Houellebecq kritiseert dolgedraaide wereld
Het nieuwste boek van de Franse auteur Michel Houellebecq is mogelijk wat ingetogener dan zijn eerdere romans. Maar ook in ”De kaart en het gebied” blijft hij onverbloemd zijn mening geven over leven en samenleven.
Eerdere werken van Houellebecq riepen heftige reacties op in de Franse samenleving. De serieuze vraag ontstond of in een roman maar alles gezegd kan worden onder het mom van fictie. Houellebecq verwijst zelf in het dankwoord in ”De kaart en het gebied” (”La carte et le territoire”) naar deze ophef. Hij merkt op dat „de geuite meningen geheel voor rekening komen van de personages die ze uiten; kortom dat we ons binnen het kader van een roman bevinden.” De jury van de Franse literaire prijs Prix Goncourt oordeelde nu zo positief dat zij hem in 2010 deze prijs durfde toekennen voor zijn boek.
Het lijkt er echter sterk op dat Houellebecq dit boek gebruikt om de draak te steken met de wijze waarop critici hem hebben bejegend. Hij voert zichzelf ten tonele als schrijver die wordt vermoord. Reden daarvoor is een schilderij van hemzelf dat in zijn boerderij hangt en een waarde van miljoenen euro’s vertegenwoordigt.
Wat wil Houellebecq hiermee zeggen? Helemaal niets misschien, omdat de schrijver Houellebecq in de roman op geen enkele wijze met de werkelijke schrijver vereenzelvigd mag worden? Of is het toch vileine kritiek op de wijze waarop de samenleving reageert op „iets van waarde” of „de waarheid”? Vormt deze roman toch niet een scherp oordeel over die critici die de eigen schepping van de kunstenaar als interpreet van de werkelijkheid miskennen?
In ieder geval raakt dit voorval de kern van wat Houellebecq wellicht met de titel wil zeggen. Met ”De kaart en het gebied” verwijst hij mogelijk naar een uitspraak van de Pools-Amerikaanse filosoof Alfred Korzybski (1879-1950). Die stelde dat de (land)kaart niet het gebied is. Dat betekent dat er verschil is tussen hoe de wereld echt in elkaar zit en hoe wij die wereld in taal en symbolen tot uitdrukking brengen. Daarover gaat dit boek: over de kunst als waarneming, interpretatie en weergave van de wereld om ons heen. En wat de samenleving, onder andere via de markt, daarmee doet.
Houellebecq beschrijft de kunstzinnige activiteiten van de hoofdpersoon Jed Martin. Hij lijkt in veel opzichten op de schrijver Houellebecq: iemand die teruggetrokken leeft, de rest van de mensheid liever kwijt dan rijk is en met weinig tevreden is. Alleen met zijn combiketel lijkt hij een persoonlijke relatie te ontwikkelen.
Als student maakte hij foto’s van industriële objecten. Zo kon hij de wereld objectief vastleggen. Later verdient hij goed geld met foto’s die hij maakt van Michelinkaarten. De foto’s bedoelen iets van het Franse platteland en zijn bewoners weer te geven; een menselijke dimensie komt in beeld. Een derde periode in zijn artistieke leven is die waarin hij elementaire beroepen schildert.
Dan introduceert Houellebecq de schrijver Houellebecq als personage in het boek. Martin vraagt hem een catalogustekst voor zijn expositie te schrijven. En ook het beroep van kunstenaar wil hij afbeelden. Daarvoor dient de schrijver Houellebecq als model, die dit schilderij cadeau krijgt. De schilderijen van Martin doen het goed; hij is op slag een zeer vermogend man.
In een laatste artistieke periode woont Martin weer op het platteland, in de boerderij van zijn grootmoeder in de Creuse. We leven dan al een eind in de eenentwintigste eeuw. Martin maakt bijzondere films, een mengeling van beelden van technische voorwerpen en plantaardig materiaal, dat steeds meer de boventoon voert. Planten overwoekeren uiteindelijk alle menselijke bedrijvigheid.
De eindigheid van het bestaan, de dominantie van het economisch denken, dat zijn thema’s in dit boek. Maar ook de moderne mens die zijn genot zoekt in vakantietripjes, in seksualiteit, in hebbedingetjes. Maar het baat allemaal niet. De sfeer van mensen die elkaar niet tot last willen zijn en het leven maar net volhouden, is sterk aanwezig. Het opgedirkte bestaan van de verrijkte westerling krijgt de doodssteek.
Zoals gezegd, het boek zou niet van Houellebecq zijn als zijn personages niet allerlei opvattingen verkondigden die haaks staan op wat ‘men’ vindt. Dat hij daarbij de namen laat vallen van conservatieve auteurs als Alexis de Tocqueville en G. K. Chesterton suggereert dat hij vast wil houden aan beproefde waarden. Zo typeert Martin de euthanasie van zijn vader als zelfmoord. (Het Zwitserse bedrijf Dignitas dat binnen het verhaal deze euthanasie uitvoert, heeft Houellebecq inmiddels voor het gerecht gedaagd). Verder realiseert Martin zich op een bepaald moment (toch) dat seksualiteit iets kwetsbaars is. ”De kaart en het gebied” vormt bovendien een kritiek op de dolgedraaide wereld van productie en consumptie.
Qua stijl blijft het boek ook typisch Houellebecq: rebels, kritisch, recht voor zijn raap. Zo ondersteunt de stijl de spiegelende en ontmaskerende werking van dit boek. Diverse keren al te open en bloot. Tegelijkertijd lijken er vonkjes van hoop te gloren, hier en daar. Martin en Houellebecq hadden bijna iets van vriendschap kunnen beginnen. Martin overvalt een diepe droefheid na het verlies van zijn vader, met wie hij slechts plichtmatig leek om te gaan.
Maar ja, wat betekent dit in het werk van Houellebecq, de vermoorde onschuld? De boodschap van de roman en de daarin optredende personages blijft fictief. Daarom dringt dit boek er aan alle kanten toe om Iemand te kennen die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Boekgegevens
”De kaart en het gebied”, door Michel Houellebecq; vert. Martin de Haan; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2011; ISBN 978 90 2957 517 1; 343 blz.; € 19,95.