
Hij geeft een vak dat in de reformatorische achterban „met reserves” wordt bekeken. Wim Liefting, gymleraar op de Fruytier in Uddel, begrijpt de bezwaren nog ook. „Gym wordt direct verbonden met de sportcultuur buiten school; de cultuur van verdwazing, drank, grof taalgebruik. Neem voetbal. Dat spel is verspeeld. Het gaat om eer, om geld. Ouders zijn bang dat hun kinderen door sportbeoefening op school in die wereld terechtkomen.”
Toch geeft Liefting met overtuiging gym, op een refoschool. „Het is een waardevol vak voor de ontwikkeling van kinderen: lichamelijk, psychisch, sociaal. Bewegen is gezond. Een mens is niet geschapen om acht uur per dag op een bureaustoel of achter de computer te zitten. Kinderen leren bewegend de wereld ontdekken. Het vak gym sluit daarbij aan.”
Liefting leert z’n leerlingen voetballen, basketballen, turnen, klimmen, klauteren en springen, net zoals hun leeftijdsgenoten op openbare scholen dat doen. „Er zijn landelijke kerndoelen en eindtermen waar ook een reformatorische school zich aan moet houden. Voor één onderdeel hebben we ontheffing: bewegen op muziek.”
Maar er is volgens de Fruytierdocent wel degelijk verschil tussen gym op een openbare of een reformatorische school. „Wij voeden onze leerlingen niet op voor de sportcultuur. Ik vind het belangrijk dat elke leerling met elk spel en elke oefening kan meedoen. Ieder op zijn of haar niveau. Als je dik bent en korte pootjes hebt, wordt het nooit wat met verspringen. Moet ik zo’n leerling verder stigmatiseren door een onvoldoende te geven? Nee. Iedereen die zich bij mijn vak serieus inzet, krijgt een voldoende.”
Winnaars zijn voor Liefting niet belangrijker dan verliezers. „Het gebeurt dat ik de winnende groep aan het eind van de les aanspreek: Oké, jullie hebben gewonnen, fantastisch, maar heb je ook samengespeeld? Of was je lekker individualistisch bezig? Sociaal zijn is belangrijker dan winnen.”
Gym krijgt steeds meer betekenis, stelt Liefting. „In de samenleving draait alles om competitie. Bij gym leren leerlingen samenwerken, samenspelen, rekening houden met elkaar. Dat is best moeilijk. In ons onderwijssysteem zitten leerlingen met dezelfde cognitieve vaardigheden bij elkaar. Dat gaat bij alle vakken goed, behalve bij gym. De bewegingsvaardigheden van leerlingen binnen één klas kunnen drie tot vier leerjaren verschillen.”
De gymles is voor Liefting geslaagd als leerlingen veel bewogen, samengewerkt en iets geleerd hebben. „Dan is de les gelukt. Daar zit het woord ”geluk” in. Daar gaat het om: bijdragen aan de ontwikkeling en het welzijn van leerlingen.”
Dit is het derde deel in een serie artikelen over reformatorische scholen en hun identiteit. Donderdag deel 4.