Econoom Van Duijn: Euro heeft niets extra’s gebracht
De euro blijft wel overeind, denkt econoom Jaap van Duijn. Maar de situatie is wel uiterst precair. Een gesprek over de eenheidsmunt, losgeslagen politici, een naderende recessie en de torenhoge Nederlandse schuldenlast.
Halverwege het gesprek met de econoom en oud-beleggingsstrateeg van Robeco rinkelt plots de telefoon. Het is een dame van KPN met een „interessante aanbieding voor J. J. van Duijn.”
„Sorry mevrouw, maar ik zit in een gesprek”, werpt deze tegen. „Zal ik vanavond even terugbellen?” vraagt de dame. Van Duijn: „Liever niet.” „Morgen dan?” „Ook liever niet”, waarop het gesprek wordt beëindigd.
Dát zouden veel meer mensen moeten doen, meent Van Duijn, van wiens hand vorige week een boek verscheen met de veelzeggende titel: ”De schuldenberg. Hoe de wereldwijde schuldenlast ons allemaal gaat raken”.
De lokroep van de commercie is voor velen niet te weerstaan, zegt hij. „De buurman heeft iets, dan moet ik het ook. En vaak wordt er dan geleend en verder niet nagedacht over de consequenties. Mensen hebben tegenwoordig niet meer het idee dat ze risico lopen.”
Over waar dat ’m nu precies in zit, heeft Van Duijn (67) de laatste maanden nagedacht. „Achter de schuldenproblematiek zit volgens mij de notie dat we verwachten dat een ander onze problemen wel zal oplossen. Dat hebben we met huizen, met onze pensioen, noem maar op. Dat is in één generatie gebeurd. Mijn oma moest vroeger zelf nadenken hoe ze aan haar inkomen kwam. Er was niemand die voor haar zorgde. Zo ging dat eeuwenlang. Tegenwoordig zeggen we: Mijn pensioen is toch zeker wel goed geregeld, want ik betaal al jaren premie! We kijken bij alles naar een ander. Als er een hittegolf is en de vierdaagse wordt gelopen dan denken we niet: Zal ik dat nu wel doen met die hitte? Nee, dan is het: Zíj hebben het georganiseerd, dus moeten zíj het maar oplossen.”
Spullen kopen zonder dat je er geld voor hebt: Van Duijn kijkt er bijna vies bij. „Ik heb het nooit gedaan en zou er ook niet over piekeren. Economisch gezien heeft lenen geen enkele ratio. Je haalt je consumptie naar voren, maar wát je koopt wordt door de rente alleen maar duurder.”
Van Duijn, wiens huis aan de Boonervliet in Maassluis zonder tips vooraf onvindbaar zou zijn, verwelkomt daarom de toenemende aandacht voor de gevaren van consumptief krediet. Economisch gezien zit dáár echter niet de crux, zegt hij. „Het totaal aan consumptief krediet neemt al jaren af, zowel absoluut als relatief.”
Nee, met die ”schuldenberg” doelt Van Duijn op de enorme hypotheeklast die Nederlanders zich op de hals hebben gehaald. „Daar zit de echte schuldexplosie en daarover hoor ik premier Rutte nou nooit.”
Was de totale Nederlandse hypotheekschuld in 1970 nog gelijk aan 23 procent van het gezinsinkomen, nu is dat 233 procent. Van Duijn: „Een vertienvoudiging! En dat geld moet allemaal worden opgebracht nu de huizenprijzen niet meer stijgen.”
Want van dat laatste is hij overtuigd. „Naar alle maatstaven gemeten zijn koopwoningen nog steeds zo’n 20 procent te duur. En als iets te duur is, moet de prijs naar beneden. Bij het aandeel Philips duurt zoiets een paar dagen. Bij huizen een paar jaar.”
Veel verkopers zitten nog in de ontkenningsfase, zegt het oud-bestuurslid van Robeco. „Er staat een prachtige rubriek in de zaterdagbijlage van Het Financieele Dagblad. Dat is werkelijk iedere week weer lachen. Dan hebben mensen een huis gekocht en verbouwd en willen ze er weer van af en staat er: „Gekocht in 2005 voor 800.000 euro. Vraagprijs: 2,5 miljoen.” Mensen die denken dat ze dát vijf jaar later kunnen vragen omdat ze nu eenmaal geld in een verbouwing hebben gestoken, leven in een fantasiewereld.”
