Een lach en een traan in Utrecht
De laatste lessen, de laatste diploma’s. Het Niels Stensen College in Utrecht sluit na 41 jaar zijn deuren. Aan ’verzwarting’ ten onder gegaan. Zelden trok de sluiting van een school zoveel publiciteit. „Er is een deltaplan nodig om de watersnood van de segregatie te keren.”
Terwijl de muziek aanzwelt, dalen de examinandi de trap af. Op diezelfde trap kwam dertig jaar geleden minister Verdonk naar beneden toen ze haar diploma in ontvangst nam. Ironisch genoeg is zij nu minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Het is juist de problematiek van de zwarte wijken en scholen en het gebrek aan integratie die een bloeiende school de nekslag gaven. Minister Van der Hoeven van Onderwijs mocht donderdagmiddag de laatste diploma’s uitreiken.
Oud-docenten die het afscheid willen meemaken, begroeten elkaar. Een camera legt een rij hoofddoekjes vast. De minister komt -letterlijk en figuurlijk- te laat.
De bewindsvrouw straalt, als altijd. Achter haar aan wordt een emmer met diploma’s het podium opgedragen. „Dit is een bijeenkomst met een lach en een traan”, zegt rector F. van Noort. Alle examenkandidaten zijn geslaagd; dat is de lach. De overige leerlingen en de docenten moeten naar andere scholen; dat is de traan. Met bedrukte gezichten nemen de leraren applaus in ontvangst. Een groot deel van hen is al tientallen jaren aan de school verbonden. Ook de leerlingen hebben een geweldige prestatie geleverd, zegt de minister. „Werken en leren op een school die ophoudt te bestaan, is niet gemakkelijk.” Om de pijn te verzachten, waren er dit laatste jaar extra uitjes en excursies. De docenten sluiten af met een reisje naar Berlijn.
Veertig procent van de Utrechtse jongeren is allochtoon. In de wijk Kanaleneiland, waar de school staat, ligt dat percentage nog veel hoger. De meesten van hen zijn Marokkaan. Toen het Niels Stensen College steeds zwarter werd, stuurden de ’witte’ ouders hun kinderen naar andere scholen (de ”witte vlucht”). Allochtone ouders sturen hun kinderen ook liever naar een school buiten een probleemwijk. Het leerlingenaantal daalde drastisch.
In 1998 trok toenmalig rector M. Sjamaar aan de bel. Onverbloemd zei hij dat de school beter kon sluiten, omdat ze te zwart geworden was. Het zou voor de allochtone leerlingen beter zijn om niet op een kluitje te zitten. Die ontboezeming kwam Sjamaar op felle kritiek te staan. Hij zou het negatieve beeld van zwarte scholen versterken en de achteruitgang bevorderen. Sjamaar vertrok. De school trok zich terug in één vleugel en verhuurde de rest van het gebouw -dat berekend is op 1000 scholieren- aan een kinderdagverblijf en twee basisscholen. Het laatste jaar telde het Niels Stensen College nog een kleine honderd leerlingen. Nu gaat de school dicht. Aan het begin van het laatste examen namen de leerlingen tien seconden stilte in acht.
Ook het Thorbecke College in de wijk Overvecht wordt deze zomer gesloten vanwege verzwarting en leegloop. Daarmee verdwijnt het openbaar voortgezet onderwijs uit Utrecht. Ondertussen kampen de ’witte’ scholen met een te groot aanbod van leerlingen.
„De sluiting heeft niet slechts één oorzaak”, relativeert de minister. Ze wijst op het te grote havo/vwo-aanbod in Utrecht en op de moeizame politieke besluitvorming over de volkshuisvesting op Kanaleneiland. Mede vanwege de publiciteit rond het naderende einde van de beide scholen is de gemeente Utrecht met alle schoolbesturen om de tafel gaan zitten om afspraken te maken die de scheiding tussen blank en zwart moeten tegengaan. De gedachten gaan uit naar beperking van het aantal scholen in de gemeenten rond Utrecht, zodat de ”witte vlucht” bemoeilijkt wordt.
In gedwongen spreiding van zwarte leerlingen over scholen gelooft Van der Hoeven niet. Van „zurig gebrom van doemdenkers” wil ze ook niets weten. „Een paar jaar geleden werd er verwacht dat van de havo/vwo-afdelingen in de grote steden weinig zou overblijven, omdat zwarte leerlingen gemiddeld een lager niveau hebben. Inmiddels blijkt echter dat het aantal aanmeldingen op deze scholen stijgt. De stadsscholen weten de leerlingen beter aan zich te binden en ik ben ervan overtuigd dat het niveauverschil tussen allochtonen en autochtonen steeds meer zal vervagen. Er komt een moment dat er zwarte scholen zijn die aan de top staan.”
Bestuursvoorzitter Sluis is aanmerkelijk negatiever. „De overheid is tekortgeschoten”, benadrukt hij. „Het is mooi dat er nu een spreidingsconvenant komt, maar dat is slechts een deel van de oplossing. Ouders laten zich niet vangen in regels tegen de witte vlucht. Er is een integrale aanpak nodig: goede coördinatie tussen de departementen, voldoende geld voor stedelijke vernieuwing, evenwichtige aanpak van sloop, verbouw en nieuwbouw, en een evenwichtige bevolkingsopbouw, niet alleen waar het gaat om zwart en wit, maar ook door te zorgen dat elke wijk voldoende gezinnen met kinderen telt. Wij wensen niet nóg een school te verliezen.”