De gestage prijsdalingen op de woningmarkt zijn volgens Van Duijn het begin van een mentaliteitsverandering die al in gang is gezet en die uiteindelijk een terugkeer zal betekenen naar de normen van weleer. „Naar de tijd dat je bijvoorbeeld nog gewoon maximaal 70 procent van de woningwaarde kon lenen. Nu schreeuwt de Nederlandse Vereniging van Banken moord en brand over plannen om de norm te verlagen van 125 naar 110 procent. Dat zoiets überhaupt kan is internationaal gezien volstrekt uniek en ook totaal absurd. Banken hebben voortdurend de leennormen opgerekt. De gemiddelde Amerikaanse bank staat er momenteel stukken beter voor dan onze Nederlandse banken. Een bankier van 1976 die zou zien wat zijn opvolgers nu doen, zou in wanhoop zijn handen opheffen en het uitschreeuwen: Hoe kun je zó roekeloos bezig zijn door leningen te verstrekken die groter zijn dan de waarde van het huis.”
Drijvende kracht achter de explosie van de huizenprijzen was uiteraard de hypotheekrenteaftrek. Van Duijn: „Omdat die aanzet tot het aantrekken van alleen maar meer krediet zijn woningen veel te duur geworden. En het gekke is: de huizenbezitter heeft er nul komma nul voordeel van. Die betaalt nu evenveel extra voor zijn huis als het voordeel van de aftrek groot is. Het waren alleen de banken, makelaars, projectontwikkelaars en gemeenten die profiteerden.”
Had men in 1978 maar geluisterd naar PvdA-minister Hofstra, zegt Van Duijn, die destijds al aandrong op afschaffing van de aftrek. „Waarschijnlijk dacht men toen: slecht moment. Dat is altijd het probleem. In goede tijden hoor je er niemand over en in slechte tijden is het een slecht moment. Maar uiteindelijk is het gewoon een gebrek aan politieke moed om verder te kijken dan de eerstvolgende verkiezingen. Ik zou zeggen: Dames en heren politici, kondig nu eindelijk eens aan dat je de aftrek in pakweg twintig jaar uitfaseert. Iedereen weet dat zoiets vroeg of laat gaat gebeuren, maar door alle onzekerheid ligt de markt nu wel stil.”
De prijzencrash zal er volgens hem uiteindelijk niet groter door zijn. „De huizenprijs daalt toch wel. Linksom of rechtsom. Alleen gebeurt dan misschien in één jaar tijd wat anders in vijf jaar zou gebeuren.”
Nieuwe dip
Krap een jaar geleden stelde Van Duijn in deze krant een nieuwe recessie niet vóór 2013 te verwachten. Door de recente ontwikkelingen zou het de oud-beleggingsstrateeg niet verbazen als die dip toch eerder komt. „De huidige situatie is precair, met name door de politieke onmacht in de VS en in Europa. Dat maakt mensen onzeker, wat recent tot forse koersdalingen heeft geleid. Dat veroorzaakte weer een enorme klap in het consumentenvertrouwen, dat uiteindelijk de échte drager is van groei. In Nederland zijn de bestedingen van burgers al gedaald en eigenlijk zitten zo ongeveer alle landen waar wij naar exporteren in hetzelfde schuitje. Nee, het ziet er niet best uit.”
Is dit het begin van het einde van de euro?
„De euro blijft wel, denk ik. Althans voorlopig. Wat mij echter geweldig stoort is dat van onze politieke elite niemand het kan opbrengen om na al die jaren eens toe te geven dat de constructie van die munt gewoon fout is geweest. En dat de toelating van Griekenland een historische misser was van ongekende proporties, werkelijk een van de meest kapitale blunders ooit begaan. Vóór de euro bestond Europa uit ten minste vier blokken met elk hun eigen opvatting over hoe je een economie moet runnen. En dan gaan je hen dus één munt geven. Hoe kun je het bedenken? Zo is precies het omgekeerde bereikt van wat bedoeld was: landen moest naar elkaar toe groeien, maar zijn juist uit elkaar gegroeid.”
Minister De Jager stelde deze week dat de euro ons meer heeft gebracht dan we denken.
„Grote onzin. Toen we de euro nog niet hadden, ging het toen zo slecht? Was er toen geen welvaart in Europa? Vergelijk Nederland eens met landen die de euro niet hebben ingevoerd, zoals Denemarken, Zweden en Zwitserland. Die landen groeien sinds 2002 gemiddeld harder dan Nederland. Daarvóór was het precies omgekeerd. Dat is ook geen sluitend bewijs, maar ongefundeerd roepen dat we zo veel plezier hebben gehad van de euro, is kwalijk. Wat welvaart heeft gebracht is de vrijhandel. Niet de euro.”
Wat moeten we nu met Griekenland?
„Een combinatie van schulden afstempelen en uit de euro. Uiteindelijk zal het daarmee eindigen. Net zoals Nederland in de jaren onder Colijn alleen uit de misère geraakte door de gouden standaard op te geven. Griekenland is al veel te ver heen om er nog zonder kleerscheuren af te kunnen komen. Het land is bezig zichzelf kapot te krimpen. Een bank had tegenover een bedrijf allang gezegd: hup, de stekker eruit. En De Jager maar roepen: we draaien ze de duimschroeven aan, hoor! Dan denk ik, jongen, je bent allang voorbij het punt dat het aandraaien van de duimschroeven nog effect heeft. Nee, het is toch wel een blamage dat het CDA, dat ooit een man als Ruding leverde, het nu met De Jager moet doen. Hij is ict’er, geen econoom. Dit werk ligt boven zijn niveau.”
Ondertussen klinkt óók de roep om meer Europa.
„Mensen als Guy Verhofstadt (Europarlementariër en oud-premier van België, MtB), die roepen dat. Maar dat wil het volk niet. Zo’n man loopt ver voor de troepen uit. Wat zeg ik: hij marcheert in een volstrekt andere richting. Hij stelde afgelopen week in NRC Handelsblad letterlijk dat één Europa de enige manier is om te overleven tussen de andere grootmachten. Dat is toch bangmakerij van de ergste soort? Meneer Verhofstadt, kunt u zich wat nader duiden? Wie zijn die andere grootmachten? De VS in verval en China in opkomst misschien? En wat is dan de bedreiging? Worden wij overlopen door de barbaren of door de horden van de Aziatische steppe? Is China niet juist een fantastische kans? Eén Europa, hou nou toch op zeg. We hebben toch ook niet één Azië? Europa was op het toppunt van zijn macht toen het verdeelder was dan nu. De kracht van ons continent bestaat al sinds Karel de Grote uit de diversiteit. Het was prima geweest als we het gelaten hadden bij een gemeenschappelijke markt. Europa is een geloof geworden. Ik denk dat het een dwaalleer is.”
Er moet wat gebeuren, stelt Van Duijn. „Men heeft de wedstrijd niet meer in de hand. De scheidsrechter blaast nog wel op zijn fluitje, maar het publiek is allang het veld opgerend. De ongeloofwaardigheid van onze Europese leiders is zo ontzettend groot. Merkel en Sarkozy roepen nu op tot naleving van de begrotingsregels, terwijl het nota bene Duitsland en Frankrijk waren die als eerste die regels overtraden. En trouwens, zo’n regel dat het begrotingstekort niet boven de 3 procent van het bbp mag komen, is sowieso al onzin. Daarmee kun je geen recessie overleven. Nederland heeft altijd grotere tekorten gehad in jaren van crises.”
Gelukkig wordt volgens Van Duijn wel helder dat het volk het niet meer slikt. „Je moet de weerstand tegen meer Europa niet onderschatten. Je kunt in alle landen stemmingen houden en de meerderheid zal dit afwijzen. Het volk is tegen een transferunie waarin we permanent moeten betalen voor zwakke landen. België verdraagt niet eens zo’n transferunie in eigen land. Duitsland heeft twintig jaar lang miljarden van west naar oost gebracht. Dacht je nu werkelijk dat ze bereid zijn nu weer miljarden van Noord- naar Zuid-Europa te transporteren?”
De spanning tussen politici die nog altijd andere voorstellen opperen dan wat burgers willen, gaat zich de komende maanden daarom meer manifesteren, verwacht Van Duijn. „Onze politici hebben het zó uit de hand laten lopen. Ze hebben te maken met een zelf opgelegd probleem, dat ze weigeren adequaat op te lossen door maar te blijven ontkennen dat ze een fout hebben gemaakt. Regeringsleiders verkiezen nu de vlucht naar voren door ons maar dieper het moeras in te trekken. Ze zijn losgeslagen van het volk.”
Mensen hebben dat volgens Van Duijn haarfijn in de gaten. „Ik kreeg vorige week mail van een arts die aangaf de euro te zien als de grootste ramp voor Nederland sinds de watersnoodramp van 1953. Let wel: dat zegt een afgestudeerde arts. Niet een halve gare of een recalcitrante PVV-stemmer. Dát is de stemming van het volk. En wij maar leiders hebben die een andere richting opgaan. Het is zo’n geweldig gat.”